Hoofdstuk 2 Nederlandse rivieren en waterproductie
Paragraaf 1 Het Nederlandse rivierenlandschap Van bron tot monding Nederland: stroomgebied van vier grote rivieren - Eems - Rijn - Maas - Schelde Meeste vervuiling bij riviermonding
Waterstand in de zomer hoger dan in de winter 2. Regenrivieren Soorten rivieren 1. Gletsjerrivieren • Smeltwater van gletsjers Waterstand in de zomer hoger dan in de winter 2. Regenrivieren Laag waterpeil in droge tijden Meeste Nederlandse rivieren 3. Gemengde rivieren Smeltwater, regenwater en grondwater • Bovenloop: vooral smeltwater • Benedenloop: regenwater en grondwater
Variaties in afvoer 1. Debiet: hoeveelheid water per seconde 2. Regiem: verdeling van hoeveelheid water over een jaar
Paragraaf 2 De Nederlandse strijd tegen water Wateroverlast in Nederland • Rivierenlandschap: vroeger jaarlijks overstromingen Stilstaand water: sedimentatie van grondsoorten - zand: oeverwallen - klei: komgronden Rivierenlandschap: risicogebied
- sommige polders: boezem Rivierdijken - zomerdijk - winterdijk Strijd tegen water • Polders - westen en noorden - dijk eromheen - bemaling - sommige polders: boezem Rivierdijken - zomerdijk - winterdijk - uiterwaard • Overloopgebieden
Ook watertekorten Perioden van droogte - zomerdroogte - voorjaarsdroogte Irrigatiesystemen - risico op verzilting
Paragraaf 3 Waterbeheer en transport Verdergaande strijd tegen water • Dijkverlegging • Dijkverhoging • Uiterwaardafgraving • Nevengeulen • Kribverlaging
Waterbeheer belangrijk voor transport - veel binnenvaartschepen • Rijkswaterstaat is verantwoordelijk - veel binnenvaartschepen - afspraken met andere landen - soms: conflicten
- dijken waar geen duinen zijn (zeewering) Watersnoodramp - 1953 Kustverdediging • Getijden (eb en vloed) kunnen de kust beschadigen - dijken waar geen duinen zijn (zeewering) Watersnoodramp - 1953 - Zuidwest-Nederland - project voor kustverdediging: Deltawerken
Paragraaf 4 Drinkwaterwinning en watergebruik Watergebruik in Nederland Verschillende functies - drinkwater - landbouw: irrigatie - industrie: proceswater, koelwater Dagelijks watergebruik per persoon: 120 liter - rijken gebruiken minder dan armere mensen - alleenstaanden gebruiken per persoon meer dan gezinnen Watergebruik in landbouw en industrie is afgenomen
Waterwinning in Nederland Drinkwaterwinning door waterleidingbedrijven in een waterwingebied Grondwaterwinning - meest gebruikt - goede kwaliteit - nadeel: verdroging Oppervlaktewaterwinning - Maas, Amsterdam-Rijnkanaal, spaarbekkens - meer verontreiniging, dus duurder Duinwaterwinning - zoetwaterzak - filterende werking duinzand
Regionale verschillen Landinwaarts: grondwater - zandgronden - goede kwaliteit - bereikbare diepte Langs de kust: oppervlaktewater - grondwater staat in contact met brak water - veel oppervlaktewater beschikbaar