Blok 1.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Thema 7 Les 1a Smaak. • recensie = een tekst waarin je opschrijft wat je ervan vindt.
Advertisements

Consensus Model Jeroen van Beuningen
Het geheim van het 100e doelpunt
De kopjes Waarom ik het hier over houd Hoe heet het boek
VMBO klas 3 Fictie 6 januari 2014.
De Bijbel lezen: waarom en hoe?
De onsterfelijke Alexander de Grote
BLOK 5 WOORDEN + OPDRACHT 1.
1. Levensbeschouwing en communicatie
Bekijk het leven.
Afkomst en Afkomst Waar kom ik vandaan?.
1. Levensbeschouwing en communicatie
TWILIGHT: BREAKING DAWN PART 2 Reactie op de recensie ‘
Inhoud Boek uit een serie Type boek Schrijver en illustrators
Blok 4.
3. Taalschat Blz.16 Blok 1. Blz. 16 Blz. 17 Zoekwoorden: 1 e en laatste woord op een bladzijde in je woordenboek Blz. 17 Kaas - Kaars Lach - Lat.
Woordenschat Groep 5 Thema 4, les 6
Fantasie Gemaakt door Kristie!.
Blok 2.
Woordenschat Groep 5 Thema 4, les 5
Blok 6.
BEJAARDENZORG Thema: Thuis of tehuis?. Lesverloop Vers van de pers Woordenschat bejaardenzorg De plusquamperfectum: oefeningen + schrijven Verrassingsgesprek.
Blok 5. Blz. 106 t/m 108 Leerdoel (2F): Je leert tekstensoorten herkennen. Je kunt een relatie leggen tussen de tekst en algemene kennis. Je kunt het.
THE LION KING The Musical. Musical  In december 2012 ben ik in London naar de musical ‘The Lion King’ geweest. Ik was er een aantal jaren daarvoor ook.
Panamarenko en Da Vinci
4. Leesvaardig Blz. 144 t/m 150 Blok 6. Leesvaardig Leerdoel (2f): Je weet uit de tekst de halen wat een feit of een mening is. Je kunt uit een tekst.
Samenvatting h1-h3.
Feiten, meningen en argumenten
Briant College Fictie h4 Spanning. Briant College ­ Wat een verhaal spannend maakt ­ Welke ‘trucjes’ de schrijver gebruikt om het verhaal spannend te.
De man die twee keer verdronk
Lesbrief Kidsbios Nederlands Film Festival Wat is het Nederlands Film Festival (NFF)? Waar denk je aan bij het NFF? Ben je weleens naar het NFF geweest?
Lesbrief Kidsbios Nederlands Film Festival Wat is het Nederlands Film Festival (NFF)? Waar denk je aan bij het NFF? Ben je weleens naar het NFF geweest?
Lesbrief Jongerenprogramma Nederlands Film Festival Wat is het Nederlands Film Festival (NFF)? Waar denk je aan bij het NFF? Ben je weleens naar het.
Briant College Fictie h4 Tijd. Briant College ­ Op welke manier een schrijver ‘tijd’ gebruikt in een verhaal. 2 Wat ga je deze les leren.
De wezens uit verhalen en mythen.
Hoofd- en deelvragen sectorwerkstuk 4 mavo.
Hoofdstuk 2 par 1 Schrijfdoelen.
De theorie achter de verhalen
Briant College H6 paragraaf lezen Informerende teksten.
Het belang van voorlezen
2 Welke media kies je? Groep 3 en 4 3 Je wilt een film kijken Welke media kies je?
WOENSDAG 16 MAART VRIJDAG 18 MAART NEDERLANDS. PROGRAMMA  15 minuten lezen uit het leesboek  Bespreken werkplanner  Nakijken opdracht 3 en 4 (lezen)
FICTIE 1.1 VERHAALPERSONEN. AAN HET EINDE VAN DEZE LES WEET JE Wat een verhaalprobleem/thema is en hoe dit verwoord wordt. Hoe spanning ontstaat en welke.
LEZEN 3.4 FUNCTIES VAN TEKSTGEDEELTEN. KLAAR MET DE TOETS? Kijk de paragraaf lezen 3.4 na (zie antwoorden in je ) Meld jezelf aan op Google Classroom.
Lesbrief – Kort Blok 1. Nederlands Film Festival Wat is het Nederlands Film Festival (NFF)? Waar denk je aan bij het NFF? Ben je ooit al naar het NFF.
Lesbrief – Kort Blok 3. Nederlands Film Festival Wat is het Nederlands Film Festival (NFF)? Waar denk je aan bij het NFF? Ben je ooit al naar het NFF.
FICTIE 1.1 VERHAALPERSONEN. AAN HET EINDE VAN DEZE LES WEET JE Wat hoofd- en bijfiguren zijn en hoe je deze herkent in een tekst. Hoe het komt dat je.
Presentatie Nederlands Over 4 stellingen Naam: xx Klas: 4vmbo bk Datum:
Lesbrief – Tony. Nederlands Film Festival Wat is het Nederlands Film Festival (NFF)? Waar denk je aan bij het NFF? Ben je ooit al naar het NFF geweest?
LEZEN 5.4 BESCHOUWING. DEZE LES LEER JE: Wat de tekstvorm ‘beschouwing’ is. Welke tekstdoel een beschouwing heeft. Hoe een beschouwing is opgebouwd. Wat.
Relaties. 1 Op YouTube kun je lekker haten, zonder te reageren.
Blok 7 woordenschat.
S/k/l interviewen.
Overtuigende tekst/betoog
Fictie 2.1 tijd.
Begin en einde van een boek
Een reisverslag schrijven
Realistische en niet-realistische verhalen
Effect van vertelstandpunt, tijd
Communicatie Les 1.
Fictie 2.1 tijd.
Lezen meningen, argumenten en conclusie
Recensie schrijven Klas 1e , RSFN.
Betoog.
Tekstboek: Interactieve opdrachten: Via SOM -> Leermiddelen Of
Introductie, filmanalyse verhaal en mise-èn- scene
Blok 1 – Les 11.
Stappenplan werkwoordspelling
lezen Feiten, meningen en argumenten
Transcript van de presentatie:

Blok 1

Blz. 6 Blok 1 1.Lekker lezen

P.S. = post scriptum = naschrift

Wat betekent: Wanhopig De stoute schoenen aan doen Cv’tje Blz. 6 t/m 8 Wat betekent: Wanhopig De stoute schoenen aan doen Cv’tje Provincieplaats Babysitter Luxeartikelen Populair Grappen en grollen Zich openbaren Auditie doen

1.2 Beoordelingswoorden Beoordelingswoorden: geven je mening aan. Blz. 9 Beoordelingswoorden: geven je mening aan. Ik vind dit verhaal _________________ Argumenten: onderbouwen je mening, waarom vind je iets. omdat ____________________________________ .

Blz. 10, opdr. 2 1. Ik vind dit verhaal _________________ omdat ______________ _______________________________________. 2. Ik vind de film _______________ _________________ omdat _____________________________________________________.

1.3 Fictie en non fictie Fictie : verzonnen verhaal, fantasie Blz. 10 1.3 Fictie en non fictie Fictie : verzonnen verhaal, fantasie Non Fictie: niet verzonnen verhaal

Fictie = Realistisch: kan echt gebeurd zijn Blz. 10 Realistisch: kan echt gebeurd zijn Niet-realistisch: kan niet echt gebeurd zijn