Spelling 5 havo.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Optellen en aftrekken tot 20
Advertisements

Doublet deel 1 – de basis.
Overige spellingregels
vergelijkingen oplossen
Prekenserie Handelingen - deel 6 (slot) ‘Gods Woord overwint omdat het mensen in de vrijheid zet!’ Hand 28,31.
1 Wat is microfinanciering ? 2 1. De financiële behoefte.
Sint Jorisschool Examenvoorlichting Studie & Voorbereiding Examen Uitslag Diploma.
Sint Jorisschool Examenvoorlichting
Sint Jorisschool Examenvoorlichting Studie & Voorbereiding Examen Uitslag Diploma.
Ronde (Sport & Spel) Quiz Night !
Verdeel het woord in lettergrepen
Datastructuren Analyse van Algoritmen en O
Vergaderen Gebruikt materiaal Actie! Office3 bso blz. a Benoem het materiaal in de tweede kolom in je boek op blz b In de derde kolom.
Spelling college 3.
Het koppelteken.
Regelmaat in getallen … … …
Regelmaat in getallen (1).
Deze les wordt verzorgd door de Kansrekening en statistiekgroep Faculteit W&I TU/e.
Thema 1 Het landje is van ons.
Pasen & Gilgal 1.
Werken aan Intergenerationele Samenwerking en Expertise.
Inkomen les 14 Begrippen & 65 t/m Begrippen Primaire sector Bedrijven die zaken aan de natuur onttrekken (landbouw, jacht, bosbouw, visserij)
Bezittelijk voornaamwoord
Sint Jorisschool Examenvoorlichting Studie & Voorbereiding Examen Uitslag Diploma.
Vergelijkingen oplossen
A H M F K EB C x 85 Korte zijde bij C 2 e secties volte 14 m en op afstand komen ( 0,5 rijbaan)
ZijActief Koningslust 10 jaar Truusje Trap
ECHT ONGELOOFLIJK. Lees alle getallen. langzaam en rij voor rij
Het werken met portfolio
Spelling college 4.
De financiële functie: Integrale bedrijfsanalyse©
1 Zie ook identiteit.pdf willen denkenvoelen 5 Zie ook identiteit.pdf.
LES 1 LESMODULE LAAGGELETTERDHEID
ZijActief Koningslust
Brugklas Werkwoordspelling.
Vandaag gaan we werken aan spelling.
Koppelteken en weglatingsstreepje
Overige spellingsregels
samenstellingen, aan elkaar of los, trema
Spelling Blok 1 t/m Kader 3.
DAG VAN HET LEREN Hoe komt zo'n taal eigenlijk in je hoofd? door Henk Wolf.
De tussenklank in samenstellingen spelling
AANEENSCHRIJVEN VAN WOORDEN. Aaneenschrijven  Basisregel: als het bij elkaar hoort, en over één ding gaat, schrijf je het ook aan elkaar, zelfs als het.
Dictee spelling Werkwoorden 1.Toen zij smashte, verzwikte ze haar enkel, waarop de fysiotherapeut die intapete.
KOPPELTEKEN TREMA EN APOSTROF NA-APEN REÜNIE `S AVONDS,
HOTTENTOTTENTENTENTENTOONSTELLING Aan elkaar of los?
SPELLING BLOK Uitleg en voorbeelden Basis leerjaar 4.
SPELLING 1.3 *ALLE OF ALLEN? SOMMIGE OF SOMMIGEN? *ACCENTTEKENS.
Werkwoorden vervoegen
Uitleg en voorbeelden Basis leerjaar 4
Koppelteken en weglatingsstreepje
Spellingregels G1.
Regels en uitzonderingen
Accenten spelling
De tussenklank in samenstellingen
Opdracht tussenklanken
Aan elkaar of los? Schrijven zonder fouten
Spelling Niveau 4.
Spelling Niveau 4.
Grammatica en spelling 4.3 en 4.4
Spelling Niveau 4.
Grammatica en spelling 4.1 en 4.2
Dictee spelling
Aflevering 3: Het koppelteken‘-’.
Spelling.
Hoofdstuk 4 Taalverzorging
Grammatica en spelling 4.1 en 4.2
Transcript van de presentatie:

Spelling 5 havo

Meervoud Opdracht 3 en 4, p. 229 Als je geen uitspreekproblemen hebt, schrijf je de –s aan het woord vast: gedachtes introducees garages cafés cadeaus gewoontes traktaties comités

Meervoud Opdracht 3 en 4, p. 229 Als je uitspreekproblemen krijgt, schrijf je –’s. Bij afkortingen. Bij woorden die eindigen op –a, -i, -o en –u: video’s pyama’s pinda’s Let op: als er een medeklinker voor –y staat, schrijf je –’s en als er een klinker staat, schrijf je de –s eraan vast: baby’s sprays pony’s

Meervoud Opdracht 3 en 4, p. 229 De uitgang –en schrijf je ook gewoon aan het woord vast. Als de klemtoon niet op de laatste lettergreep ligt, verdubbelt de laatste medeklinker niet. luiwammesen gemeneriken Als het woord eindigt op –ie of –ee, verdubbelt de –e als de klemtoon op de laatste lettergreep ligt: pygmeeën koloniën democratieën filosofieën ideeën

Meervoud Opdracht 3 en 4, p. 229 Als het woord uit het Latijn komt, heeft het een bijzonder meervoud: doses historici laboratoria Als het woord uit het Frans komt, verandert de –f niet in een –v in het meervoud: seismografen Overig: cursussen bewijzen rioolbuizen vaarskalveren

Tussenklank: -s of –en? Opdracht 6 en 7, p. 231-232 Standaardregels: Als je een –s hoort, schrijf je een –s. Als het eerste deel van de samenstelling een meervoud heeft op –en, dan heeft dat deel in de samenstelling ook –en. paardenmiddel * beroepsziekte boekenbal * staatsschuld * scheepsjournaal huizenverkoop * kievitsei eikenboom * stationsstraat kattenbelletje * oorlogsschip bessensap hondenleven paddenstoel

Tussenklank: -s of –en? Opdracht 6 en 7, p. 231-232 Uitzonderingen waarbij het eerste deel in de samenstelling –e krijgt: Het eerste deel heeft alleen een meervoud op –s: aspergekweker Het eerste deel heeft een meervoud op –s en –n: groenteman lindehout giraffehok Het eerste deel heeft geen meervoud: gerstekorrel tarwebrood rijstebrij

Tussenklank: -s of –en? Opdracht 6 en 7, p. 231-232 Uitzonderingen waarbij het eerste deel in de samenstelling –e krijgt: Van het eerste deel is er maar één: zonnebank maneschijn zonnestraal Het eerste deel is een bijvoeglijk naamwoord: reuzeleuk boordevol blauweregen Het eerste deel is een werkwoord: spinnewiel (tegenover ‘spinnenweb’)

Tussenklank: -s of –en? Opdracht 6 en 7, p. 231-232 Uitzonderingen waarbij het eerste deel in de samenstelling –e krijgt: Het woord wordt niet meer als samenstelling herkend: knorrepot apetrots dwingeland kattebelletje

Verkleinwoorden Opdracht 8 en 9, p. 232 De meeste verkleinwoorden gaan vanzelf: probleempje glaasje jongentje kannetje duwtje bezempje vlaggetje biggetje stokje bloemetje scheepje dinertje ringetje boompje

Verkleinwoorden Opdracht 8 en 9, p. 232 Bij woorden die op een klinker eindigen, verdubbelt de klinker: logeetje Maar: menuutje - cakeje bikinietje - karbonaadje pianootje individuutje laatje

Verkleinwoorden Opdracht 8 en 9, p. 232 Afkortingen en woorden die op –y eindigen, krijgen een apostrof: pony’tje wc’tje cd’tje sms’je A5’je bh’tje

Aan elkaar of los? Opdracht 10, p. 233 Standaardregel: in het Nederlands schrijf je alle samengestelde woorden zo veel mogelijk aan elkaar. achteromkijken terbeschikking stellen asielzoekerscentrum erachter langs veelbesproken ervan langs krijgen polsstokhoogspringen radioactiefafval gekkekoeienziekte witteboordencriminaliteit geldverslindende maatregelen water drinken lagereschoolhoofd lesgeven alcoholhoudende dranken sciencefictionfilm langetermijnplanning gevangengenomen terroristen de hoogstgeplaatste militair

Aan elkaar of los? Opdracht 10, p. 233 Getallen tot honderd schrijf je ook aan elkaar. Hetzelfde geldt voor samenstellingen met honderd en duizend. Maar samenstellingen met miljoen en miljard schrijf je los. drieënzestig miljard

Liggend streepje Opdracht 11, p. 234 Je gebruikt een liggend streepje op uitspraakproblemen te voorkomen: radio-uitzending college-uren giro-envelop na-apen giro-overschrijving zo-even mede-inzittende zee-egel mode-industrie micro-organisme Maar: medeleerling Koffieautomaat reclamefolder politieagent

Liggend streepje Opdracht 11, p. 234 Je gebruikt een liggend streepje: Bij getrouwde vrouwen: mevrouw Melker – Nijmeijer. Bij gelijkwaardige delen: minister-president, amateur-wielrenner. Bij de voorvoegsels privé, oud-, ex-, niet- en non-: oud-leerling Bij het voorvoegsel anti- als er een hoofdletter na volgt: antistof (maar anti-Duits)

Liggend streepje Opdracht 11, p. 234 Je gebruikt een liggend streepje: Bij samenstellingen met namen: de werkgroep-Jansen Bij aardrijkskundige namen: Noord-Franse Bij samenstellingen met letters, cijfers, tekens en Sint of St.: 10%-regeling RTL5-presentator Bij afkortingen: havoleerling (letterwoord, let op: vwo-leerling) hbo-studenten Bij woorden die uit meerdere delen bestaan: kant-en-klaarmaaltijd vergeet-me-nietje Overig: ‘s -Gravendeel

Weglatingsstreepje Opdracht 12, p. 235 Je gebruikt een weglatingsstreepje als een woorddeel herhaald en daarom weggelaten wordt. 1 in- en uitvoer 2 huisvrouwen en -mannen 3 basisonderwijs en voortgezet onderwijs / basis- en voortgezet onderwijs 4 keel-, neus- en oorarts 5 wasserij en stomerij 6 hoge en lage cijfers 7 voor- en achterdeuren 8 medische massage en sportmassage / medische en sportmassage 9 streek- en stadsvervoer 10 landelijke bladen en streekbladen / landelijke en streekbladen

Trema Opdracht 14, p. 235 In woorden die geen samenstelling zijn en waar je uitspreekproblemen hebt, gebruik je een trema: 1 egoïsme 4 ruïne 5 Kanaän 6 drieënzeventig 8 beïnvloeden 9 waterpoloën 13 genieën 14 cocaïne 17 beëindigen 18 ideeën 19 diëtiste 20 Australië 22 industriële 24 geüniformeerd 25 conciërge

Trema Opdracht 14, p. 235 Geen uitspreekproblemen of geleend uit een andere taal: 2 chaos 3 begroeiing 7 beangstigend 10 commercieel 11 elektricien 12 boiler 15 geantwoord 16 museum 21 eventuele 23 glooiing 25 conciërge

Accenten Opdracht 16, p. 237 Uit je hoofd leren: 1 blèren 2 protégé 3 tambour-maître 4 cacao 5 beige 6 papier-maché 7 façade 8 déjà vu 9 crème fraîche 10 controle 11 carrière 12 skûtsjesilen 13 centrale 14 crèche 15 bètavakken

Cijfers: in cijfers of uitschrijven? Opdracht 17, p. 238 Getallen tot en met twintig schrijf je uit. In dat weiland lopen 57 koeien. Naar Amsterdam is het zo’n 85 kilometer. Een op de vijf Nederlanders heeft last van voetschimmel. Voor een grondwetswijziging is tweederde meerderheid nodig. Namen van feestdagen en beroemde gebeurtenissen schrijf je voluit en met hoofdletters. Op Eerste Paasdag bezoeken veel mensen hun ouders. Data, adressen en bankrekeningnummers schrijf je gewoon in getallen (maanden voluit). In Zuid-Europa viert men op 15 augustus Maria-Hemelvaart. Elouts telefoonnummer is 06-24242024. Vroeger woonde ik op Lindelaan 17. Als er ‘honderd’, ‘duizend’, ‘miljoen’ et cetera in het getal voorkomt, dan schrijf je dat uit. De schaapherder had maar dertien schapen, maar telde er voor hij ging slapen wel vijfhonderd. Heb jij al driehonderdduizend euro verdiend met gokken? Tientallen (en afkortingen!) schrijf je ook uit. Dit boek kost 23 euro en vijftig cent.