18e en begin 19e eeuwse esthetica

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Friedrich Schiller: Esthetica en vrijheid
Advertisements

Romantiek intro.
Verlichtingsdenker: vertrouwen in de rede
Filosofie Op HAVO en VWO.
Klassiek compatibilisme
Ethiek Welkom! Waarden & normen kritisch bekeken.
Vrijzinnig Humanisme.
Precht 2 Blz 53 t/m 101.
Welkom op TOV!. bidden Geloof & gevoel ‘ik merk niks van God’
Ethiek van de techniek Jan van der Stoep.
Maarten Steenhagen KUNSTFILOSOFIE COLLEGE 2 EEN FILOSOFISCHE BENADERING VAN DE KUNSTEN DE NABOOTSINGSTHEORIE Maarten Steenhagen.
Maarten Steenhagen KUNSTFILOSOFIE COLLEGE 4 EEN FILOSOFISCHE BENADERING VAN DE KUNSTEN FORMALISME Maarten Steenhagen
Gedrag Spiritualiteit GOD Identiteit eigen vrije wil geweten
Hoofdstuk 4: Pruiken en Revoluties
De verlichting Paragraaf 2.
Termen Sterke waardering= persoonlijke keuzes die iemand maakt en die zijn andere waardering richting geven (maatstaf) blz40 Hyperwaarde= cultureel bepaalde.
hoe autismevriendelijk ben ik
Redelijkheid en lichamelijkheid Marc Slors. Wat ik wil gaan beweren.....
Arthur Schopenhauer Pessimisme: de som van het lijden hier op aarde is groter dan die van het geluk.
Zijn mensen vrij of is dat een illusie?
Egoïsme Trasymachus: immoreel gedrag uit eigenbelang
Culturele stromingen Culturele ontwikkeling is een proces van opeenvolging en afzetten tegen. Literatuur is het product van een cultuur: het geeft (indirect.
Moderne Kunst.
KUNSTFILOSOFIE COLLEGE 1 EEN FILOSOFISCHE BENADERING VAN DE KUNSTEN
Esthetica - moderne periode I: Kant
Schelling / Hegel: Romantische / idealistische esthetica
Het system der ken-/gemoedsvermogens. Historische context: Winckelmann; Lessing Johann Joachim Winckelmann : Ideeën over de navolging van de.
Maarten Steenhagen KUNSTFILOSOFIE COLLEGE 3 EEN FILOSOFISCHE BENADERING VAN DE KUNSTEN EXPRESSIETHEORIE Maarten Steenhagen.
Wat doen ze me nou...? Jan Bransen Publiekslezing, 7 april 2010.
Onderwijs en democatisch burgerschap
The art of game design Hoofdstuk 20 en 21.
Sofrologie Monique delbar
Over verlichte denkers en hun ideeën
B Het goede ….(en het kwaad)
Goed Bezig Het ABSOLUTE ? Georg W.F. Hegel ( ) De wereld heeft een doel Er zijn eeuwige waarden & ideeën Deze ontwikkelen zich lineair Doel is.
Conditioneel Compatibilisme
Inleiding Filosofie en Ethiek Vierde Bijeenkomst: De tweede wetenschappelijke revolutie (2) Dinsdag 28 september 2004.
TEKST 13 SAMENWERKING IN HET ALGEMEEN
GRENZELOOS MAAR DOELGERICHT Een min of meer sociologische kijk op cultuureducatie in “a new modernity that is global from scratch”
Wie ben ik en zo ja hoeveel?
MENSELIJKE ONTWIKKELING OUDER-KIND RELATIE 0 – 3 JAAR
College 4 Kennisleer.
Achttiende en negentiende eeuw
Wie is God? Kun je Hem kennen? Wat kunnen wij van Hem weten?
Echt of Onecht Is alles wat vroeger rechtstreeks werd ervaren in de hedendaagse media maatschappij vervangen door simulaties? Of maken reproductie en imitatie.
Ellen Govaerts, Two Roads
H4:§ 6:p79-80 Rationeel optimisme Onderzoekers (lees: verlichters) in de 18e eeuw vormen een andere visie op onderzoek en kijk op de wereld Met verstand.
Inleiding in de Module R. Hoijtink. Met welke gevoelens associeer je deze beelden? Vrijheid, vakantie, succes, natuur, avontuur, rust. Kortom alles wat.
Algemene Sociologie PA – B1
Door te denken, te hopen en te geloven, kom je vaak het grote verdriet te boven. Muziek : Helmut Zacharias – Tanzen Möcht’ Ich.
Context 4 Verlichtingsideeën en de democratische revoluties
Context 4 Verlichtingsideeën en de democratische revoluties
TRANSACTIONELE ANALYSE Kwaliteit van de hulpverleningsrelatie.
Een onderdeel van neuro linguistic programming
Waarom zou ik geloven? Een uitnodiging om na te denken over je geloof Philip Nunn - De Bron Deel #1: 1 nov 2105 Deel #2: 22 nov 2105.
Beroepshouding en beroepscode
Boedhisme: Het Leven van Sidartha Gautama De Dharma: De Leer.
Talentgebieden – Interesses –Leervoorkeuren
Inzoomen op de competenties  Beantwoord de volgende vragen: -Wat zijn competenties? -Wat is de norm? -Waarom kijken we naar competenties in een procesgericht.
Niet- confessionele Zedenleer. Wat is Niet- confessionele Zedenleer? (NCZ) = Zedenleer, maar niet gebaseerd op geloof, niet zomaar iets als waar aannemen.
Training praktijkbegeleider Rol van de begeleider Regio Scouting Zeeland.
Ethische Visies.
Het Verhalenhuis Talentontwikkeling voor 80+
Identiteit en Zelfregie
Een energetisch tijdperk: natuurwetenschap in de negentiende eeuw.
V5 Romantiek.
Les 3 Lezen 4.2, 4.3 en 4.4.
REALISME Kunstenaars uit de romantiek proberen de werkelijkheid om te buigen naar droom- en/of ideaalbeelden. In het Realisme ontstaat een vorm van beschrijvende.
Wetenschappelijke Revolutie, Verlichting en Franse Revolutie
How to Kijken naar kunst Procesgericht werken stimuleren.
Transcript van de presentatie:

18e en begin 19e eeuwse esthetica Van klassiek naar Romantiek

18e eeuw Rationaliteit Filosofie Nadenken over politiek, natuur en recht Maar ook over kunst Wat is kunst eigenlijk? Van rationeel (18e eeuw) naar emotioneel (19e eeuw)

Esthetica Vier benaderingswijzen Mimetische standpunt, representatie van de werkelijkheid Idealistische mimese, afbeelding van het ideale Naturalistische mimese, zichtbare werkelijkheid Expressionistische standpunt, geest van de kunstenaar Formalistische standpunt, werkimmanente kwaliteiten Kantiaanse standpunt, relatie kunstwerk / toeschouwer

Esthetica Wat is schoonheid Wat is een esthetische ervaring? Van de natuur? Van kunst? Wat is een esthetische ervaring? Waarop is een esthetisch oordeel gebaseerd? Wat is subliem?

Denkers Earl of Shaftesbury Francis Hutcheson David Hume Edmund Burke Immanuel Kant Friedrich von Schelling Georg Hegel Arthur Schopenhauer

Anthony Ashley Cooper 3rd Earl of Shaftesbury (1671–1713)

Shaftesbury Schoonheid Ligt niet in de mensen, maar in de objecten, zoals die door God bedacht zijn Harmonie, proportie of orde Drie hiërarchieën: Fysieke dingen, zoals kunstvoorwerpen Menselijke geest, zoals intelligentie Soevereine schoonheid, die ligt bij God

Shaftesbury Esthetisch oordeel Staat los van eigenbelang Onduidelijk: esthetisch oordeel emotioneel of rationeel? Begint instinctmatig, maar vergt training om de smaak te ontwikkelen

Shaftesbury Deugdzaamheid = schoonheid  beide positieve reactie Deugdzaamheid = morele schoonheid  moreel persoon maakt de wereld beter Koppeling tussen het goede en het schone  beide komen van God

Francis Hutcheson (1694-1746)

Hutcheson Inquiry concerning Beauty, Order, Harmony and Design (1725) Zintuig voor schoonheid, harmonie en proportie Zintuig werkt als een reflex Intern zintuig Op zoek naar universele waarheden Schoonheid en moraal

David Hume (1711-1776)

Hume Of the standard of taste (1757) Schoonheid is geen eigenschap van objecten Schoonheid vindt zijn basis in de mens Iedereen heeft een esthetisch oordeel, maar deze zijn niet eenstemmig Esthetisch oordeel komt na contemplatie  verschil tussen schoonheidservaring en oordeel over schoonheid

Hume Kunst kent een rangorde Wat is de maatstaf? Kwaliteiten van objecten roepen gevoelens op Iemand met smaak is gevoelig Over smaak valt niet te twisten, maar we doen dat wel

Hume Noodzakelijk om tot een oordeel te komen Gezond functionerend apparaat of orgaan van de smaak Delicaat en verfijnd onderscheidingsvermogen Oefening Onbevooroordeeld zijn Kunnen vergelijken

Hume Alle aspecten van de schoonheid beschouwen Een volledig beeld van de compositie Weten wat het doel van het werk is Inhoudelijk geen raadsels opleveren

Edmund Burke (1729-1797)

Burke A philosophical enquiry into the origin of our ideas of the sublime and beautiful (1757) Het leven bestaat uit arbeid, plichten en gezag Schoonheid zorgt voor genoegens in het leven Schoonheid is onderdeel van smaak, net als conversatie, kleding, woninginrichting, interesse in filosofie

Burke Schoonheid Is aangenaam Ontspanning Welbehagen Gaat makkelijk over in frivoliteit Zoet in de mond, aangenaam om te voelen, geruststellend

Burke Sublieme Is niet de overtreffende trap van schoonheid Is onaangenaam Zorgt voor pijn Zoeken we steeds op, hoe onaangenaam ook Zorgt voor intens genot Overweldigend Heeft niets met deugdzaamheid te maken Delightful horror

Burke Ervaringen van schoonheid en het sublieme zijn Twee verschillende dingen Berusten niet op willekeurige associaties Geen kwestie van persoonlijke smaak

Burke Als het sublieme niet goed hoeft te zijn… Moet het schone dan wel goed zijn? Nee, het schone en het goede worden losgekoppeld

Immanuel Kant (1724-1804)

Kant Kritik der Urteilskraft (1790) Esthetisch oordeel Belangeloos welbehagen: interesseloses Wohlgefallen Maakt aanspraak op algemeenheid Doelmatigheid zonder doel Exemplarische noodzakelijkheid

Kant Belangeloos welbehagen Geen persoonlijke voorkeur Nutteloosheid van kunst  een nuttig ding is geen kunst

Kant Aanspraak op algemeenheid Subjectieve ervaring Iedereen moet het er mee eens zijn: subjectieve algemeenheid ‘Dit is een mooi kunstwerk’

Kant Doelmatigheid zonder doel Wat is het doel van kunst? Esthetische ervaring Nou en?

Kant Exemplarische noodzakelijkheid Er zijn geen vaste regels voor kunst Ieder kunstwerk moet apart beoordeeld worden

Kant Overeenkomsten schoonheid en sublieme Het bevalt vanwege zichzelf Reflecterend oordeel Verbeeldingskracht + ratio Individuele oordelen maken aanspraak op algemeen geldigheid

Kant Schone Sublieme Begrensd Onbepaald verstandsbegrip (mooi, goed, aangenaam) Welbehagen Lijkt doelmatig Begrip lijkt mogelijk Je kunt er kennis over hebben Onbegrensd Onbepaald redebegrip (God, vrijheid, onsterfelijk) Bewondering Volstrekt ondoelmatig Onbegrip Pure verbeeldingskracht

Friedrich von Schelling (1775-1854)

Schelling System des transzendentalen Idealismus (1800) Het absolute is niet te beschrijven Objectief + subjectief = absoluut Esthetische ervaring = ervaring van het absolute

Schelling Kunstwerk Absolute identiteit van geest en natuur Natuur: onbewust voortgebracht Geest: bewust voortgebracht Geen scheiding tussen werkelijke en ideële wereld Kunst overtreft de werkelijkheid

Georg Wilhelm Friedrich Hegel (1770-1831)

Hegel Ästhetik (1835) Schoonheid van de natuur doet niet ter zake Kunst is visie, geen imitatie Kunst gaat op zoek naar universele waarheden Kunst staat op gelijke voet met religie en filosofie

Hegel Natuur is noodzakelijk om van kunst te genieten Kunst bestaat uit zintuiglijke waarnemingen Kunstenaar moet hoger grijpen Gedachte is hoger dan de zinnelijke wereld

Hegel Voor het eerst is er sprake van dat het sublieme niet uitsluitend tot de natuur gerekend wordt.

Arthur Schopenhauer (1788-1860)

Schopenhauer Die Welt als Wille und Vorstellung (1819) De mens is niet vrij Alles staat met elkaar in verband De wereld wordt geregeerd door de wil Pessimistische visie

Schopenhauer Het leven kent geen vrije wil Dat wij er zijn, hebben wij niet zelf gewild  het is gewoon gebeurd Alles gebeurt gewoon!

Schopenhauer Esthetische ervaring Zorgt voor ontsnapping aan de wil Lijkt op staat van nirwana Vooral muziek

Schopenhauer Voor het eerst expliciete koppeling sublieme en kunst Sublieme kunst  opheffing van de wil Opheffing van de wil  ontsnapping aan levensdriften Ontsnapping aan levensdriften  eenwording met de wereld Eenwording met de wereld  subliem gevoel

Gevolgen voor de kunst Kunst moet subliem zijn i.p.v. laten zien Kunstenaar als genie i.p.v. als vakman Originaliteit i.p.v. navolging Vrijheid i.p.v. regels Emotioneel i.p.v. rationeel Fantasie i.p.v. klassiek

Henri Fuseli, De nachtmerrie (1781)

Jacques-Louis David, Napoleon (1800)

Théodore Géricault, De garde-officier (1812)

Francisco Goya, 3 mei 1808 (1814)

Théodore Géricault, Het vlot van de Medusa (1819)

John Constable, De kathedraal van Salisbury (1829)

Eugène Delacroix, Vrijheid leidt het volk (1830)

Joseph Turner, slavenhandelaren gooien dode en stervende slaven overboord (Het slavenschip) (1840)

That’s all folks!