En rekenen met variabelen Bijzondere producten. Variabele: rekenen met variabelen een variabele is een letter die een getal voorstelt. de letters a, b,

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
H1 Basis Rekenvaardigheden
Advertisements

Digibordlessen rekenen mijn huis
Vraag en aanbod H1. Vraag van de consument Over het algemeen geldt dat consumenten minder gaan kopen van een product als de prijs hoger wordt. Er bestaat.
Hoofdstuk 9 havo KWADRATEN EN LETTERS
Voorbeeld a5a · 4b = 20ab b-5a · 4a = -20a 2 c-2a · -6a = 12a 2 d5a · -b · 6c = -30abc e-5b · 3a · -2 = 30ab f-2 · -a = 2a opgave 1 a7a + 8a = 15a b6a.
Vergelijkingen van de vorm AB = 0, A2 = B2 en AB = AC
Maateenheden Liters.
Verhoudingstabel Er is een voorraad laxeermiddel. Die oplossing bevat 15% natriumsulfaat. Dit betekent: 15 gram per 100 mL oplossing. Kinderen krijgen.
H1 Experimenteel onderzoek
Massa’s en massaverhoudingen bij een chemische reactie
VEELTERMEN BLADWIJZERS: GETALWAARDE OPTELLEN EN AFTREKKEN
Opgave 6 a–8–5– a – 6–30–21–9– · –8 – 6 =3 · –5 – 6 =3 · –1 – 6 =3 · 0 – 6 =3 · 3 – 6 =3 · 7 – 6 =3 · 11 – 6 = opgave 5 aPeter verdient.
Rekenen Hoofdstuk 9.
Vertraging Bij een vertraging gaat de snelheid steeds verder achter uit. De vertraging geef je weer met de letter a. Als a= 3 m/s2 is dan neemt de snelheid.
De bordjes methode 8 x a Het bordje
Letterrekenen K. van Dorssen.
1.2 en 1.3 Kevin van Dorssen.
2.1 Rekenen K. van Dorssen.
Hoofdstuk 2 K v Dorssen.
Hoofdstuk 9 havo KWADRATEN EN LETTERS
ware bewering niet ware bewering open bewering
Heel kleine getallen.
§1.4 Waar kies je voor? In deze PowerPoint-presentatie leer je over:
Het kwadraat van een getal
5.1 Hoeveel kost dat? Afzet is het aantal producten dat een bedrijf verkoopt. Vermenigvuldig je de afzet met de verkoopprijs (excl. btw) dan weet je wat.
Deelbaarheid.
Hoofdrekenen: kommagetallen vermenigvuldigen
havo B Samenvatting Hoofdstuk 7
Toveren met kommagetallen
Exponentiele groei en procenten En weer een opdracht uit het huiswerk.
Rekenen.
Procenten Cursusjaar Gecijferdheid 4 Les 2 Procenten Cursusjaar
Rekenen met variabelen. Variabele: rekenen met variabelen een variabele is een letter die een getal voorstelt. de letters a, b, c, n, p, q, x, y en z.
Arbeidsintensief/kapitaalintensief
Stelsels van vergelijkingen H5 deel 3 Hoofdstuk 10 Opgave 61, 62, 63.
Les 3 - Operators Workshop Php Basic. ICT Academy Php Basic Content Operators Wiskundig Toewijzing Vergelijking.
Blok 1A Quiz week 1. 1 Welk getal hoort tussen 101 – 200? AB CD Waar horen de andere getallen?
TO = P*Q TO = 8q TO = Totale opbrengst q = hoeveelheid 8 = de prijs qTO
Toegepast rekenen HEO Algebra. Rekenen met letters Bedrijf rekent €20 voorrijkosten en € 50 per uur voor arbeid. Kosten bedragen: €20 + € 50 * aantal.
Wiskunde voor Engineering HU / Boswell Bèta 11 augustus.
Stappenplan rekenen stap 1: LEZEN stap 2: kloppende reactievergelijking stap 3: molecuulmassa’s stap 4: massaverhouding stap 5: verhoudingstabel stap 6:
Wat is algebra? Rekenen is het werken met getallen. Er zijn vier hoofdbewerkingen: optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. Verder ken je de bewerkingen.
Exponentiele toename en afname
Cijferen 5de leerjaar.
Wat is het grootste getal
Les 4 : rekenen met tabellen
Rekenen met procentuele afname
Hoofdstuk 5 Les 6: Markten.
2.4 Breuken vermenigvuldigen en delen Delen door een breuk
Machten vermenigvuldigen HAVO
Rekenen Les 5: vermenigvuldigen en delen Les 6: Afronden met breuken en kommagetallen.
2.4 Uitgebreide balansmethode Vergelijkingen oplossen VMBO-GT
7.2 Buiten haakjes brengen Zo veel mogelijk factoren
Bewerkingen 5de leerjaar.
Rekenen Les 5: vermenigvuldigen en delen Les 6: Afronden met breuken en kommagetallen.
Hoofdstuk 12 cijferen. Hoofdstuk 12 cijferen Paragraaf 12.1 Optellen en aftrekken.
Hoofdstuk 5 Les 3: Markten.
De distributieve eigenschap
Hoofdstuk 9 Handig rekenen 1. Hoofdstuk 9 Handig rekenen 1.
Rekenen met letters Rekenen met letters Rekenen met letters
Breuken delen Breuken delen Breuken delen © André Snijers.
Een product en een quotiënt tot een macht verheffen
Voorkennis Wiskunde Les 3 Appendix §A.5 en A.6.
Bijzondere verhoudingen
Voorkennis Wiskunde Les 1 Appendix §A.1 en A.2.
What is dimension?.
Bewerkingen met natuurlijke getallen
Merkwaardig product: kwadraat van een tweeterm
Vergelijkingen van de vorm ax = b oplossen
Transcript van de presentatie:

en rekenen met variabelen Bijzondere producten

Variabele: rekenen met variabelen een variabele is een letter die een getal voorstelt. de letters a, b, c, n, p, q, x, y en z worden vaak als variabele-naam gebruikt. n staat vaak voor ‘aantal’ p staat vaak voor ‘prijs’ q staat vaak voor ‘hoeveelheid’

Variabele: rekenen met variabelen een variabele is een letter die een getal voorstelt. de letters a, b, c, n, p, q, x, y en z worden vaak als variabele-naam gebruikt. n staat vaak voor ‘aantal’ p staat vaak voor ‘prijs’ q staat vaak voor ‘hoeveelheid’

Variabele: rekenen met variabelen een variabele is een letter die een getal voorstelt. de letters a, b, c, n, p, q, x, y en z worden vaak als variabele-naam gebruikt. n staat vaak voor ‘aantal’ p staat vaak voor ‘prijs’ q staat vaak voor ‘hoeveelheid’

Variabelen vermenigvuldigen a * b = ab x * y * z = xyz b * 2 = 2b (2 * a ) + (2 * b) = 2a + 2b a * a = a² a ( a + 1 ) = a² + a

Variabelen vermenigvuldigen a * b = ab x * y * z = xyz b * 2 = 2b (2 * a ) + (2 * b) = 2a + 2b a * a = a² a ( a + 1 ) = a² + a

Variabelen vermenigvuldigen a * b = ab x * y * z = xyz b * 2 = 2b (2 * a ) + (2 * b) = 2a + 2b a * a = a² a ( a + 1 ) = a² + a dus x*2*y = 2xy

Variabelen vermenigvuldigen a * b = ab x * y * z = xyz b * 2 = 2b (2 * a ) + (2 * b) = 2a + 2b a * a = a² a ( a + 1 ) = a² + a

Variabelen vermenigvuldigen a * b = ab x * y * z = xyz b * 2 = 2b (2 * a ) + (2 * b) = 2a + 2b a * a = a² a ( a + 1 ) = a² + a

Variabelen vermenigvuldigen a * b = ab x * y * z = xyz b * 2 = 2b (2 * a ) + (2 * b) = 2a + 2b a * a = a² a ( a + 1 ) = a² + a

Variabelen vermenigvuldigen a * b = ab x * y * z = xyz b * 2 = 2b (2 * a ) + (2 * b) = 2a + 2b a * a = a² a ( a + 1 ) = a² + a

Variabelen vermenigvuldigen a * b = ab x * y * z = xyz b * 2 = 2b (2 * a ) + (2 * b) = 2a + 2b a * a = a² a ( a + 1 ) = a² + a

Variabelen vermenigvuldigen a * b = ab x * y * z = xyz b * 2 = 2b (2 * a ) + (2 * b) = 2a + 2b a * a = a² a ( a + 1 ) = a² + a 3* a = 3a 2* a = 2a 1* a = 1a 1* a = a