De Bijbel De bijbelles
Opbouw Introductie Kern (vaak een bijbelverhaal) Verwerking
Introductie Doel: voorkennis activeren eigen ervaringen benoemen belangstelling/nieuwsgierigheid oproepen aandacht
Kern Vertel je eigen verhaal Waarom aanpassen? Het bekende weer boeiend maken Het verhaal spannender, levendiger maken De betekenis duidelijker laten uitkomen Wat de hoorder niet begrijpt kan weg Blijf trouw aan het origineel
Kern Hoe aanpassen? Navertelling volgt het oorspronkelijke verhaal Transpositie Tijd (actualisatie) Plaats Beide Perspectiefwisseling vanuit een persoon uit het verhaal vanuit een verzonnen persoon (een toeschouwer bijv.) als terugblik Raamvertelling
Verteltips Hou de kern in gedachten Houd de structuur vast Expositie Intrige (motorisch moment) Climax Katastrofe (afloop) Peripetie (besluit) Vertel in beelden
Valkuilen historiseren moraliseren rationaliseren passe-partout van de “exemplarische geloofsgetuige” passe-partout van “God kan alles”
Verwerking kennis (beter onthouden) verlevendigen interpreteren verbinden met de eigen leefwereld reflecteren evalueren
Werkvormen Actief of passief Vrij of gestuurd Verbaal, muzikaal, dramatisch
Werkvormen Tonen Tekenen Knutselen Werkbladen Dialoog Vertellen Schrijven Werken met beeldenbeelden Muziek (zingen) Drama Vieren Spel …….
Werkvormen Spiegel- of sleutelverhalen Ander verhaal, maar hetzelfde thema Hongerdoeken Mandala
Hongerdoek
Mandala