Taalbeheersing Rotterdam, 00 januari 2007 Deze week: Geen individuele begeleiding! Inleiding af Intervisie op taal en inhoud Uitleg middenstuk Zelf zoeken.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Spelling en Schrijven en formuleren hoofdstuk 1,2&3
Advertisements

De samengestelde zin.
Werkwoordspelling – persoonsvorm, onderwerp, t. t
Schema en synthese van een zakelijke tekst
Uitleg lijdend voorwerp (lv)
Uiterlijke structuur aanbrengen
Het doen van onderzoek in klas 4
Een cursus schrijven Cursus ‘pimpen’ – Studeerbaar studiemateriaal – structuur – tekstniveau – zinsniveau - woordniveau BA - dpb Brugge.
Taaloefeningen. Mijn oom wil een heel mooi schilderij kopen. zin 1 Zinnen ontleden.
Basisschool de Wester 9 mei 2014.
Duidelijk schrijven voor iedereen
Onderwerp Vraagstelling Theorie Methodiek verslaglegging
Lerarenopleiding Nederlands
H2 Grammatica zinsdelen
Taalkunde Grammatica A
Dyabola Archäologische Bibliographie Realkatalog (DAI) Zoeken op onderwerp Bibliotheken Verder = klikken.
Bezittelijk voornaamwoord
STOF PW hst. 3 Fictie vertelstandpunten
Persoonsvorm Saskia Hoekx.
AMARANTIS EXAMEN Medewerker Marketing Communicatie.
Three steps to success Foutloos zinnen vertalen in drie stappen
MET DANK AAN COLLEGA’S IN DEN LANDE ! vee 2012
Zingen Vers 1 Dank U voor deze nieuwe morgen,
DIAMETER of …... DOORSNEDE?.
WERKWOORDSPELLING Hoe doe je dat ?.
Opstel schrijven.
QUIZ hoofdstuk 1.
Uitleg persoonsvorm (pv)
Werkstukken en rapporten
Nederlands Onderwerp.
Inleiding, middenstuk, slot
Workshop Klantgericht Corresponderen. Doelstellingen  Aanreiken basistechnieken klantgericht corresponderen  Presentatie richtlijnen schriftelijke communicatie.
Ruimte voor de Rivier Hoofd en deelvragen.
De indeling van een tekst
Overzicht ViP’s* ViP-1: structuur 1
Woordsoorten Maud Hutten.
Rapportagetechniek Wat moet er in een voorwoord?
De onderzoekscyclus Oriënteren Richten Plannen Verzamelen
Tekstverklaring Hoe doe je dat?.
Presentatie titel Rotterdam, 00 januari 2007 Taalbeheersing Rotterdam, 26 augustus 2011.
Presentatie titel Rotterdam, 00 januari 2007 Taalbeheersing Rotterdam, 26 augustus 2011.
Presentatie titel Rotterdam, 00 januari 2007 Taalbeheersing Rotterdam, 26 augustus 2011.
Rapportagetechniek Wat moet er in een voorwoord?
Module Grammatica K3 zinsontleding.
Woordsoorten benoemen
Module Grammatica K3 zinsontleding.
Presentatie titel Rotterdam, 00 januari 2007 Onderzoek 11 Hafida El-gharbaoui Med.hr.nl/gharh
SET schrijfvaardigheid H5
De gebiedende wijs De enkelvoudige zin en samengestelde zin
Opdracht 26 Uiteenzetting schrijven
Cursus ‘pimpen’ – Studeerbaar studiemateriaal – structuur – tekstniveau – zinsniveau - woordniveau Een cursus schrijven BA - dpb Brugge.
Nederlands Woensdag 6 januari 2va.
Hoe maak je een werkstuk? Begin op tijd!!. Kies een leuk onderwerp  Denk aan een hobby, sport, beroep, stad of onderwerp uit een van de lesboeken van.
De lidwoorden Kleine woorden met grote gevolgen!! Welke ken je? (ne en fa du)
Het schrijven van een betoog
Grammatica zinsdelen H1 t/m H6
Hoofdzaken/bijzaken/kernzinnen
Woordbenoemen Groep 6 en 7.
SET schrijfvaardigheid H5
Een informatief Artikel schrijven
Overtuigende tekst/betoog
Essay Een essay is een beschouwende tekst over een literair, maatschappelijk of wetenschappelijk onderwerp, met een duidelijk persoonlijke inslag. Een.
Een beschouwing schrijven
De indeling van teksten
Hoe schrijf je een recensie?
Zelf schrijven van een ‘grappig’ nieuwsbericht
Recensie schrijven Klas 1e , RSFN.
Nederlands Tekstbegrip Onderwerp, deelonderwerp en hoofdgedachte
Een (informatief) Artikel schrijven
Transcript van de presentatie:

Taalbeheersing Rotterdam, 00 januari 2007

Deze week: Geen individuele begeleiding! Inleiding af Intervisie op taal en inhoud Uitleg middenstuk Zelf zoeken bronnen bij vragen

Inleiding Taal: tekstniveau, zinsniveau, woordniveau. Inhoud: 1. introductie onderwerp 2. schets probleemgebied 3. centrale vraag 4. deelvragen 5. doelstelling 6. aanpak en opbouw werkstuk

Tekstniveau Tekstindeling Lengte tekstdelen Structuurmarkeerders Vormgeving Alinea`s Overgangen

Zinsniveau Relaties tussen zinnen, verwijs en verbindingswoorden hij, zij, het, dit/dat, deze/die, het voorgaande… zodat, hiermee, zoals… enkelvoud en meervoud werkwoordstijd jou, jouw, mij, mijn. hen / hun ( voor wie, aan wie, bij wie? ) dat / wat ( onz zelfstandig nw, onbepaalde woorden )

Zinsniveau Interpunctie Lengte van de zinnen Spreek / schrijfstijl Tweemaal hetzelfde zeggen ( voorkeur gaat liever uit naar.. )

Woordniveau Afkortingen Variatie in woordgebruik Werkwoordspelling: vt, engelse werkwoorden Hoofdletters: begin zin, naam, landen, feestdagen. Samengestelde woorden Meervoud

Intervisie op basis formulier

Middenstuk Deelvragen uitgewerkt Relevante informatie Op basis bronnen Logische opbouw Structuur: overzicht geven, overgangen aangeven, tussentijdse samenvattingen

Nu zorgen dat je bronnen hebt om al je deelvragen te beantwoorden.