Les 5 Twee weken over de sociale ontwikkeling : de ontwikkeling van het individu in relatie tot de sociale omgeving Interactie met anderen, mensen reageren.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Doorn – 23 januari 2013 Jaap van Petegem
Advertisements

Hoe operationaliseer je dit vanuit de ontwikkelingspsychologie?
Sociaal emotionele ontwikkeling en groepsgedrag
Samen bouwen aan zelfvertrouwen
Persoonlijkheidspsychologie Persoonlijkheidsontwikkeling
2010 Leren leren voor de maatschappij & Leren leven in de maatschappij.
Ontwikkelingstraject kinderen
Schoolrijpheid Infoavond 2 februari 2012.
Zes uitgangspunten voor een goed pedagogisch klimaat
Workshop 7 Ontwikkelingspsychologie
Adolescentie aan het begin van de 21ste eeuw
Een ouderavond over veiligheid en grenzen stellen
Ontwikkelingsgericht werken in Vaktherapie
Ouderavond Kindcentrum De Schutsluis 7 februari 2012.
MENSELIJKE ONTWIKKELING OUDER-KIND RELATIE 0 – 3 JAAR
“Ontwikkeling van hoogbegaafde leerlingen en schoolse kenmerken”
Morele ontwikkeling en opvoeding
Dossier Empowerment.
Rook-en alcoholspecifieke opvoeding
Weerbaarheid en zelfredzaamheid vergroten
Les 7 Kind en omgeving Het individu in de context Kind en omgeving Het individu in de context.
Opvoeden.
Sociale ontwikkeling 2 Sociale cognitie en gedrag sekserollen
Kind in ontwikkeling deel A Thema 3 Adolescent
Week 7 Twee weken over de sociale ontwikkeling : de ontwikkeling van het individu in relatie tot de sociale omgeving Interactie met anderen, mensen reageren.
Jeugdcultuur week 6 Specifieke groepen het experimenteer gedrag voorbij.
Ook6/7.
Opvoeding en pedagogiek
Pedagogische theorieën
WEEK 5 Pedagogische theorieën. Wat gaan we doen Presentatie van de opdracht rondom sensitieve responsiviteit. Power point hoofdstuk 4 kijken en luisteren.
+ Kind in ontwikkeling deel A Thema 2 Jonge Kind.
Kind in ontwikkeling deel A
Kind in ontwikkeling: het jonge kind
Ontwikkeling en de basisschool
College 3; persoonlijkheid en zelfstandigheid. Programma  Persoonlijkheid  Zelfstandigheid.
Ontwikkeling van het jonge kind
Thema jongeren en de publieke ruimte : social media/de digitale leefwereld.
Ontwikkeling en de basisschool
opvoeden en pedagogiek
Kind in ontwikkeling deel A
College 3; persoonlijkheid en zelfstandigheid.  Persoonlijkheid  Zelfstandigheid.
 Schoolleeftijd 3  6-12 jaar 4  Geheugen – KTG/werkgeheugen, snelheid  Aandacht - selectief  IQ – Binet-Spearman-Gardner  Executieve functies.
Kind in ontwikkeling deel A Thema 3 Adolescent
Levenslooppsychologie Hoorcollege 8
Levenslooppsychologie werkcollege 5
Levenslooppsychologie Hoorcollege 3
Kind en omgeving Het individu in de context
Oefententamen Twee groepen Iedereen geeft antwoord; A, B, C of D
Levenslooppsychologie werkcollege 3 Jennifer de Vries-Aydogdu Med.hro.nl/vrije
Levenslooppsychologie Hoorcollege 5
Jennifer de Vries-Aydogdu med.hro.nl/vrije
Levensbeschouwelijk leren
 GEEN EINDPRESENTIE! (eindopdracht actualiteiten)  Week 6: College Kleutertijd en schoolleeftijd  Week 7: presentatie expertgroepen en verwerkopdracht.
Kind in ontwikkeling deel A Thema 3 Adolescent
Opgroeien adolescent Les 2 schpa. Programma les Bespreken opdracht 1 Theorie behandelen Subgroepen sociologen.
+ Oefententamen Vraag 1: Plasticiteit is: A: Een specifieke tijd in de ontwikkeling waarin een bepaalde gebeurtenis de grootste gevolgen heeft B: De mate.
De kracht van positief opvoeden
Sowebatraining bovenbouw. Doel van de Sowebalessen! Het aanleren van sociaal competent gedrag en de daarbij behorende vaardigheden Het aanleren van sociale.
 Ontspan, doe je ogen dicht en denk aan die ene klas waar je les aan geeft.  Je staat voor de klas, je kijkt rond, je kijkt de leerlingen een voor een.
MOTIVATIE. Dromen en Idealen Jongeren dromen en hebben idealen.
Ontwikkelingspsychologie Ontwikkelingspsychologie = de psychologie van de ontwikkeling van de persoonlijkheid.
Niet- confessionele Zedenleer. Wat is Niet- confessionele Zedenleer? (NCZ) = Zedenleer, maar niet gebaseerd op geloof, niet zomaar iets als waar aannemen.
Verhage, H. (2005). Coachend opvoeden. Soest: Uitgeverij Nelissen.
Ontwikkeling van de adolescent Identiteitsontwikkeling
Vertrouwen opbouwen SESSIE 17.
Les 3 groepsdynamica en klassenmanagement
Adolescentenpsychologie en leerlingbegeleiding
Ontwikkelingspsychologie
Ontwikkelingspsychologie
Transcript van de presentatie:

Les 5 Twee weken over de sociale ontwikkeling : de ontwikkeling van het individu in relatie tot de sociale omgeving Interactie met anderen, mensen reageren op elkaar

De vraag: Wie ben ik? Wat betekent deze vraag voor kinderen in verschillende leeftijden? De allereerste stap is het besef dat er een ‘ik’ bestaat Tijdens de adolescentie is dit het thema: identiteitsontwikkeling Erikson

Van zelfbesef naar zelfkennis Een baby neemt egocentrisch waar- Piaget Dat egocentrisme is het eerste besef van een eigen bestaan Sensitiviteit van opvoeder beïnvloedt het ontstaan van zelfbesef- begin van competentie Herkenning spiegelbeeld Gebruik van het woord ‘ik’ Begin van autonomie

zelfbeschrijving Kind-volwassene Jongen-meisje Kleuter: uiterlijke kenmerken Basisschoolkind: vaardigheden Adolescent: abstracter en nuance (vergelijk Piaget stadium van formeel operationeel denken)

Zelfvertrouwen/zelfwaardering Ontwikkeling van competentie 0-4 jaar Prestatiemotivatie: intrinsiek / extrinsiek Belang veilige hechting, stimulerende omgeving, ruimte om te experimenteren Consequenties voor goede kinderopvang?

zelfvertrouwen Interne / externe attributie : waardoor slaag ik wel of niet? Prestatiemotivatie is voorwaarde om een doel te bereiken: succes is voorwaarde om motivatie in stand te houden Door succes stijgt zelfwaardering en neemt zelfvertrouwen toe Realistisch beeld van eigen kunnen

Erikson Adolescentie als belangrijke fase voor identiteitsontwikkeling 4 voorwaarden om van eigen identiteit te kunnen spreken: 1. continuïteit en samenhang 2. wederzijdsheid( hoe ziet een ander mij) 3. zelfacceptatie 4. idealen (levensdoel)

Ontwikkelingsfasen volgens Erikson Vertrouwen – wantrouwen : hoop Autonomie – schaamte en twijfel: wilskracht Initiatief – schuld : doelgerichtheid Vlijt – minderwaardigheid: competentie Identiteit – identiteitsverwarring : loyaliteit

Individuele verschillen Fasen tijdens identiteitsvorming Erikson Identiteitsverwarring Identiteitsblokkade :Fore closure Experimenteren en identificeren commitments

Hfst 10:Morele ontwikkeling Principes voor goed en slecht Rationele en emotionele argumenten In opvoeding is moreel besef belangrijk Hoe leert een kind dat? Belang van regels – voorspelbaarheid Verschillende visies : Piaget en Kohlberg

Piaget Observeerde hoe kinderen op verschillende leeftijden omgingen met regels kleuters: absoluut omgaan met regels Vanaf 7 jaar: inzicht in het hoe en waarom van regels Oudere kind: relativeert regels Ego-centrisme en perspectief nemen

Niveau’s Kohlberg Pre conventioneel Conventioneel Post conventioneel Verschil moreel oordelen en moreel handelen

Kohlberg’s fasen van morele ontwikkeling Stadium 1. Preconventionele moraal directe consequenties, gericht op zelf, straf vermijden, wat heb ik er zelf aan? Stadium 2. Conventionele moraal Wat vindt de maatschappij goed? Wat is in het algemeen aanvaard. In stand houden van maatschappelijke orde. Stadium 3. Postconventionele moraal Goed en slecht zijn universele en individuele principes, er zijn geen duidelijke regels, per situatie en per persoon afhankelijk. Wat is goed voor de mensheid, de aarde, het universum?

Invloed omgeving Sociale leertheorie Bandura: norm internalisatie Welke straf is effectief? Egoveerkracht en ego controle ( zie hfst 8.6.3) Richtlijnen voor opvoeders?

Volgende week Tweede deel over sociale ontwikkeling, Lees hoofdstuk 11 en 12

Jongens zijn agressiever dan meisjes