DE VROEGE MIDDELEEUWEN DE VERSPREIDING VAN HET CHRISTENDOM IN GEHEEL EUROPA
CHRISTENDOM 395 N. CHR. CHRISTENDOM IS STAATSGODSDIENST IN HET ROMEINSE RIJK NA DE VAL VAN HET RR BEKEREN DE FRANKEN (DE NIEUWE HEERSERS IN DE VOORMALIGE ROMEINSE PROVINCIE GALLIE) ZICH TOT HET CHRISTENDOM: RELIGIEUZE OVERTUIGING AANSLUITING ZOEKEN BIJ LOKALE BEVOLKING BISSCHOPPEN ZIJN ERVAREN (LOKALE) BESTUURDERS DOOR VERBOND MET DE KERK (PAUS) DIRECTE ZEGEN VAN GOD KATHOLIEKE KERK WORDT OP HAAR BEURT NU BESCHERMD DOOR DE NIEUWE MACHTHEBBERS
KATHOLIEKE KERK REGULIERE GEESTELIJKEN SECULIERE GEESTELIJKEN GEESTELIJKEN DIE ZICH VAN DE WERELD HEBBEN AFGEZONDERD LEVEN IN EEN KLOOSTER (ABDIJ) VOLGENS STRENGE REGELS (ARMOEDE; CELIBAAT ETC.) GEESTELIJKEN DIE “IN DE WERELD LEVEN” MANNEN DIE LEIDING GEVEN AAN DE KERK EN VERANTWOORDELIJK ZIJN VOOR DE UITVOERING VAN KERKELIJKE RITUELEN HIERARCHIE (PAUS, BISSCHOP, PRIESTER) CELIBATAIR LEVEN WIJDING
KLOOSTERS TAKEN: ZIELENVERZORGING ZIEKENVERZORGING ONDERWIJS BESTUUR (GROOTGRONDBEZITTERS) ZENDELINGENWERK (MISSIONARISSEN WILLIBRORD EN BONIFATIUS)
STANDENSAMENLEVING 2E STAND: ADEL 3E STAND: VRIJE BOEREN HORIGE BOEREN 1E STAND: GEESTELIJKHEID 2E STAND: ADEL 3E STAND: VRIJE BOEREN HORIGE BOEREN LIJFEIGENEN