Politieke partijen en stromingen tot 1940 Van Hunebed tot heden Abraham Kuyper Domela nieuwenhuis Pieter Oud Politieke partijen en stromingen tot 1940 – les 3
De drie belangrijkste ismen en kwesties § 5, p 181-185 De drie belangrijkste ismen en kwesties Liberalisme Confessionalisme Socialisme Schoolstrijd Sociale Kwestie Kiesrechtkwestie Probeer voor jezelf verbanden te zien tussen de ismen en de kwesties. Dit geeft je inzicht in het ontstaan van politieke partijen én hun aanhang.
Confessionelen Centraal uitgangspunt Partijen Alle gezag komt van God ARP (1879) Eerste politieke partij O.l.v. Abraham Kuijper Nadruk op gehoorzaamheid aan het overheidsgezag CHU (1898) kwam voort uit de ARP Naast de Bijbel moest ook de geschiedenis van het land sturing geven / inhoud geven aan de politiek Voor meer macht aan de vorst(-in) RKSP (1926) Paus als politiek leider Anti-socialistisch; wel voor bescherming der zwakkeren (zogenaamde solidariteitsbeginsel) Voor het subsidiariteitsbeginsel: wat door een lager (overheid-) orgaan/-instantie kan worden uitgevoerd, dient ook daar te gebeuren
Liberalen Centraal uitgangspunt Partijen Vrijheid; d.w.z. zo weinig als mogelijk overheidsbemoeienis. Maar gedurende de 19e en 20e eeuw wordt dit bijgesteld door De Sociale Kwestie De Crisis van 1929 Partijen Op 24 januari 1948 werd in Amsterdam de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) opgericht. Het heeft lang geduurd voordat de liberalen die van huis uit individualistisch zijn, zich wisten te verenigen in een landelijke partijorganisatie. Er hadden sinds 1885 met de oprichting van Liberale Unie heel wat afsplitsingen en naamsveranderingen plaatsgevonden. De VVD zou uiteindelijk ontstaan door een fusie van de Partij van de Vrijheid (PvdV) en het comité-Oud. Het Comité-Oud bestond uit ontevreden leden van de Vrijzinnig-democratische Bond, die samen met de SDAP in 1946 opging in de Partij van de Arbeid. Pieter Oud (de voorzitter van Comité-Oud) was echter van mening dat de PvdA teveel een sociaaldemocratische koers op wilde en stapte samen met een aantal leden in 1947 uit de PvdA. [Bron: Wikipedia]
Socialisten Centraal uitgangspunt Partijen Vorming van een socialistische staat, hetgeen later wordt afgezwakt doordat in de 20e eeuw de verschillen tussen arm en rijk steeds kleiner werden bleek sterke overheidsbemoeienis niet altijd goed was voor de burger en samenleving Partijen SDB(1882-1900) O.l.v. Domela Nieuwenhuis Radicaliseerden, waardoor een deel van de leden zich afsplitst > ontstaan SDAP SDAP (1894) Kwam voort uit de SDB Democratische grondslag i.t.t. de SDB van dat moment In de Jaren Dertig een koerswijziging waardoor men niet meer naar een socialistische staat streeft PvdA (1945) Kwam voort uit de SDAP Gematigde socialisten
De Verzuiling Ontstond doordat achtergestelde groepen zich gingen organiseren. Elke zuil kende sterke eigen waarden, waar men zich aan diende te houden. Sterk geloof in de leiders. Mensen behorende bij de ene zuil hadden vaak een negatief beeld van de mensen in de andere zuilen. Echter, de top van zuilen werkten weldegelijk samen. Een politieke must, doordat het land alleen maar door een coalitieregering kon worden bestuurd Voor liberaal Kan je ook neutraal lezen
Verzuiling