Pabo instroom geschiedenis

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Staatsinrichting 1 Veranderingen herkennen/ beschrijven die in 1848 werden doorgevoerd in het kiesrecht door de liberalen o.l.v. Thorbecke.
Advertisements

De staatsinrichting van Nederland.
Paragraaf 1 Russische revolutie
Opmars naar de Eerste Wereldoorlog
De gevolgen voor leerlingen en docenten Door Wibe Balt en Esther Koops
Geschiedenis van de democratische rechtsstaat in Nederland
de tijd van burgers en stoommachines
de tijd van burgers en stoommachines
de tijd van burgers en stoommachines
De Eerste Wereldoorlog: oorzaken en aanleiding
Kenmerk 40 Twee Wereldoorlogen Les 1 – Oorzaken WO I
Hoofdstuk 1: Eerste Wereldoorlog, democratie en fascisme
Wat moet je weten aan het eind van de les?
Pabo instroom geschiedenis
Goed voorbereid naar de Pabo! Studiemateriaal: - Studiopabo - Studiewijzer.
Paragraaf 2: Economische crisis
Wat moet je weten aan het einde van de les?
Wat moet je weten aan het einde van de les?
Vorige les Waarom daar? Kapitaal grootgrondbezitters
Goed voorbereid naar de Pabo!
Goed voorbereid naar de Pabo!
Pabo instroom geschiedenis
De Eerste Wereldoorlog
Pabo instroom geschiedenis
-Scheiding der machten -Gekozen parlement -Verlichte ideeën
De Grote Oorlog
Duitsland
Tijdvak 8: de negentiende eeuw - de industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving - discussies over de.
Oorlog en Vrede William Sherman: Oorlog is hel! Karl von Clausewitz:
Tijdvak 8: de negentiende eeuw
Pabo instroom geschiedenis
30De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap 36De opkomst van de politiek-maatschappelijke.
Tijd van jagers en boeren
Duitsland werd na WO-I…
Context 2: Duitsland Les 1 –
Politieke situatie Europa rond 1800
Tijdvak 7- Tijd van pruiken en revoluties ( ) Achttiende Eeuw
De sociale kwestie = het sociale probleem (dat ontstaat door de IR)
Eindexamen 2016 Oriëntatie kennis en historisch besef:
H10.2 Feminisme en socialisme
CSE 2016 Havo tijdvak I Vragen CE 2016 en KA Drs. Robert de Oude namens de havo/vwo commissie van de VGN.
5.3 Democratie in Nederland Tijd van burgers en stoommachines
Vragen filmpjes Duitsland. Deel 1: keizerrijk en Weltpolitik 1 Waardoor liep het machtsevenwicht door het ontstaan van het Duitse keizerrijk op politiek,
De tijd van burgers en stoommachines H10 Politieke strijd en emancipatie Vroegmoderne tijd 19 e eeuw Paragraaf 10.1 ‘Conservatisme en liberalisme’
Tijdvak 7 De tijd van pruiken en revoluties Paragraaf 8.3 Burgers aan de macht.
H11.2 De Eerste Wereldoorlog
Paragraaf 10.2 Emancipatie
De tijd van de pruiken en de revoluties
Tijd van burgers en stoommachines 1800 – 1900
Burgers en stoommachines 4.3 Politieke stromingen
Tijd van wereldoorlogen
De Grondwet van 1848.
Democratie in Nederland
Paragraaf 2 ‘Nationalisme’
Paragraaf 3 MODERN IMPERIALISME
Context 2: Duitsland Les 2 –
Context 4 Verlichtingsideeën en de democratische revoluties
Paragraaf 10.3 ‘Naar de verzuilde samenleving’
de tijd van burgers en stoommachines
Europa in 1914.
HOOFDSTUK 1 NEDERLAND VAN 1848 TOT 1914
Cursus 3.3 Hoe zijn rechten en plichten geregeld? Klas 2 BK Lesweek 3
Cursus 3.2 Hoe verloren vorsten hun macht Klas 2 BK Lesweek 4
Politieke stromingen 2.1 t/m 2.3.
Cursus 3.3 Hoe zijn rechten en plichten geregeld? Klas 2 KGT Lesweek 3
Wereldoorlogen en staat en natie
Cursus 6.2 : Koude Oorlog 2 KGT Lesweek 1
§3.4 De crisistijd In deze presentatie leer je over:
Ter voorbereiding op de toets van as. woensdag.
Tijd van jagers en boeren Jagers-verzamelaars -Jagen / verzamelen -Taakverdeling -Nomaden -geloof Boeren -Akkerbouw / veeteelt -Ontstaan verschillen in.
Transcript van de presentatie:

Pabo instroom geschiedenis

Vorige les Tijd van pruiken en revoluties (1700 – 1800) B.7.1 De aspirant-student kan de ontwikkeling van slavenhandel en slavernij beschrijven B.7.2 De aspirant-student kan motieven voor afschaffing van slavenhandel en slavernij Toelichten B.7.3 De aspirant-student kan denkbeelden van de Verlichting op het gebied van politiek, godsdienst en sociale verhoudingen beschrijven. B.7.4 De aspirant-student kan grondrechten en toenemende politieke invloed van de burgerij in de Franse en Bataafse revolutie beschrijven. Tijd van burgers en stoommachines (1800 – 1900) B.8.1 De aspirant-student kan uitleggen waardoor de burgerij (bourgeoisie) steeds meer politieke invloed kreeg. B.8.3 De aspirant-student kan kenmerken van de industriële revolutie beschrijven. B.8.4 De aspirant-student kan de gevolgen van de industriële revolutie voor de werk- en leefomstandigheden van arbeiders toelichten.

Belangrijke begrippen Driehoekshandel Abolutionisme Verlichting Franse revolutie Universele rechten van de mens Bataafse revolutie Bourgousie Industriële revolutie Arbeidsomstandigheden Vakbonden

Deze les Tijdvak 8 (burgers en stoommachines, 1800 – 1900) B.8.1 De aspirant-student kan uitleggen waardoor de burgerij (bourgeoisie) steeds meer politieke invloed kreeg. B.8.2 De aspirant-student kan uitleggen wat een parlementair stelsel is. B.8.5 De aspirant-student kan verbanden leggen tussen de industriële revolutie en de opkomst van emancipatiebewegingen. B.8.6 De aspirant-student kan de relatie beschrijven tussen modern imperialisme en nationalisme. B.8.7 De aspirant-student kan uitleggen waarom grondstoffen en afzetmarkten belangrijke aspecten van het modern imperialisme waren. Tijdvak 9 (wereldoorlogen, 1900 – 1950) B.9.1 De aspirant-student kan sociale, economische en politieke gevolgen van de wereldcrisis van de jaren 30 van de vorige eeuw beschrijven. B.9.2 De aspirant-student kan kenmerken van het nationaalsocialisme beschrijven.

Thema’s Sociale kwestie (emancipatie) Imperialisme & nationalisme Eerste wereldoorlog Crisis jaren 30

Gevolgen van de Industriële Revolutie Theorievorming: de `ismes’ Liberalisme Communisme Socialisme Enorme dominantie van het Westen Modern Imperialisme  strafexpeditie White man’s burden Toenemende rol van de burger Emancipatie van confessionelen Emancipatie van arbeiders Emancipatie van vrouwen Lombok-expeditie (1894)

Slechte leef en arbeidsomstandigheden arbeiders Sociale kwestie Slechte leef en arbeidsomstandigheden arbeiders

Sociale kwestie Grote verschil tussen fabrieksbazen en arbeiders leek moeilijk te doorbreken Antwoord: vakbonden

Emancipatiebewegingen Belangenvereniging voor gelijkheid bv vakbonden

Karl Marx

1848 Revolutiejaar Komst parlementair stelsel Koning Willem II onder druk Komst parlementair stelsel (burgers kunnen vertegenwoordigers kiezen) (wetgevende macht) (regering legt verantwoording af aan parlement)

Thorbecke (liberale regering) - Kleine groep mensen dat genoeg belasting betaalde mocht stemmen

Emancipatiebewegingen bleven zich inzetten

Hoe ging het in werkelijkheid? Bleek eveneens een dialectisch proces These bleef ongewijzigd: het industriekapitalisme Antithese bleek anders: de communistische leer Synthese werd dus ook anders: de sociaal-democratie Uitzondering: Rusland  volgende week Liberalisme en sociaal-democratie zijn nog steeds populair en

Stemgerechtigden

Pauze

Imperialisme & nationalisme Opdracht - Zoek uit wat beide begrippen inhouden

Imperialisme

Waarom modern imperialisme? Afzetmarkt grondstoffen Nationalisme Humaan -> wij zorgen dat het beter word (white man’s burden)

Voorbeeld van modern imperialisme Run for africa 1885 -> conferentie van berlijn Fashoda incident

Nederlands voorbeeld: Atjeh oorlogen

Indonesië B.8.6 De aspirant-student kan de relatie beschrijven tussen modern imperialisme en nationalisme. Afzetmarkt Grondstoffen verkrijgen statussymbool

Nationalisme Vorm van groepsbewustzijn die zich uit in een sterke voorkeur voor eigen volk of land.

Vandaag Tijdvak 9 B.9.1 De aspirant-student kan sociale, economische en politieke gevolgen van de wereldcrisis van de jaren 30 van de vorige eeuw beschrijven. Om dit te kunnen doen moet men de Eerste wereldoorlog begrijpen (les a.d.h.v. plaatjes)

Thema Eerste Wereldoorlog

Oorzaken Eerste wereldoorlog Militarisme Nationalisme Imperialisme Bondgenootschappen

Voorliefde voor militair vertoon Militarisme Voorliefde voor militair vertoon Uniformen, wapens, parades, discipline enz

Nationalisme

Imperialisme

Bondgenootschappen

Niet de vraag, komt er oorlog? Maar wanneer kom de oorlog? - Von schlieffenplan bestond al 20 jaar

Ten oorlog Aanleiding: Aanslag op Prins Ferdinand

Opdracht Lees de brieven en maak de vragen

Loopgravenoorlog

Duikbotenoorlog

Nederland Neutraal Veel Belgische vluchtelingen Toch werd neutraliteit enkele keren geschonden (soms compensatie)

Uitkomsten Geallieerden winnen 9 miljoen doden Russische revolutie Vrede van Versailles (Duitsland is schuldig!) Gebiedsverlies Duitsland Herstelbetalingen Mag klein legertje hebben

Oorzaken crisis Jaren 30

Sociaal/cultureel Interbellum Dolkstootlegende (verraden door revolutionairen)

Geografisch

Economische Duitsland Herstelbetalingen Minder inwoners (6,5 miljoen) Minder grondstoffen Kortom crisis

Oplossing is Dawesplan

Hoogconjunctuur Aandelen stegen Lonen stegen Arbeidsproductie steeg

Crisis Wat zijn de oorzaken van de crisis in de VS? (filmpje tot 5:20) Crisis

Oorzaken beurskrach Aandelen waren meer waard dan redelijk. Overproductie Lenen Zwarte donderdag Iedereen wilde aandelen z.s.m. kwijt

Gevolgen beurskrach VS kan geen geld meer lenen aan Duitsland Hoge werkloosheid armoede

Nederland Colijn Bezuinigingsbeleid Werkverschaffing stempelen

Duitsland sociaal Onvrede Verdrag van Versailles Economie

Leerdoelen behaald?

Tijdvak 8 (burgers en stoommachines, 1800 – 1900) B.8.1 De aspirant-student kan uitleggen waardoor de burgerij (bourgeoisie) steeds meer politieke invloed kreeg. B.8.2 De aspirant-student kan uitleggen wat een parlementair stelsel is. B.8.5 De aspirant-student kan verbanden leggen tussen de industriële revolutie en de opkomst van emancipatiebewegingen. B.8.6 De aspirant-student kan de relatie beschrijven tussen modern imperialisme en nationalisme. B.8.7 De aspirant-student kan uitleggen waarom grondstoffen en afzetmarkten belangrijke aspecten van het modern imperialisme waren. Tijdvak 9 (wereldoorlogen, 1900 – 1950) B.9.1 De aspirant-student kan sociale, economische en politieke gevolgen van de wereldcrisis van de jaren 30 van de vorige eeuw beschrijven. B.9.2 De aspirant-student kan kenmerken van het nationaalsocialisme beschrijven.