(Ped)agogiek Werkcollege 4

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Grammatica hoofdstuk 2 blz 68-69
Advertisements

Met stage wil ik vooral veel ervaring in verschillende gebieden opbouwen, zodat ik later precies weet wat ik later zou willen doen en veel nieuwe vaardigheden.
Preventieve interventie: Lange-termijn effecten van vroege pedagogische interventies M. Van Aken & M. Riksen-Walraven © Pedagogiek in Beeld Hoofdstuk.
Zes uitgangspunten voor een goed pedagogisch klimaat
Goed zO! Een observatiesysteem voor baby’s en peuters met het oog op doorstroming van informatie naar het kleuteronderwijs.
‘Het talent bestaat niet.
Links Rechts mensen zijn sociaal en hebben veel voor anderen over mensen zijn vooral gericht op hun eigen belang slecht gedrag komt door de.
MENSELIJKE ONTWIKKELING OUDER-KIND RELATIE 0 – 3 JAAR
De pedagogische civil society en het CJG.  Sociale omgeving = belangrijk voor advies over opvoeden  Minder mogelijk door: - Maatschappelijke ontwikkeling.
Open de wereld themadag FODOK en JC
Een vader naar Gods hart
AMV Sociaal maatschappelijke dimensie

Kaarten op tafel.
Wat moeten jullie kennen?
Weerbaarheid en zelfredzaamheid vergroten
Effectieve interventies tegen jeugddelinquentie Geen tucht en discipline, maar oudertraining en therapie Door Leonieke Boendermaker en Deniz Ince.
Opvoeding en pedagogiek
Dorien `t Hart - Blagojevic Med.hro.nl/hardo Inleiding in de (ped)agogiek Werkcollege 2.
Studie Loopbaan Coaching
Les 7 Kind en omgeving Het individu in de context Kind en omgeving Het individu in de context.
Opvoeden.
Opvoeding en pedagogiek Bijeenkomst 1 Pascal van Schajik
Kwaliteit van de hulpverlening
Opvoeding en pedagogiek
Luisteren naar ouders Pascal van Schajik
Eline Bouwman http//:med.hro.nl/ginka/
Pedagogische theorieën
WEEK 5 Pedagogische theorieën. Wat gaan we doen Presentatie van de opdracht rondom sensitieve responsiviteit. Power point hoofdstuk 4 kijken en luisteren.
Ontwikkeling van het jonge kind
Sociologie en Diversiteit werkcollege 1
(Ped)agogiek Werkcollege 5
Pedagogische theorieën bijeenkomst 1
ONTWIKKELING VAN HET JONGE KIND College 1 Inleiding module.
Slc kwartaal 3. programma Hoe is het gegaan Verwachtingen Tips and tricks Opdrachten slc.
Week 3: Systeemtheorie versus biologische psychologie
De quiz Gemaakt door: Lotte, Kavitha, Rachida en Jacqueline.
Dorien `t Hart Groepsdynamica Dorien `t Hart
Dorien `t Hart Med.hro.nl/hardo
Dorien `t Hart Groepsdynamica Dorien `t Hart
School en Samenleving schooljaar bijeenkomst 1 VQr2 docent: Pascal van schajik med.hro.nl/schpa.
School en samenleving Week 5 Het algemeen belang als opvoedingsdoel.
Week 3 Casus oefenen Docent: Madeleine Meurs Opvoedrelaties onder spanning B.
Inleiding in de (ped)agogiek werkcollege 3 Jennifer de Vries-Aydogdu Med.hro.nl/vrije
Kind en omgeving Het individu in de context
1 Sociologie en Diversiteit werkcollege 1 Corstin Dieterich
Stromingen in de psychologie Werkcollege 3
Stromingen in de psychologie Hoorcollege 5
Levenslooppsychologie werkcollege 2 Jennifer de Vries-Aydogdu Med.hro.nl/vrije
Inleiding in de pedagogiek Hoorcollege 5
Stromingen in de psychologie Werkcollege 1
(Ped)agogiek Hoorcollege 7
OPVOEDING EN DIVERSITEIT Burggraaf hfdst 1 Opvoeding gaat niet altijd vanzelf Factoren in de samenleving, die de opvoeding beinvloeden: Bewuste keuze voor.
(Ped)agogiek Hoorcollege 8
Psychologieles 11 lesweek 1
Inleiding in de (ped)agogiek Hoorcollege 4
Inleiding in de pedagogiek Hoorcollege 6
Stromingen in de psychologie Hoorcollege 4
(Ped)agogiek Werkcollege 5 Jennifer de Vries-Aydogdu med.hro.nl/vrije.
OPVOEDRELATIES ONDER SPANNING B Bijeenkomst 2. PROGRAMMA Restje dinsdag Film Casus maken Debatteren Checklist maken Professioneel pedagogisch handelen.
Eldering hfdst. 3.3 Het cultureel ecologisch raamwerk
(Ped)agogiek Werkcollege 4 Jennifer de Vries-Aydogdu med.hro.nl/vrije.
Levenslooppsychologie Werkcollege 1 Jennifer de Vries-Aydogdu med.hro.nl/vrije.
Pedagogiek als beroep.
Adolescentenpsychologie en leerlingbegeleiding
Psychologie Conditioneren
Psychologieles 11 lesweek 1
Adolescentenpsychologie en leerlingbegeleiding
Deelvraag: Waar hoor ik bij?
Adolescentenpsychologie en leerlingbegeleiding
Transcript van de presentatie:

(Ped)agogiek Werkcollege 4 Dorien `t Hart - Blagojevic hardo@hr.nl

Programma vandaag Vragen hoorcollege Verwerkingsopdrachten Opdracht B

Oefenen! Wat weet je nog van het hoorcollege???

Vraag 1 Welke pedagogische stroming legt nadruk op de belevingswereld van het kind zelf en de interactie tussen kind en volwassene in de opvoedingsrelatie? De geesteswetenschappelijke stroming De empirisch-analytische stroming De kritisch-emancipatorische stroming De ecologische pedagogiek A

Vraag 1 Welke pedagogische stroming legt nadruk op de belevingswereld van het kind zelf en de interactie tussen kind en volwassene in de opvoedingsrelatie? De geesteswetenschappelijke stroming De empirisch-analytische stroming De kritisch-emancipatorische stroming De ecologische pedagogiek Ook wel personalistische stroming Uitgangspunt: opvoedingspraktijk (handelen in dagelijkse werkelijkheid van de opvoeding) Gaat vaak uit van een praktisch probleem, bijv bedplassen (wat gebeurt er precies, wat gaat er om in het kind en de opvoeder, invloed opv.relatie) WERELD VAN HET KIND METHODEN: Hermeneutiek: op systematische, volgens bep. Regels en methoden, geleide manier van interpreteren van het menselijk handelen Voorbegrip of vermoeden van hoe verschijnsel werkt 2. dagelijkse ervaringen ordenen en in breder perspectief plaatsen 3. terug naar oorspronkelijke verschijnsel, interpreteren BIJV: kind plast in bed 1. doet dit omdat het mishandelt wordt 2. theorie lezen, hoe zijn ouders, karakter kind, school etc. 3. interpretatie: mishandeling of aandacht vragen of medisch? dialiectiek: op het oog tegenstrijdige inzichten met elkaar verzoenen op hoger plan tillen Fenomenologie uitgaan van het verschijnsel zelf zoals het zich in de werkelijkheid voordoet. Geen vooroordelen of voorkennis, maar meer blanco erin gaan Verschijnsel onbevangen tegemoet treden Inleven in belevingswereld en van daaruit situatie beschrijven De bijkomstige van de essentiele aspecten onderscheiden, wat is er werkelijk aan de hand?

Vraag 2 Het gebruik van muzische middelen wordt binnen de hulpverlening vaak ingezet als hulpmiddel bij therapie. Bij welke stroming hoort het gebruik van muzische middelen? De geesteswetenschappelijke stroming De empirisch-analytische stroming De kritisch-emancipatorische stroming De ecologische pedagogiek

Vraag 2 Het gebruik van muzische middelen wordt binnen de hulpverlening vaak ingezet als hulpmiddel bij therapie. Bij welke stroming hoort het gebruik van muzische middelen? De geesteswetenschappelijke stroming De empirisch-analytische stroming De kritisch-emancipatorische stroming De ecologische pedagogiek Je moet weten wat er in het kind omgaat Beeldcommunicatie is een voorbeeld, speltherapie kinderen worden geholpen hun ervaringen te verwerken en om te zetten in beelden Hoeft niet via taal Inzicht en verwerking

Vraag 3 Het uitgangspunt: kinderen zo opvoeden dat zij zich emanciperen en leren zelf hun situatie te onderzoeken en (mede) te bepalen hoort bij de ….. stroming? Welk woord hoort er op de stippellijn te staan? Geesteswetenschappelijke Empirisch-analytische Kritisch-emancipatorische Ecologische pedagogische

Vraag 3 Het uitgangspunt: kinderen zo opvoeden dat zij zich emanciperen en leren zelf hun situatie te onderzoeken en (mede) te bepalen hoort bij de ….. stroming? Welk woord hoort er op de stippellijn te staan? Geesteswetenschappelijke Empirisch-analytische Kritisch-emancipatorische Ecologische pedagogische Verzet zich tegen onrecht en maatschappelijke onderdruking en tegen opvoeding die gericht is op bestaande maatschappelijke verhoudingen en dus ook het onrecht in stand houden, zoals armoede, racisme en seksisme Kinderen moeten zo opgevoed worden dat zij leren te emanciperen, leren zelf hun situatie te onderzoeken en mede te bepalen kritiek tegen pedagogisch eiland – je kan de opvoeding niet los zien van de maatschappelijke context socialisatie: doorgeven van onderdrukkende structuren in de opvoeding. = vrijheid Utopische aspect: men streeft naar een betere wereld zonder onderdrukking en uitbuiting

Vraag 4 Stel: Je wilt weten of kinderen die niet ontbijten later op de dag meer ongezonde snacks eten. Je voert een experiment uit in een schoolklas; 15 kinderen krijgen een ontbijt en 15 niet. Later op de dag meet je hoeveel snacks beide groepen hebben gegeten. Op basis hiervan trek je een conclusie Binnen welke stroming past dit? De geesteswetenschappelijke stroming De empirisch-analytische stroming De kritisch-emancipatorische stroming De ecologische pedagogiek

Vraag 4 Stel: Je wilt weten of kinderen die niet ontbijten later op de dag meer ongezonde snacks eten. Je voert een experiment uit in een schoolklas; 15 kinderen krijgen een ontbijt en 15 niet. Later op de dag meet je hoeveel snacks beide groepen hebben gegeten. Op basis hiervan trek je een conclusie Binnen welke stroming past dit? De geesteswetenschappelijke stroming De empirisch-analytische stroming De kritisch-emancipatorische stroming De ecologische pedagogiek Uitgangspunt: wetmatige verbanden tussen verschijnselen in de werkelijkheid die objectief en controleerbaar te onderzoeken zijn Opvoedingshandelen en de effecten op het gedrag van kinderen wat is beter: kind is brutaal: straffen of belonen Kernbegrippen: objectiviteit, controleerbaarheid, logica, Vooronderzoek, hypothese, inductie (bijzonder naar algemeen), deductie (algemeen naar bijzonder), statistische verwerking, relevantie en evaluatie Methoden: enquete, experiment, statistische bewerking

Vraag 5 Welke stroming is vooral gericht op de rol van de omgeving van een kind en dynamische processen rondom kinderen en hun opvoeders? De geesteswetenschappelijke stroming De empirisch-analytische stroming De kritisch-emancipatorische stroming De ecologische pedagogiek

Vraag 5 Welke stroming is vooral gericht op de rol van de omgeving van een kind en dynamische processen rondom kinderen en hun opvoeders? De geesteswetenschappelijke stroming De empirisch-analytische stroming De kritisch-emancipatorische stroming De ecologische pedagogiek Ontwikkeling verloopt in doorlopend contact met ouders, leraren en leeftijdgenoten (enz.) Een mens maakt deel uit van meerdere sociale netwerken Omgeving = context of ecosysteem Opvoeding vindt plaats in complexe situaties met alle mogelijke invloeden die met elkaar samenhangen Grotere en kleinere systemen beinvloeden elkaar samenhang Verschillende lagen, systemen beinvloeden het kind: Micro: onderlinge, directe persoonlijke relaties tussen kind en omgeving Meso: relaties tussen micro Exo: niet direct betrokken, welk invloed Macro: bredere omgeving politiek, technologie, cultuur, religie

Vraag 6 De vader van Marieke heeft een slechte beoordeling gekregen van zijn baas. Hierdoor is hij in een slechte bui en wordt om het geringste boos op Marieke. Dit is een voorbeeld van invloed vanuit het: Microsysteem Mesosysteem Exosysteem Macrosysteem

Vraag 6 De vader van Marieke heeft een slechte beoordeling gekregen van zijn baas. Hierdoor is hij in een slechte bui en wordt om het geringste boos op Marieke. Dit is een voorbeeld van invloed vanuit het: Microsysteem Mesosysteem Exosysteem Macrosysteem

Vraag 7 Het stimuleren van kinderen tot het ontwikkelen van een eigen identiteit is een: Opvoedingsvoorwaarde Opvoedingsmiddel Opvoedingsdoel Opvoedingskenmerk c

Vraag 7 Het stimuleren van kinderen tot het ontwikkelen van een eigen identiteit is een: Opvoedingsvoorwaarde Opvoedingsmiddel Opvoedingsdoel Opvoedingskenmerk

Vraag 8 De opvoedingsrelatie is een voorbeeld van een: Opvoedingsvoorwaarde Opvoedingsmiddel Opvoedingsdoel Opvoedingskenmerk a

Vraag 8 De opvoedingsrelatie is een voorbeeld van een: Opvoedingsvoorwaarde Opvoedingsmiddel Opvoedingsdoel Opvoedingskenmerk A Opvoedingsvoorwaarden: Dit zijn omstandigheden/condities Deze zijn door de opvoeders gecreeërd Hierdoor wordt opvoeding mogelijk gemaakt en kunnen de opvoedingsdoelen bereikt worden Opvoedingsrelatie: Wederzijdse betrokkenheid en wederzijds respect Verantwoordelijkheid is niet gelijk. Zeker als het kind jong is draagt de opvoeder meer verantwoordelijkheid naar het kind of de jongere toe.Naarmate de lft vordert verschuift de verantwoordelijkheid naar het kind of de jongere toe. als er iets mis gaat in de opvoeding is er vrijwel altijd iets mis met de opvoedingsrelatie. Bieden van veiligheid: Absolute veiligheid is niet mogelijk. Niet alle negatieve ervaringen kunnen een kind worden bespaard. Maar het gaat hierbij over het kind het gevoel te geven dat het op de opvoeders kan rekenen, dat zij hem accepteren zoals hij is en steunen waar waaar zij kunnen. Uitdaging: Om te kunnen groeien is ook ruimte krijgen belangrijk. Stimulans ervaren om op avontuur uit te gaan, risico’s te nemen. Ervaringen op te doen. Ouders moeten in staat zijn hun kind los te laten en de risico’s hiervan te acceptere. Echtheid / authenciteit Kan ook worden gezien als een onderdeel van de opvoedingsrelatie. Niet oneerlijk zijn , onecht zijn, doen-alsof. Gervaar op narcisische opvoeding: de opvoeders zijn heel erg bezig met zichzelf en het beeld dat zij naar buiten toe over zichzelf naar buiten willen scheppen, dan hun kinderen daaraan ondergeschikt worden gemaakt. Weten niet echt wat in hun kinderen omgaat, moeten wel goed presteren.

Vraag 9 Straffen is een voorbeeld van een: Opvoedingsvoorwaarde Opvoedingsmiddel Opvoedingsdoel Opvoedingskenmerk b

Vraag 9 Straffen is een voorbeeld van een: Opvoedingsvoorwaarde Opvoedingsmiddel Opvoedingsdoel Opvoedingskenmerk bOpvoedingsmiddelen: bepaalde opvoedingsvoorwaarden die heel bewust worden ingezet deze opvoedingsvoorwaarden krijgen daardoor extra nadruk dit wordt gedaan door de opvoeder Bv. Angstig kind; extra gevoel van veiligheid. Bv door extra aandacht, gerust te stellen, zorgen dat er niet teveel onverwache gebeurtenissen plaatsvinden. Maar ook door voorzichtig te stimuleren voorzichtig risico’s te nemen. Bv. Kind dat chaotisch is; duidelijkheid en structuur aanbieden. VOorbeeld middlene: Straffen en belonen Regels stellen of vrijheid bieden Samen spelen/sporten willen bijv. Doorzettingsvermogen of samenwerkin gstimuleren Ook iets niet doen, zoals ingrijpen kan een middel zijn: zelfstandig maken

Welke afbeeldingen horen bij welke stroming? 1 2 3 4 5 6 7 8 De geesteswetenschappelijke stroming: 2 (dagelijkse opvoedingspraktijk) & 7 (belevingswereld kind) De empirisch-analytische stroming: 3 & 5 De kritisch-emancipatorische stroming: 1 (emancipatie vrouwen) 8 (armoede) De ecologische pedagogiek: 4 (invloed van buitenaf, op elkaar) & 6 De geesteswetenschappelijke stroming De empirisch-analytische stroming De kritisch-emancipatorische stroming De ecologische pedagogiek

Bronfenbrenner Vragen naar voorbeelden

Aflevering Puberruil In groepen van 4 Werk het micro, meso, exo en macroniveau van Peggy of Ulan uit. http://puberruil.kro.nl/seizoenen/2009extra/afleveringen/05-09-2009/default.aspx

Vragen boek In subgroepen van 5 Hoofdstuk 1; vraag 1, 6 of 7 Hoofdstuk 4; blz 93 vraag 1 en 2 Hoofdstuk 4; blz 101 vraag 5 Hoofdstuk 4; blz 109 vraag 2

Opdracht B Opvoedings- en leefsituatie Opvoedingsmilieu Opvoedingsmiddelen ( min 2 vb ) Opvoedingsdoelen ( min 2 vb ) Opvoedingsvoorwaarden ( min 2 vb )