Gespreks-vaardigheden Week 2 p.van.schajik
http://www.youtube.com/watch?v=BotCiKc2zn8&feature=fvwrel
niet zo… http://www.youtube.com/watch?v=L94yCS8VooY&feature=related maar zo…
Programma Hoofdstuk 3 ‘De cliëntgerichte benadering’ de basisvaardigheden Huiswerk voor college 3
Hoofdstuk 3 De cliëntgerichte benadering
Van Gezindheid naar Theorie Gezindheid : Hoe stel ik mij op als hulpverlener ? Hoe wil ik met anderen omgaan? Welke methode kies ik ? Welke belangen spelen er ? Welke theorie heb ik nodig ? Wat biedt inzicht in het functioneren van mensen ? Hoe ontstaan persoonlijke problemen ? Welke biedt richtlijnen om de problemen van de cliënt te verminderen ?
Client-gerichte benadering Basis voor hulpgesprekken Grondlegger : Carl Rogers : VS 1902 - 1987 Van huis uit streng en degelijk opgevoed Natuurwetenschappelijke opleiding landbouwkunde Door belangstelling in het menselijk denken en de ontwikkeling ervan, ging hij psychologie studeren Getroffen door warme menselijk benadering van docent Later jaren gewerkt in psychologische hulpverlening
Rogeriaanse visie op de mens Zelfactualisering; erken en stimuleer dat ieder mens de wens tot zelfontplooiing heeft, net als alle andere levensvormen De mens als bijzondere levensvorm, is in staat zich bewust te zijn van zichzelf en zijn omgeving, en kan hierover nadenken De mens ontwikkelt zich in sociaal verband en heeft daarbij anderen nodig. De mens neemt besluiten, maakt doelbewust keuzes en is toekomstgericht
Rogeriaanse visie op het ontstaan van problemen “van unconditional regard naar… “Conditional regard” : voorwaardelijke zorg en aandacht; De omgeving accepteert de persoon niet meer om zichzelf zoals hij is. Persoon krijgt liefde en aandacht afhankelijk van beter gedrag. Anders zijn is belangrijker dan jezelf zijn om zo noodzakelijke aandacht en warmte te krijgen Hoe meer anders (moeten), zijn hoe meer problemen “Incongruentie”: de spanning en verwarring om een ander ipv jezelf te (moeten) zijn ; zelfvervreemding (een persoon durft niet meer af te gaan op zijn eigen directe gedachten en gevoelens, maar gaan zich richten op verwachtingen en normen van de omgeving)
Drie principes volgens Rogers bij hulpgesprekken 1. Onvoorwaardelijke positieve waardering 2. Echtheid 3.Empathie
1. Onvoorwaardelijke positieve waardering Het menselijk ontwikkelingsproces wordt bepaald door de kwaliteit van beleving en ervaringen Dit proces vindt als vanzelf plaats onder gunstige omstandigheden Van jongs af zonder voorwaarden, met warmte en liefde geaccepteerd worden is noodzaak voor gezonde ontwikkeling, voor een gevoel van basisveiligheid: Ik ben ok! Als hulpverlener neem je een accepterende houding aan, met respect voor het eigene van de cliënt Client kan weer zichzelf zijn
2. Echtheid Wees als hulpverlener jezelf, authentiek, transparant Erken de eigen gedachten en gevoelens en kies het gedrag wat gunstig en respectvol is naar de cliënt Zorg voor een begripvolle oprechte ontmoeting
3.Empathie Inleven in de belevingswereld van de cliënt De cliënt ook laten merken dat wij hem aanvoelen, begrijpen, in taal, houding of expressie Zonder vooroordeel, met vertrouwen in de eigen herstel mogelijkheid van de cliënt zelf De hulpverlener geeft uitdrukking aan de betekenis van de beleving van de cliënt. Door empathische reacties verheldert en nuanceert de hulpverlener voor de cliënt
Rogeriaanse benadering Ruimte bieden tot zelf ontplooiing is soms geen voldoende voorwaarde tot hulp en gedragsverandering, Maar zeker altijd een noodzakelijke basis voorwaarde voor effectieve hulp aan cliënten Accepterend onderzoek naar de spanning tussen het zelfbeeld en het ideaalbeeld van de cliënt vraagt goede interpersoonlijke vaardigheden van de hulpverlener
Basisvaardigheden gespreksvoering Spiegelen Social talk Voorstellen (wie je bent, wat je doet, hoelang het gesprek gaat duren, doel van het gesprek) Begin het gesprek met een open vraag
Openingsvraag Het doel wordt er in genoemd. Het is een open vraag Het is een enkelvoudige vraag Er komt geen vaktaal in voor Begin van een gesprek, niet van een vragenlijst Geen onnodige stopwoordjes
Storingen!! Externe ruis=storing van buitenaf Oplossing: benoemen en oplossen ruis Interne ruis=storing binnen in het gesprek Oplossing: benoemen,oplossen en verplaatsen Stilte ..gun de ander de tijd, herhaal de vraag, vat samen, benoemen
Gesprek in tweetallen Pak je leerdoelen uit de vorige les erbij. Heb je nog zaken gehoord die nieuw voor je zijn vandaag? Wat zijn vaardigheden die je nog wilt leren? Vraag elkaar naar de persoonlijke leerdoelen op het gebied van de grondhouding, zoek daarbij naar die zaken die voor de ander en jou als persoon uitdagend zijn. Tijd: 15 min
Oefenen in de klas met vaardigheden: Luisteren Vragen stellen Doorvragen Concretiseren Op de juiste manier feedback geven aan medestudenten
Algemene gespreksvaardigheden Actief luisteren Vragen Samenvatten Feedback geven/ ontvangen Empathie tonen
Actief luisteren Goed luisteren = Je zodanig richten op degene die je wat wilt vertellen, dat deze de gelegenheid krijgt en gestimuleerd wordt om mee te delen wat voor hem werkelijk van belang is.
Luistergedrag Maak oogcontact Neem een geïnteresseerde houding aan Moedig de verteller aan door te gaan Vraag verduidelijking als je iets niet begrijpt Vraag gerust door http://www.youtube.com/watch?v=dMctztB-vKs
Luistergedrag Vat af en toe samen Laat eigen associaties, meningen en opvattingen achterwege Houd je eigen emoties onder controle Jaag de ander niet op Wees niet bang voor stiltes Oefenen!!!!!
Soorten vragen Open vragen Gesloten vragen Waarom-vragen Verdiepende vragen Verbredende vragen Vragen ter verduidelijking (doorvragen)
Vragen stellen Open vragen gebruik als je echt wilt begrijpen wat de ander bedoelt (waarom denkt iemand dat …..) Gesloten vragen gebruik je wanneer je precies kunt afbakenen wat je wilt weten (Zit jij op de Hogeschool Rotterdam?) antwoordruimte beperkt Waarom-vragen (speciaal de aandacht richten op de mening of gevoelens van een ander… bv Hoe denkt u over, Wat vindt u van? Kunt u iets meer vertellen over?) Pas op voor: streng en verwijtend
Vragen stellen (E-in) vragen sluiten aan bij wat de ander heeft gezegd (doorvragen in diepte) (E-ex) vragen stellen juist nieuwe aspecten aan de orde (jij bepaalt de inhoud van het gesprek).
Samenvatten Inhoudelijke samenvatting (beknopte weergave van de inhoud van het gesprek) Gevoelsreflectie (weergave van het onderliggende gevoel) als de inhoud wordt gebruikt om het gevoel te verwoorden.
Drie vormen van samenvatten Letterlijk herhalen wat de ander zegt Samenvatten voor de rode draad Parafraseren (kernachtig het besprokene weergeven)
huiswerk blz. 147-167 blz. 180-189 opdracht 2 kort filmpje over opvoeding etc. verbatim kort en krachtig 2 feedback vragen