Hoofdstuk 2 De wereld, een regionaal mozaïek Hoofdvraag Wat zijn de effecten van en de reacties op globalisering in enkele voorbeelden van kernlanden, een semi-perifeer land en een perifeer land?
Paragraaf 2.1 Ruimtelijke verschillen, wat zit daar achter? Deelvragen: - Welke processen zorgen er tegenwoordig voor dat de geografische verschillen tussen stedelijke en plattelandsgebieden versterkt worden? - Hoe werken die processen?
Ruimtelijke verschillen ►Niet alle gebieden hebben economisch even sterk voordeel bij de veranderingen in de internationale arbeidsverdeling. Daardoor ontstaan ruimtelijke verschillen in welvaart binnen landen.
‘Fast world’ en ‘slow world’ ►De toename van ruimtelijke verschillen heeft veel te maken met recente ontwikkelingen in de moderne communicatietechnologie. ● De toegankelijkheid tot internet is groot in de ‘fast world’ en veel minder in de ‘slow world’. Het sterkst is de ‘fast world’ geconcentreerd in de kernregio’s. De ‘slow world’ komt niet alleen in echte perifere gebieden voor. ● De stedelijke gebieden hebben een voorsprong wat betreft de toegankelijkheid tot internet vergeleken met plattelandsgebieden.
‘Fordisme’ en ‘Toyotisering’ ►Technologische ontwikkelingen werken ook door in de productieprocessen van ondernemingen en de locatie van die productie. ● Tot de jaren zeventig: industriële massaproductie. Multinationale ondernemingen zochten naar schaalvoordelen, vooral in de kernlanden. Automatisering en robotisering versterkten hun succes. Door hogere loonkosten in de rijke industrielanden: uitschuiving van de grootschalige massaproductie. Het ‘Fordisme’ verdween in versterkte mate vanaf de jaren negentig.
Nu vooral ‘customizing’ en ‘Toyotisering’ Nu vooral ‘customizing’ en ‘Toyotisering’. Schaalvoordelen kunnen zo door de digitale revolutie gemakkelijk gecombineerd worden met flexibiliteit. Dat soort werkwijzen kan het beste in stedelijke gebieden. Daarvoor is een aantal redenen: ■ consumenten wonen vooral in stedelijke regio’s ■ innovatiecentra komen vooral in steden voor ■ steden behoren tot de ‘fast world’. De toegang tot het ‘world wide web’ is groot.
Clustervorming ►Clusters vormen zich vooral in of nabij grote steden Investeringen in infrastructuur voor ICT vergen gigantisch veel geld. De grote bevolkingsdichtheid en de concentratie van bedrijven maken investeringen in steden rendabeler. Daar bevinden zich wetenschappelijke instellingen en organisaties of toeleveringsbedrijven en hebben bedrijven een snel veranderende stedelijke afzetmarkten. ►De ‘fast world’, de ‘Toyotisering’ en ‘clustervorming’ doen concentraties van kennis- en kapitaalintensieve economische activiteiten in grotere stedelijke milieus ontstaan. Daarbij worden de tegenstellingen met de meer landelijke regio’s vergroot.