4. Leesvaardig Blz. 144 t/m 150 Blok 6. Leesvaardig Leerdoel (2f): Je weet uit de tekst de halen wat een feit of een mening is. Je kunt uit een tekst.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Uitleg lijdend voorwerp (lv)
Advertisements

Tekstdoelen Wat wil de tekst?.
How to tackle a text Vakgroep Engels.
BLOK 5 WOORDEN + OPDRACHT 1.
THEORIE LEESVAARDIGHEID IN BEELD
HET CURRICULUM VITAE = VISTEKAARTJE NUMMER 2
Zakelijk lezen Nederlands.
Uitleg bijvoeglijke bepaling (bvb)
MET DANK AAN COLLEGA’S IN DEN LANDE ! vee 2012
Proeftoets periode 1 4 havo.
3. Taalschat Blz.16 Blok 1. Blz. 16 Blz. 17 Zoekwoorden: 1 e en laatste woord op een bladzijde in je woordenboek Blz. 17 Kaas - Kaars Lach - Lat.
Beschouwing – De Laatste Tips
Samenvatting Havo 5.
Blok 6.
Blok 4 Blz Leesvaardig.
Blz. 98 Blok 4 5. Schrijfvaardig.
Hoofdstuk 3 terugblik.
Samenvatting h1-h3.
Feiten, meningen en argumenten
Inleiding, middenstuk, slot
Leesvaardigheid Hoofdstuk 1 t/m 3
inleiding leesvaardigheid Leesstrategieën & schrijfdoel
Teksten schrijven. Teksten schrijven Teksten schrijven – Waar gaat het over Onderwerp Titel Lead Tussenkopjes Illustraties Woorden vet/cursief.
Tekstverklaring Hoe doe je dat?.
Hoofdstuk 2 par 1 Schrijfdoelen.
Week 3  Inleiding attitude interview  Oefenen met attitude interview a.d.h.v. de practicum-vragen.
LAATSTE LES! 13 JANUARI WAT GAAN WE VANDAAG DOEN? Lesdoelen Leesvaardigheid Feedback geven Verrassingsles!
WOENSDAG 16 MAART VRIJDAG 18 MAART NEDERLANDS. PROGRAMMA  15 minuten lezen uit het leesboek  Bespreken werkplanner  Nakijken opdracht 3 en 4 (lezen)
Nederlands Vrijdag 11 maart 2VA.
Leesvaardig Examentraining.
Leespubliek. Spoorboekje Even opfrissen Oefening leespubliek Bespreken oefening Wat gaan we leren?: Je kunt vertellen wat een leespubliek is en naar welke.
Het schrijven van een betoog
Kennen en kunnen Wat je moet kennen en kunnen voor de SO Woordenschat H1 t/m H4 1. Woordraadstrategieën: -zoek een synoniem; -zoek een omschrijving of.
Hoofdzaken/bijzaken/kernzinnen
LEZEN 3.4 FUNCTIES VAN TEKSTGEDEELTEN. KLAAR MET DE TOETS? Kijk de paragraaf lezen 3.4 na (zie antwoorden in je ) Meld jezelf aan op Google Classroom.
Leesvaardigheid Tekststructuren. Vandaag: Inleiding Tekststructuren.
LEZEN 5.4 BESCHOUWING. DEZE LES LEER JE: Wat de tekstvorm ‘beschouwing’ is. Welke tekstdoel een beschouwing heeft. Hoe een beschouwing is opgebouwd. Wat.
Leesvaardigheid Lezen en leestoetsen. ▪ 1. Gouden tip voor leestoetsen ▪ 2. Hoe pak je leestoetsen aan? ▪ 3. Wat doe je bij onbekende woorden? ▪ 4. Hoe.
Lezen, schrijven en argumenteren
Cursus Leesvaardigheid
Meest voorkomende vragen bij examenteksten.
Nakijken Opdracht 33a, 33b en 34a.
Meest voorkomende vragen bij examenteksten.
Leesvaardigheid 2 Klaar voor je toekomst!.
Lezen H1 t/m H3 In deze PowerPoint: Op onderwerp: Op leesstrategie:
Overtuigende tekst/betoog
Onderwerp, deelonderwerpen en hoofdgedachte
Een beschouwing schrijven
Alinea’s, inleiding, middenstuk en slot
H1, H2, H3 Nieuw nederlands Klas 3
Onderwerp Het onderwerp van een tekst geeft in één of enkele woorden aan waar de tekst over gaat. Het onderwerp van een tekst is niet hetzelfde als de.
Paragraaf lezen h5 Feiten, meningen en argumenten
Les 1 Doelgroep: mbo niveau 4 – taalreferentieniveau 3F Docent: Anja Vergeer-Negenman Nederlands leesvaardigheid.
Houd je aandacht erbij! Trainers: Jan de Groot Henk Torreman.
Lezen samenvatten.
Vwo 4 Nederlands Periode 2 Mevrouw Schrauwen
Deelonderwerpen Hoe herken ik de deelonderwerpen van een tekst?
Argumenten Hoe herken ik argumenten in een tekst? NU Nederlands 2F.
Feiten en meningen Hoe herken ik feiten en meningen in een tekst en weet ik wat het verschil tussen beide is? NU Nederlands 2F.
Hoe schrijf je een recensie?
Zelf schrijven van een ‘grappig’ nieuwsbericht
Inleiding, slot, functies, samenvattend tekstverband
Nederlands Tekstbegrip Onderwerp, deelonderwerp en hoofdgedachte
Inleiding, middenstuk, slot
Ordening Hoofdstuk 4.
Een (informatief) Artikel schrijven
Perron 1 – hoofddoel schrijver & persoonlijke
Van alle markten thuis Perron 1 – les 1.
Belangrijke begrippen ‘Lezen’
Leesvaardigheid Woordbetekenis Leesvaardigheid – Woordbetekenis.
Transcript van de presentatie:

4. Leesvaardig Blz. 144 t/m 150 Blok 6

Leesvaardig Leerdoel (2f): Je weet uit de tekst de halen wat een feit of een mening is. Je kunt uit een tekst argumenten halen die een mening ondersteunen. Je kent het tekstdoel (overtuigen, vermaken, informeren). Je weet het onderwerp van een tekst te benoemen. Blz. 144 e.v.

Nakijken blz Feit, mening en argument Opdracht 17 1 Verhuizen (iedere alinea gaat er over). 2 Omdat zij al haar vriendinnen achterlaat (1 e alinea). 3 Ze voelt zich ziek. 4Vier verhuisdozen (laatste zin van alinea 3). 5A5A

Nakijken blz. 147 Opdracht 18 1verhuizen 2Bij alinea 3 (eerste 2 alinea’s vormen de inleiding). 3B. Dat kun je zien aan het woordje Volgens. 4A. De informatie in deze zin klopt en je kunt het controleren. 5A. Een argument begint vaak met het woordje omdat. 6Alinea 3. In alinea 3 en 4 komen leeftijdsgenoten aan het woord. 7B. Deze zin vertelt iets over de hele tekst. 8B. In deze tekst wordt informatie gegeven over verhuizen. Opdracht 19 (mondeling bespreken)

Nakijken blz. 149 Opdracht 20 1huisdieren verhuizen. 2B2B 3In zijn eigen kooi, hok of bak. (het einde van alinea 2) 4 U kunt verhuisstress bij kleine huisdieren makkelijk voorkomen. 5 (Want) dat heeft een rustgevende werking op uw kleine huisdier. 6 A. Aan het woordje vindt kun je dat zien 7C7C 8B. (omdat dit alleen uitleg is bij de zin die ervoor staat) 9 Honden hechten zich aan hun baasje en niet aan hun omgeving (alinea 7). 10 1) De hond kent de gevaren (zoals het verkeer) van de nieuwe buurt nog niet. (alinea 8) 2) Als de hond wegloopt is de kans klein dat hij de weg terugvindt. (alinea 8)

Vervolg opdracht 20 blz Aan het woord dus. 12informatie geven. 13 A. De hele tekst gaat over de gevolgen van een verhuizing. Opdracht 21 (mondeling bespreken)