Industriële revolutie Uitleg Periode waarin de landbouw voor de meeste mensen in Europa als belangrijkste middel van bestaan verdrongen werd door de industrie. De veranderingen waren zo groot dat men spreekt van een revolutie. (1750)
Nieuwste tijd Uitleg De periode die volgt op de nieuwe tijd en duurt tot onze tijd.
Kapitalisme Nationalisme Uitleg Zie par. 3 Het gevoel van saamhorigheid van mensen die een staat vormen of willen vormen. Ook: het belang van het eigen volk boven dat van andere volken plaatsen
Conservatisme Liberalisme Uitleg Stroming die de samenleving wil houden zoals deze is (dus geen veranderingen wil invoeren) aanhangers heten conservatieven. Stroming die zoveel mogelijk vrijheid op alle gebieden van de samenleving wil; aanhangers heten liberalen.
Socialisme Confessionalisme Uitleg Een stroming die op sociaal gebied gelijkheid belangrijk vind. Op economisch gebied moeten grond en bedrijven eigendom zijn van een samenleving. Stroming die het christendom als uitgangspunt neemt voor een politieke partij. Aanhangers heten confessionelen.
Feminisme Imperialisme Uitleg Beweging van mensen die gelijkheid wilden en willen tussen vrouwen en mannen. Aanhangers heten feministen. Het streven van een staat om een groot rijk op te bouwen door gebieden van andere volken te veroveren.
einde van de 18 de eeuw Halverwege de 18 de eeuw Einde van de 19 de eeuw In de 20 ste eeuw Gebeurtenis Toen kwamen er een groot aantal uitvindingen, waardoor het gebruik van machines en energiebronnen mogelijk werd. Ontstond in Engeland een industriële samenleving. Begon de industrialisatie in Oost-Europa en Japan. Kwam de industrialisatie in andere landen op gang.
Vanaf de 18 de eeuw Gebeurtenis Groeide de bevolking sneller en waren door de uitvindingen minder arbeidskrachten nodig.
Massaproductie Arbeidsverdeling Uitleg Het vervaardigen van grote aantallen precies dezelfde producten. Het maken van producten in verschillende stappen. Iedere arbeider hoeft maar 1 handeling te verrichten.
In 1750 Ongeveer in 1850 In 1874 In 1901 Gebeurtenis 15% van de Engelse leefde in steden. 50% van de Engelse leefde in steden. Kwam in Nederland verbod op kinderarbeid onder de 12 jaar. Werd de leerplicht ingevoerd.