De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Ademhaling (bijgesteld )

Verwante presentaties


Presentatie over: "Ademhaling (bijgesteld )"— Transcript van de presentatie:

1 Ademhaling (bijgesteld 19-11-2018)

2 Leerdoelen Wat wordt onder ademhaling verstaan?
Wat is de functie van ademhalen? Wat wordt onder de ademhalingsweg verstaan? Wat wordt er onder de ademhalingsweg verstaan? Wat is de functie van neusslijmvlies? Waarom kan je beter door je neus ademen dan door je mond? Wat is de functie van twee bekerkraakbeentjes Wat is de functie van het strottenklepje? Welke soorten ademhaling kan je onderscheiden? Vertel hoe de samenstelling van de in-en uitgeademde lucht werkt?

3 Ademhaling

4

5 De Ademhaling De luchtwegen: Keelholte: luchtpijp Neusholte: luchtpijp
Huig: functie Strottenhoofd: strottenklepje Luchtpijp: kraakbeenringen hoofdbronchiën (hoofdluchtpijptakken) bronchiën (luchtpijptakken) longblaasjes Het ademhalingsstelsel staat ten dienste van de gaswisseling, maar speelt ook een rol bij de warmteafgifte, bij de uitscheiding van water en bij ons uitdrukkingsvermogen.

6 De Ademhaling inademen Verschillen Neus-en Mond-ademhaling: Neus Mond
Lucht wordt iets voorverwarmd ja nee Lucht wordt iets bevochtigd ja nauwelijks Lucht wordt gefilterd van stof en ja nee bacteriën Reuk: Waarschuwing tegen gevaar ja nee

7 Neusholte Verkoudheid

8 Keelholte (farynx)

9

10 Strottenhoofd (larynx) ademhalen slikken verstikken

11 Stottenhoofd: stembanden

12 De Ademhaling Functies van de slijmvliezen: tegenhouden stofdeeltjes
tegenhouden bacteriën Functies van de neusharen: tegenhouden grote stofdeeltjes Verontreinigd slijm verwijderen door: ophoesten + uitspugen/inslikken niezen Trilhaartjes in luchtwegen duwen stof naar keelholte

13 De Ademhaling Wat is ademhaling?
uitwisseling van gassen (zuurstof en kooldioxide) in de longblaasjes Ademhaling is een vitale functie: = direct van levensbelang Vitale organen: (EHBO) hersenen (bewustzijn) hart en bloedsomloop (bloedstroming) longen (ademhaling)

14 De Ademhaling middenrif HOE HALEN WE ADEM? NODIG: INADEMEN:
tussenribspieren buikspieren (nekspieren) INADEMEN: Middenrif spant actief – longen uitgetrokken (inhoud >) Tussenribspieren spannen actief - longen uitgetrokken (inhoud>) buikspieren ontspannen (organen worden naar voren gedrukt door middenrif) Passief = kost geen energie = de zwaartekracht zorgt voor de daling van de geheven ribben en het uitgerekte elastische longweefsel veert terug UITADEMEN: Middenrif ontspant passief – longen in elkaar geduwd (inhoud <) Tussenribspieren ontspannen passief - longen in elkaar geduwd (inhoud<) buikspieren spannen actief (longen in elkaar geduwd (inhoud <)

15 De Ademhaling Hoesten Actieve uitademing : gebruik buikspieren Niezen
Functie: schoonmaken longen en luchtpijp Niezen Actieve uitademing : gebruik buikspieren Functie: schoonmaken luchtwegen in neus Hikken Plotselinge inademing : middenrif trekt plotseling samen Oorzaak: te volle maag (te veel of te snel gegeten/gedronken) Snurken belemmerde luchtweg in keelholte (tong, huig, slijm,..) Stotteren Uitademing: korte samentrekkingen middenrif bij ontspanning

16 normale inademing + complementaire lucht = Vitale longcapaciteit
De Ademhaling Hoeveel lucht zit er in de longen? Actie Inhoud Totaal nog in longen Na uitademen - 0,5 liter 3,5 liter Extra uit te ademen - 2 liter 1,5 liter ( = reservelucht) Normale inademing + 0,5 liter 4 liter Extra in te ademen +1,5 liter (= complementaire lucht) 5,5 liter Maximaal te verplaatsen lucht (na diepe uitademing maximaal in te ademen) 1,5 + 0,5 + 1,5 = 3,5 liter Reservelucht + normale inademing + complementaire lucht = Vitale longcapaciteit Spirograaf. Bovenstaande zijn gemiddelde, bij vrouwen zijn de getallen 30% lager.

17 Samenstelling van de ingeademde lucht (a) en de uitgeademde lucht (b)

18 Opdracht 1A 1 = voorhoofdsholte (sinus frontalis)
2 = neusamandel (adenoïd) 3 = luchtpijp (trachea) 4 = stembanden (pica vocalis) 5 = strottenhoofd (larynx) 6 = strotklepje (epiglottis) 7 = neusholte (nasus) 8= neusschelp (concha(e) 9 = keelamandel (tonsillen) 9 Ringkraakbeen: vorm van een zegelring: verbinden van schildkraakbeen  hierdoor kan kanteling van voor- en achter ontstaan Neusschelp: 3 botranden  vernauwen de doorgangen

19 Opdracht 1A Je ademhalingsweg is de weg; die de lucht aflegt vanaf je neus tot in je longweefsel en omgekeerd. b. Je neusholte staat in verbinding met enkele neusbijholten (sinussen) c. Je keelholte staat via de buizen van Eustachius in verbinding met je middenoor d. Je stem geluid is niet alleen afhankelijk van je stembanden, maar onder andere van je lippen, tong , gehemelte, keel, neus ( noem 4 onderdelen) e. Welk onderdeel van je ademhalingsstelsel sluit tijdens het slikken je luchtpijp af? Strotklepje. En wat zou er kunnen gebeuren, wanneer dit onderdeel niet goed functioneert? Voedsel in je luchtpijp/ longen terecht komen (aspiratiepneumonie) f. In hoeveel takken splitst de luchtpijp zich uit en in welke twee organen vertakt het zich verder? Twee takken: rechterlong: 3 longkwabben, linkerlong 2 longkwabben Boven, naast en achterin de neusholte bevinden zich de neusbijholten. Deze zijn verbonden met de neusholte en worden ook wel sinussen genoemd. In principe bevinden er zich aan elke kant van de neus 4 holten. Dit zijn: 1. De voorhoofdsholte (sinus frontalis): Deze bevindt zich boven de ogen 2. De kaakholte (sinus maxillaris): Deze bevindt zich achter de wangen 3. De zeefbeenholte (sinus ethmoidalis): Deze bevindt zich naast de oogkas 4. De wiggebeensholte (sinus sphenoidalis): Deze bevindt zich helemaal achterin de neus. De neusbijholten hebben een aantal functies. Dit zijn: Filteren, verwarmen en bevochtigen van de ingeademde lucht: De neusbijholten zijn bekleed met hetzelfde slijmvlies als de neusholte.
 Klankkast werking: De neusbijholten werken als resonantieruimten voor geluid, waardoor het stemgeluid versterkt. Gewicht schedel: De neusbijholten verminderen het gewicht van de massieve en zware schedel. De tuba auditiva of buis van Eustachius verbindt de farynx met het middenoor De luchtpijp splitst zich in twee afzonderlijke luchtpijpen, voor iedere long één. Omdat de rechterlong drie longkwabben heeft, splitst de luchtpijp, die naar de rechterlong gaat, zich dan ook in drie afzonderlijke luchtpijpen, voor iedere longkwab één. Bij de linkerlong gebeurt hetzelfde, alleen hier splitst de luchtpijp zich in tweeën, want de linkeriong heeft maar twee longkwabben. Iedere luchtpijp op zich splitst zich weer in, steeds twee, kleinere luchtpijpen. Dit gebeurt 28 keer. Aan het eind van de alleffijnste zijtakjes zitten zalijes, de longblaasjes. Deze hebben een zeer dunne wand en zijn omsponnen met een fijn net van bloedvaten. I-lier wordt zuurstof uit de ingeademde lucht in het bloed opgenomen en wordt koolzuur uit het bloed in de longblaasjes gebracht en daarna uitgeademd.

20 Pathologie Neusverkoudheid NHG Rhinosinusitis

21 Neusverkoudheid

22 Rhinosinusitis Neusholtes (4 paar): slijmvliezen ontstoken en zwellen op  geen/ weinig doorgang sinus/neus-keelholte  bacteriën groeien


Download ppt "Ademhaling (bijgesteld )"

Verwante presentaties


Ads door Google