Evolutie les 2 Aanwijzingen over de evolutie van het leven
Fossielen Fossielen= versteende overblijfselen van organismen, of afdrukken van organismen in gesteenten ( reconstructie archaeopteryx)
Ontstaan van fossielen Resten mogen niet wegrotten. Sedimenten= afzettingslagen (klei, zand)
fossiliseren Moet snel gebeuren Veel schelpen, weinig “zachte”dieren. Barnsteen= hars veel insecten
Reconstructie Fossielen worden in stukjes gevonden. onderzoekers proberen een voorstelling te maken, hoe het dier eruit heeft gezien.
Sedimenten/ gesteentelagen. 1. Sedimenten moeten worden afgezet op de bodem van de zee, die vervolgens verharden na langdurig aanhoudende druk. 2. De aardlagen worden vervolgens door tektonische processen opgeduwd en gekreukeld (gevouwen). 3. Uiteindelijk moeten de bergtoppen worden afgesleten tot een min of meer effen vlak. 4. Daarna moeten de aardlagen weer tot onder zeeniveau zakken zodat er nieuwe aardlagen bovenop afgezet kunnen worden.
Argumenten voor evolutie 1.Overeenkomst in bouw 2.Rudimentaire organen 3.Vereenkomst in embryonale ontwikkeling 4.Overeenkomst in cellen en celeigenschappen. 5.DNA
1. Overeenkomst in bouw Aan de botten van dieren kan je zien dat we waarschijnlijk dezelfde voorouder hebben gehad.
3.Rudimentaire organen Door aanpassing aan het milieu kunnen sommige organen langzaam verdwijnen Toch zijn er soms nog resten zichtbaar.
3.Rudimentaire organen 2 60 miljoen jaar geleden liepen de walvissen op het land
3.Vereenkomst in embryonale ontwikkeling
4. Overeenkomst in cellen en celeigenschappen Dezelfde manier van delen. Veel overeenkomsten in bouw.
5.DNA Overeenkomst in samenstelling van DNA wijzen er op dat we dezelfde voorouder hebben.
opdrachten Maken: opdracht 4 t/m 8 Handboek blz. 207 t/m 211 succes!