ADEMHALING. Verbranding bij een kaars Kaarsvet + zuurstof  water + koolstofdioxide + energie Glucose + zuurstof  water + koolstofdioxide + energie Verbranding.

Presentatie over: "ADEMHALING. Verbranding bij een kaars Kaarsvet + zuurstof  water + koolstofdioxide + energie Glucose + zuurstof  water + koolstofdioxide + energie Verbranding."— Transcript van de presentatie:

1 ADEMHALING

2 Verbranding bij een kaars Kaarsvet + zuurstof  water + koolstofdioxide + energie Glucose + zuurstof  water + koolstofdioxide + energie Verbranding bij de mens (vindt plaats in elke levende cel) Helder kalkwater is een indicator voor koolstofdioxide

3 neusholte mondholte keelholte strottenhoofd Luchtpijp Long bronchie longblaasje

4 Slijmproducerende cel trilhaarcel slijm neusslijmvlies

5 huig luchtpijp slokdarm slikkenverslikken ademhalen strotteklepje

6 buitenaanzicht doorsnede longhaarvat longblaasje O2O2 CO 2

7

8

9

10 long borstbeen rib wervelkolom inademinguitademing Borstbeen en ribben omhoog Borstholte wordt groter Longen worden vacuum getrokken en zuigen lucht aan Borstbeen en ribben omlaag Borstholte wordt kleiner Longen worden kleiner en lucht wordt eruit gedrukt

11 borstbeen long rib middenrif inademinguitademing Midderif omlaag  borstholte groter  longen worden vacuum getrokken  lucht wordt aangezogen Middenrif omhoog  borstholte kleiner  longen worden kleiner gedrukt  lucht wordt weggeperst

12 zoogdierreptielamfibie warmbloedig koudbloedig Alleen longen Longen en huidademhaling

13 Astma De slijmvliezen in de luchtwegen worden dikker. De spiertjes om de luchtwegen trekken samen en raken verkrampt. De doorgang voor de lucht wordt kleiner, dit maakt ademen moeilijker. De longen raken overvol met lucht. De lucht wordt niet genoeg ververst, wat leidt tot benauwdheid.

14 COPD Hooikoorts – allergisch voor stuifmeel en schimmelsporen Chronische bronchitis – ontsteking aan de bronchiën Longemfyseem – afname van de elasticiteit van het longweefsel

15

16