A7 De ademhaling Blz:75 t/m 80

A7 Luchtwegen Ademhaling: http://www.youtube.com/watch?v=-lzbsyDvV7w Via neus 1. Slijmvlies verwarmd en bevochtigd de lucht: (3 boven elkaar gelegen neusschelpen bekleed met slijmvlies) 2. Reukzintuig keurt de lucht 3. Neusharen voorkomen verontreiniging Via mond: Geen filtering of verwarming van de lucht. Mondslijmvlies droogt zelfs uit.

Neusbijholten 2 voorhoofdsholten liggen boven neusholte  makkelijk vocht (of pus) naar neus Bijholteontsteking 2 kaakholten liggen achter neusholte  vocht (of pus) naar achteren Bijholteontsteking

Keelholte en luchtpijp Lucht komt via de neus-keelholte en vandaar via de mond-keelholte in de luchtpijp/trachea. Strotklepje sluit luchtpijp bij slikken 2 vertakkingen van luchtpijp = bronchiën Netwerk van vertakkingen kleine bronchiën tot longblaasjes Trilhaarepitheel = luchtpijp slijmvlies  voeren binnen gekomen vuil af richting neusgaten Larynx/strottenhoofd = kraakbeen bovenin luchtpijp. Bevatten de stembanden Door passeren van lucht trillen stembanden en kunnen wij geluid produceren. Lippen, tong en gehemelte in juiste stand bepaalt toon en klank. Hoogte wordt bepaald door lengte van stembanden (langer = lager) Kraakbeenstukjes in hoefijzer vorm, houden bronchiën open Epitheelcel met 1 haar is samen trilhaarepitheel

Longen Vertakking leiden tot kleinste trosvorm: longblaasjes Longblaasjes  uitwisseling zuurstof en koolzuur met bloed door dunnen wanden Rode bloedlichaampjes geven koolzuur uit bloed af en nemen zuurstof op. Longontsteking = ontstoken longblaasjes Bronchitis = ontstoken bronchiën Rechter long heeft 3 kwabben Linker long heeft 2 kwabben (ruimte voor hart) 2 Longvliezen = pleurabladen met wat ruimte voorzien van vocht om vliezen glad te houden. Binnenste vlies ligt direct op long zelf is vergroeit met long zelf Buitenste vlies ligt tegen de binnenwand van de borstkas aan Koolzuur = koolstofdioxide

Mechanisme van de ademhaling Aangestuurd door ademhalingscentrum Gestimuleerd door koolzuurgas en zuurgraad, geremd door zuurstof. Inademen: Borstademhaling: tussenribspieren trekken ribben naar voren/omhoog. Buikademhaling: door samentrekken bolle spier in middenrif, wordt middenrif afgeplat. Geef longen meer ruimte en buik wordt bol. Komt gecombineerd voor Uitademen: ontspannen tussenribspieren brengt ribben door zwaartekracht terug. Ontspannen van bolle spier, buikinhoud druk op longen Ademhalingscentrum: zenuwcentrum op grens van hersenen en het ruggenmerg Is gevoelig voor: 1. koolzuurgasgehalte van het bloed = hoe hoger deze waarde hoe sneller de ademhaling 2. Zuurgraad van het bloed = bij verhoging type ademhaling Kussmaul-ademhaling 3. Zuurstof tekort door longontsteking of hoog in bergen, deze remt de ademhaling

Vragen