Stappenplan neerslagreacties
Stappenplan neerslagreacties We voegen lood(II) nitraat bij een oplossing van kaliumjodide Geef de neerslagvergelijking.
Stappenplan neerslagreacties We voegen lood(II) nitraat bij een oplossing van kaliumjodide Geef de neerslagvergelijking. Stap 1
Stappenplan neerslagreacties We voegen lood(II) nitraat bij een oplossing van kaliumjodide Geef de neerslagvergelijking. Stap 1 Welke ionen zitten in de oplossing
Stappenplan neerslagreacties We voegen lood(II) nitraat bij een oplossing van kaliumjodide Geef de neerslagvergelijking. Stap 1 Welke ionen zitten in de oplossing Pb2+ (aq) en NO3─ (aq)
Stappenplan neerslagreacties We voegen lood(II) nitraat bij een oplossing van kaliumjodide Geef de neerslagvergelijking. Stap 1 Welke ionen zitten in de oplossing Pb2+ (aq) en NO3─ (aq) K+ (aq) en I─ (aq)
Stappenplan neerslagreacties We voegen lood(II) nitraat bij een oplossing van kaliumjodide Geef de neerslagvergelijking. Stap 1 Pb2+ (aq) en NO3─ (aq) K+ (aq) en I─ (aq) Stap 2 Maak een tabel met horizontaal de twee negatieve ionen en verticaal de twee positieve ionen
Stappenplan neerslagreacties We voegen lood(II) nitraat bij een oplossing van kaliumjodide Geef de neerslagvergelijking. Stap 1 Pb2+ (aq) en NO3─ (aq) K+ (aq) en I─ (aq) Stap 2 NO3─ (aq) I─ (aq) Pb2+ (aq) K+ (aq)
Stappenplan neerslagreacties We voegen lood(II) nitraat bij een oplossing van kaliumjodide Geef de neerslagvergelijking. Stap 2 Stap 3 Vul met behulp van tabel 45 in of de combinaties goed (g) of slecht(s) oplosbaar zijn NO3─ (aq) I─ (aq) Pb2+ (aq) K+ (aq)
Stappenplan neerslagreacties We voegen lood(II) nitraat bij een oplossing van kaliumjodide Geef de neerslagvergelijking. Stap 1 Pb2+ (aq) en NO3─ (aq) K+ (aq) en I─ (aq) Stap 2+ Stap 3 zonder tabel 45 NO3─ (aq) I─ (aq) Pb2+ (aq) g K+ (aq)
Stappenplan neerslagreacties We voegen lood(II) nitraat bij een oplossing van kaliumjodide Geef de neerslagvergelijking. Stap 1 Pb2+ (aq) en NO3─ (aq) K+ (aq) en I─ (aq) Stap 2+ Stap 3 met tabel 45 NO3─ (aq) I─ (aq) Pb2+ (aq) g s K+ (aq)
Stappenplan neerslagreacties We voegen lood(II) nitraat bij een oplossing van kaliumjodide Geef de neerslagvergelijking. Stap 1 Pb2+ (aq) en NO3─ (aq) K+ (aq) en I─ (aq) Stap 2+ Stap 3 Stap 4 Zet de ionen waarbij de s staat los van elkaar met een + er tussen voor een reactiepijl NO3─ (aq) I─ (aq) Pb2+ (aq) g s K+ (aq)
Stappenplan neerslagreacties We voegen lood(II) nitraat bij een oplossing van kaliumjodide Geef de neerslagvergelijking. Stap 2+ Stap 3 Stap 4 Pb2+ (aq) + I─ (aq) → NO3─ (aq) I─ (aq) Pb2+ (aq) g s K+ (aq)
Stappenplan neerslagreacties We voegen lood(II) nitraat bij een oplossing van kaliumjodide Geef de neerslagvergelijking. Stap 4 Pb2+ (aq) + I─ (aq) → Stap 5 Maak de positieve en negatieve lading gelijk door getallen voor de ionen te zetten NO3─ (aq) I─ (aq) Pb2+ (aq) g s K+ (aq)
Stappenplan neerslagreacties We voegen lood(II) nitraat bij een oplossing van kaliumjodide Geef de neerslagvergelijking. Stap 5 Pb2+ (aq) + 2I─ (aq) → NO3─ (aq) I─ (aq) Pb2+ (aq) g s K+ (aq)
Stappenplan neerslagreacties We voegen lood(II) nitraat bij een oplossing van kaliumjodide Geef de neerslagvergelijking. Stap 5 Pb2+ (aq) + 2I─ (aq) → Stap 6 Geef de zoutformule na de pijl (met (s) erachter). Het getal voor het ion komt als index in de zoutformule. (bij samengesteld ion dan ion tussen haakjes NO3─ (aq) I─ (aq) Pb2+ (aq) g s K+ (aq)
Stappenplan neerslagreacties We voegen lood(II) nitraat bij een oplossing van kaliumjodide Geef de neerslagvergelijking. Stap 6 Geef de zoutformule na de pijl (met (s) erachter). Het getal voor het ion komt als index in de zoutformule. (bij samengesteld ion dan ion tussen haakjes Pb2+ (aq) + 2I─ (aq) → PbI2 (s) NO3─ (aq) I─ (aq) Pb2+ (aq) g s K+ (aq)
Stappenplan neerslagreacties . 1
Stappenplan neerslagreacties . Welke ionen zitten in de oplossing 1
Stappenplan neerslagreacties . Welke ionen zitten in de oplossing Maak een tabel met horizontaal de twee negatieve ionen en verticaal de twee positieve ionen 1
Stappenplan neerslagreacties . Welke ionen zitten in de oplossing Maak een tabel met horizontaal de twee negatieve ionen en verticaal de twee positieve ionen Vul met behulp van tabel 45 in of de combinaties goed (g) of slecht(s) oplosbaar zijn 1
Stappenplan neerslagreacties . Welke ionen zitten in de oplossing Maak een tabel met horizontaal de twee negatieve ionen en verticaal de twee positieve ionen Vul met behulp van tabel 45 in of de combinaties goed (g) of slecht(s) oplosbaar zijn Zet de ionen waarbij de s staat gescheiden door een + voor een reactiepijl 1
Stappenplan neerslagreacties . Welke ionen zitten in de oplossing Maak een tabel met horizontaal de twee negatieve ionen en verticaal de twee positieve ionen Vul met behulp van tabel 45 in of de combinaties goed (g) of slecht(s) oplosbaar zijn Zet de ionen waarbij de s staat gescheiden door een + voor een reactiepijl Maak de positieve en negatieve lading gelijk door getallen voor de ionen te zetten 1
Stappenplan neerslagreacties . Welke ionen zitten in de oplossing Maak een tabel met horizontaal de twee negatieve ionen en verticaal de twee positieve ionen Vul met behulp van tabel 45 in of de combinaties goed (g) of slecht(s) oplosbaar zijn Zet de ionen waarbij de s staat los van elkaar met een + ertussen voor een reactiepijl Maak de positieve en negatieve lading gelijk door getallen voor de ionen te zetten Geef de zoutformule na de pijl (met (s) erachter). Het getal voor het ion komt als index in de zoutformule. (bij samengesteld ion dan ion tussen haakjes 1
Ion aantonen
Welk zout zit in het potje Natriumchloride of Natriumcarbonaat Ion aantonen Welk zout zit in het potje Natriumchloride of Natriumcarbonaat
Ion aantonen Welk zout zit in het potje Natriumchloride of Natriumcarbonaat 1 Maak tabel met de aan te tonen ionen
Ion aantonen Welk zout zit in het potje Natriumchloride of Natriumcarbonaat Maak tabel met de aan te tonen ionen Cl─ (aq) CO32─ (aq)
Ion aantonen Welk zout zit in het potje Natriumchloride of Natriumcarbonaat 1 Maak tabel met de aan te tonen ionen 2 Zoek in tabel 45 een ion die met het ene ion een g heeft en met het andere ion een s heeft en zet dit in de tabel Cl─ (aq) CO32─ (aq)
Ion aantonen Welk zout zit in het potje Natriumchloride of Natriumcarbonaat 1 Maak tabel met de aan te tonen ionen 2 Zoek in tabel 45 een ion die met het ene ion een g heeft en met het andere ion een s heeft en zet dit in de tabel Cl─ (aq) CO32─ (aq) Fe2+ (aq) g s
Ion aantonen Welk zout zit in het potje Natriumchloride of Natriumcarbonaat 3 Zoek in tabel 45 een ion die met het ene ion een g heeft en met het andere ion een s heeft en zet dit in de tabel 4 Zoek een ion dat een goed oplosbare combinatie vormt met de gevonden ion. (De lading van het ion moet tegengesteld zijn aan de lading van het gevonden ion) Cl─ (aq) CO32─ (aq) Fe2+ (aq) g s
Ion aantonen Welk zout zit in het potje Natriumchloride of Natriumcarbonaat 4 Zoek een ion dat een goed oplosbare combinatie vormt met de gevonden ion. (De lading van het ion moet tegengesteld zijn aan de lading van het gevonden ion) bv NO3─ (Alle nitraten zijn goed oplosbaar) Cl─ (aq) CO32─ (aq) Fe2+ (aq) g s
Ion aantonen Welk zout zit in het potje Natriumchloride of Natriumcarbonaat Dus het zout dat je kunt gebruiken is I ijzer(II)nitraat Cl─ (aq) CO32─ (aq) Fe2+ (aq) g s
Ion aantonen Welk zout zit in het potje Natriumchloride of Natriumcarbonaat Dus het zout dat je kunt gebruiken is ijzer(II)nitraat 5 Hoe kun je nu aantonen welk ion het zout bevat? Cl─ (aq) CO32─ (aq) Fe2+ (aq) g s
Ion aantonen Welk zout zit in het potje Natriumchloride of Natriumcarbonaat Dus het zout dat je kunt gebruiken is ijzer(II)nitraat 5 Hoe kun je nu aantonen welk ion het zout bevat? - Los een beetje van het zout op (in demi water) Cl─ (aq) CO32─ (aq) Fe2+ (aq) g s
Ion aantonen Welk zout zit in het potje Natriumchloride of Natriumcarbonaat Dus het zout dat je kunt gebruiken is IJzer(II)nitraat Hoe kun je nu aantonen welk ion het zout bevat? - Los een beetje van het zout op - voeg een oplossing van ijzer(II)nitraat toe Cl─ (aq) CO32─ (aq) Fe2+ (aq) g s
Ion aantonen Welk zout zit in het potje Natriumchloride of Natriumcarbonaat Dus het zout dat je kunt gebruiken is IJzer(II)nitraat 5 Hoe kun je nu aantonen welk ion het zout bevat? - Los een beetje van het zout op - voeg een oplossing van ijzer(II)nitraat toe - Als er geen neerslag ontstaat is het zout natriumchloride en als er wel een neerslag ontstaat is het zout natriumcarbonaat Cl─ (aq) CO32─ (aq) Fe2+ (aq) g s