INFORMATIEVAARDIGHEDEN SAW B.Wydooghe L. Gheysen C. Neckebroeck
INFORMATIEVAARDIGHEDEN MODULE II INFORMATIE ZOEKEN
1) wat wil je te weten komen? – Definiëren, afbakenen vragen stellen 2) exploratief zoekproces – Welke informatie opzoeken? – Waar informatie opzoeken? – Sleutelbegrippen – Zoektermen Zoektermen combineren 3) gericht zoekproces Zoekopdracht formuleren Antwoord
Vertrekpunt: onderwerp/thema – Hoe concreter hoe beter! – Onderwerp (thema) zoektermen Belangrijk: formuleer thema aan de hand van een vraag/vragen – Wat wens je over dat onderwerp te weten te komen? Hoofdvragen en deelvragen ( structuur aan de tekst) – Antwoord: eindconclusie van tekst – Zoek efficiënt relevante informatiebronnen op om vragen te beantwoorden Het antwoord is te vinden in de opgezochte informatiebronnen – Denk logisch na: welke informatiebronnen zijn het meest geschikt? » Hoe spoor ik deze zo efficiënt mogelijk op? Zoekopdracht formuleren
De basis van elk degelijk opgezet (literatuur)onderzoek betreft een probleemstelling Een probleemstelling bevat een aantal componenten – AANLEIDING van onderzoek over een bepaald onderwerp hoe ben jij of opdrachtgever ertoe gekomen om over een bepaald onderzoek iets te onderzoeken, iets te weten te komen? – Waarom wens jij of een opdrachtgever een onderzoek te voeren? Wat moet het onderzoek opleveren? Wat is de meerwaarde ervan? DOELSTELLING – Wat ga je precies over het onderwerp onderzoeken en wat niet; Wie zal je onderzoeken en wie niet? AFBAKENING – Dit alles vertaal je in concreet door het onderzoek beantwoordbare vragen ONDEROEKSVRAGEN Zoekopdracht formuleren
Soorten zoekopdrachten – Exploratieve zoekopdracht (stap 1 SADAN) Sleutelwoorden en zoektermen – Gerichte zoekopdracht (STAP2,3,4 SADAN) Je beschikt over één of meer referenties naar een specifieke bron – Cyclisch proces waarin je je zoekstrategie voortdurend moet bijsturen en waarin je best verschillende manieren van zoeken gebruikt. Zoekopdracht formuleren
De exploratieve zoektocht – Onderwerp verkennen Definiëren en afbakenen van onderwerp – Formuleer onderzoeksvragen! – Selecteer sleutelwoorden Centrale begrippen in onderzoeksvragen – kernbegrippen van je onderzoeksvraag – de basis van je zoekacties – met zo weinig mogelijk zoektermen zoveel mogelijk relevante publicaties en andere bronnen terug te vinden Daarom zijn algemene begrippen geen goede sleutelwoorden Zoekopdracht formuleren
de exploratieve zoektocht – Van sleutelwoorden naar zoektermen eerst basisinformatie opzoeken in naslagwerken Zoektermen zijn de bouwstenen van een geslaagde zoekactie. Ze kunnen op verschillende manieren in relatie staan tot je sleutelwoorden Zoekopdracht formuleren synoniemenEen synoniem van een sleutelwoord is een ander woord met (ongeveer) dezelfde betekenis. Gebruik online synoniemenlijsten/verklarende woordenboeken
de exploratieve zoektocht – Van sleutelwoorden naar zoektermen Zoekopdracht formuleren vertalingenHet grootste deel van moderne wetenschappelijke literatuur is in het Engels opgesteld. In veel databanken schiet je dan ook niet veel op met Nederlandse woorden: je vertaalt ze best in het Engels (of indien nodig in een andere taal) met behulp van vertalende woordenboeken
de exploratieve zoektocht – Van sleutelwoorden naar zoektermen Zoekopdracht formuleren Morfologische varianten Dit betreft enkelvoud of meervoud, vervoegingen van werkwoorden, trappen van vergelijking, substantief-adjectief.
de exploratieve zoektocht – Van sleutelwoorden naar zoektermen Zoekopdracht formuleren vaktermenbv. Stalking belaging Portier private bewaker Snel Belg Naturalisatie Gevangene gedetineerde … Gebruik ook vakwoordenboeken
de exploratieve zoektocht – Van sleutelwoorden naar zoektermen Zoekopdracht formuleren Engere zoektermeen term die in relatie staat tot het sleutelwoord, maar een beperktere betekenis heeft Bredere zoektermeen term die in relatie staat tot het sleutelwoord, maar een ruimere betekenis heeft Gerelateerde zoekterm een term die in nauwe relatie staat tot het sleutelwoord binnen de context van je onderwerp: bv. jeugd, jongeren ~ kinderen
zoektermen combineren – Booleaanse operatoren Zoekopdracht formuleren ANDAlle termen moeten voorkomen Zoekactie verkleinen OREen van de termen hoeft voor te komen Zoekactie verbreden NOTDeze term mag niet voorkomen Zoekactie verkleinen
zoektermen combineren – Truncatietekens: zoektermen met gemeenschappelijke woordkern, truncatieteken of wildcard om op een gemakkelijke manier al deze gelijkende zoektermen in één beweging in je zoekactie op te nemen. De twee belangrijkste truncatietekens zijn: Zoekopdracht formuleren
*De wildcard * (asterisk) gebruik je ter vervanging van geen, één of meerdere karakters. Je kan dit teken meestal enkel achteraan de woordstam gebruiken. Voorbeeld: appel* voor appel, appels, appelboom, enz. ?De wildcard ? (vraagteken) gebruik je ter vervanging van geen of één karakter. Je kan dit teken gebruiken achteraan het woord en in sommige zoekmachines ook midden in een woord. Voorbeeld: appel? voor appel en appels (maar dus niet voor appelboom), wom?n voor woman en women
zoektermen combineren – Exacte woordcombinatie Als je enkel zoekresultaten wil bekomen die de ingegeven zoektermen in exact dezelfde volgorde bevatten, plaats dan de zoektermen tussen dubbele aanhalingstekens, bv. “integrale veiligheid” – Zoekvelden aanduiden In catalogus/databank specifiek zoeken in zoekvelden bv. auteur, titel, publicatiedatum, … Van eenvoudig zoeken naar geavanceerd zoeken Zoekopdracht formuleren
indirect zoeken, gericht zoeken – Zoek verder via de bronnen in de bronnenlijst/bibliografie – Zoek verder via auteur, organisatie – Zoek verder via steeds terugkerende trefwoorden Zoekopdracht formuleren
Onderwerp ‘agressie’ – Definiëren en afbakenen Naslagwerken/encyclopedieën – Bv. Wikipedialemma – Inleidende websites – … Wat wel? Wat niet? – Sleutelwoorden – zoektermen Zoekopdracht formuleren