Oriëntatie op Communicatiekunde Hoorcollege 2
Collegeoverzicht 22 mrthc1: inleiding 29 mrthc2: theorieën en methoden 5 aprilhc3: formen en functies van communicatie 12 aprhc4: interpersoonlijke communicatie 19 aprtussentoets 26 aprhc5: organisationele communicatie +gastdocent >>> m e I v a c a n t I e <<< 10 meihc6: massacommunicatie + gastdocent 17 meihc7: interculturele communicatie + gastdocent 24 meihc8: ICT (gastdocent) 31 meihc9: samenvatting, vragen over eindtoets w13/14eindtoets
Newsgroups Instructies: zie Website Controleer of je ‘identity’ goed ingesteld is er zijn enkele mails van “Letteren User ” gestuurd”. Je moet je eigen naam en adres invullen! gebruik altijd ‘reply’ zoals in de opdrachtinstructies aangegeven zo ontstaan er ‘threads’ die in het overzicht samengevouwen kunnen worden onder het bericht waarop door iedereen geantwoord is (hier dus: per door Geertje verstuurde opdracht).
CK/CIW als een jong, interdisciplinair vakgebied idiografisch & nomothetisch begrijpen & verklaren individu als subject & als object intenties, redenen & oorzaak-gevolg geesteswetenschappelijk & sociaal-wetenschappelijk retorica, filosofie, taalkunde & psychologie, sociologie, enz. benaderingen combineren onder het perspectief van communicatie als handelen in sociale contexten
Z e v e n T r a d i t i e s retorica semiotiek fenomenologie informatietheorie sociale psychologie sociaal-culturele theorie kritische theorie zie Redeker (1999) [Oratie]; hc9
Retorica Communicatie = kunst van de redevoering regels voor redelijke discussie –individualistisch, normatief
Semiotiek Communicatie = intersubjectieve uitwisseling d.m.v. tekens tekensystemen –autonomistisch
Fenomenologie Communicatie = dialoog, ervaren van de ander menselijke relaties –introspectief
Informatietheorie Communicatie = informatie-overdracht effectiviteit, efficiëntie –rationalistisch; lineair
Sociale Psychologie Communicatie = expressie, interactie, beïnvloeding cognitie en gedrag –individualistisch
Sociaal-culturele theorie Communicatie = (re)produceren van sociale orde maatschappelijke structuren –particularistisch
Kritische Theorie Communicatie = discursieve reflectie emancipatie –ideologisch/normatief
Antwoorden op vragen bij Rosengren hs.1 (slide1 van 3) Pag. 8, Fig. 1.1 de titel van deze figuur moet luiden “…sociological paradigms” “Interactionist Sociology” moet heten “interpretative approach” “Mainstream Sociology” moet zijn “functionalism” omdat het hier om sociologie gaat (een vak dat binnen een letteren-benadering van communicatie wat minder centraal staat), zal ik hier geen vragen over in het tentamen opnemen.
Antwoorden op vragen bij Rosengren hs.1 (slide 2 van 3) Pag. 14, Fig. 1.2 deze cubus bevat één echte dimensie (natuur - levende wezens - maatschappij), maar daarnaast twee classificaties die geen echte dimensies vormen en ook niet erg nuttig lijken voor een plaatsbepaling van een benadering of vakgebied. Ook over deze cubus zal ik geen vragen in het tentamen opnemen.
Antwoorden op vragen bij Rosengren hs.1 (slide 3 van 3) Ik zal in het proeftentamen duidelijk aangeven welke aspecten van dit tamelijk abstracte hoofdstuk wel aan de orde komen. Aanrader voor wie belangstelling heeft voor de in dit hoofdstuk (mede) aangesneden wetenschapstheoretische thema’s: Pollmann (1999) [zie volgende slide].
Literatuur Bax, Marcel M.H. (1995). Een spiegel van de geest. Over taal, communicatie en cognitie. Groningen: Nijhoff. Chandler, Daniel (1994). Semiotics for Beginners. [WWW document] [last visited 29 Mar 00] (met veel verwijzingen naar ‘klassieke’ werken!) Clark, Herbert H. (1996). Using language. Cambridge: Cambridge University Press. Pollmann, Thijs (1999). De letteren als wetenschappen. Amsterdam: Amsterdam University Press. Redeker, Gisela (1999). Communicatie in institutionele contexten. Inaugurale rede, RU Groningen, juni Zie verder ook de verwijzingen in het glossarium en in de bibliografie op de college-Website
Opdracht 2 Rosengren betreurt (op pag. 35 en onderaan pag. 45) dat communicatie vaak niet ‘true, informative, relevant and clear’ is. Hij noemt daarbij voorbeelden als leugens en bedrog. Kun je situaties of communicatievormen bedenken waar het wel ‘coöperatief’ kan zijn om iets te zeggen dat niet waar, oprecht en correct is? Stuur uiterlijk dinsdagochtend 4 april maximaal 10 regels naar je newsgroup (als reply op de mail met deze tekst die Geertje Scholten er op 30 maart zal posten) en reageer dan uiterlijk woensdag 5 april op een van de meningen (weer met reply).