Basisstof 1: Voedingsmiddelen en voedingsstoffen

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Voorlichtingsavond De Granaet.
Advertisements

Zaden.
De actieve voedingsdriehoek
Stofwisseling.
Materie, energie en leven
Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
Samenstelling van voedsel
2rootje ‘Die-eet’ De voedingsdriehoek.
Wortels, stengels en bladeren
B3 Glucose als grondstof
Hoofdstuk 4 Voeding.
Animatie 1 Enzymen Bioplek Animatie 2 Enzymen Bioplek
Thema 2: Voeding en Vertering
Overzicht van de stofwisseling
We behandelen: Eiwitten Koolhydraten Vetten
Voortgezette assimilatie =
Glucose als grondstof. Glucose ontstaat d.m.v. fotosynthese
Voortgezette assimilatie =
Voedingsmiddelen & voedingsstoffen
T4 – Voeding en Vertering
Eiwitten 1 gram eiwitten = 4 kcal.
Thema 2 PLANTEN Basisstof 4 BLADEREN.
Koolhydraten
Thema 3 Organen en cellen
Hoofdstuk 4: Voeding HAVO 4.
De bouw van een plant.
Stofwisseling Thema 1.
Thema planten - Les 6 - Wortels -
Voeding & Vertering.
Voedingsmiddelen/voedingsstoffen Voedingsmiddelen: alles wat je eet of drinkt Voedingsstof: nuttige bestanddelen in voedingsmiddelen.
Thema planten - Les Stengels -
Thema Leven Les 5 Metabolisme.
Thema planten - Les Fotosynthese -
VOEDING !Hierboven klikken voor een stukje Nieuws uit de natuur!
Voeren en verzorgen Klas D21 MBO Doetinchem
Quiz: de voedingsstoffen
Klas DD31 en DD41 MBO Doetinchem
Antwoorden college 3 Noem de 5 structuren/ruimten waar de keelholte mee in verbinding staat. Neusholte, mond, luchtpijp, slokdarm, buis van Eustachius.
Trailer 'dansen op de vulkaan'
Voedingsstoffen Bouwstoffen
Gezonde voeding.
Hoofdstuk 2 Paragraaf
Alles over voeding Thema: Gezonde Voeding Geschreven door: MBO Diensten i.s.m. Voedingscentrum Aanpassing Schijf van Vijf november 2017.
Voeren en Verzorgen Les 3 Blok 1.
Gezonde voeding Gezond leven betekent dat je voldoende beweegt, gezond eet en je goed voelt.
Smul gezond.
Voedingsstoffen.
Voeding en Vertering 2 VMBO – KGT Thema 2.
Diëten H 5.1 Ruststofwisseling Waar hangt dit van af? lichaamsgewicht
Leverancier van de Schijf van Vijf
Biologie voor jou; Thema 2.
Voeding Kenmerken van voeding.
Gezonde voeding Gezond leven betekent dat je voldoende beweegt, gezond eet en je goed voelt.
Thema 1 Planten.
Koolhydraten.
Voeding en vertering.
Stofwisseling 4 VMBO KGT.
Gezonde voeding.
Voeren en verzorgen Periode 1 – Introductie en H1.
Planten HV.
Wat gaan we vandaag doen
dierlijke cel en een plantaardige cel
Spijsvertering Bijgewerkt
Thema 2 Voeding en vertering
De organen voor vertering
Plastiden Thema 3 BS 7.
Transcript van de presentatie:

Basisstof 1: Voedingsmiddelen en voedingsstoffen Voeding en Vertering Basisstof 1: Voedingsmiddelen en voedingsstoffen

Doel Aan het einde van de les kun je: Het verschil tussen voedingsmiddelen en voedingsstoffen uitleggen. Verschillende voedingsstoffen benoemen Uitleggen waar deze voedingsstoffen voor zijn.

Voedingsmiddelen Alle producten die je eet of drinkt. Plantaardige voedingsmiddelen: Wortels, stengels, bladeren, vruchten en zaden van bepaalde planten. Dierlijke voedingsmiddelen: delen van dieren (vlees, vis) of producten van dieren (eieren, melk, enz.)

Voedingsstoffen De bruikbare bestanddelen van voedingsmiddelen. Bouwstoffen: worden gebruikt bij de vorming van cellen en weefsels (voor groei en herstel) Brandstoffen: leveren energie voor beweging, lichaamstemperatuur, groei, ontwikkeling en herstel. Reservestoffen: worden opgeslagen in bepaalde delen van het lichaam. Beschermende stoffen: zorgen ervoor dat je gezond blijft.

Overzicht

Voedingsvezel Eigenlijk geen voedingsstof (wordt niet opgenomen) Alle onverteerbare stoffen in plantaardig voedsel. Functie: het bevorderen van darmperistaltiek. Zit vooral in plantaardig voedsel.

Eiwitten Functies: voornamelijk bouwstoffen, soms brandstoffen Kunnen niet als reservestoffen dienen. Er zijn plantaardige en dierlijke eiwitten

Koolhydraten Functies: vooral brandstoffen, soms bouwstoffen en reservestoffen. Voorbeelden: glucose, zetmeel, suiker

Vetten Functies: vooral brandstoffen, ook bouwstoffen en reservestoffen. Vetten kunnen o.a. onder de huid worden opgeslagen. Plantaardig of dierlijk

Water Functie: bouwstof Water is o.a. belangrijk bij het vervoeren van stoffen in het lichaam. Je lichaam bestaat voor 55 tot 60 procent uit water.

Mineralen (zouten) Functies: bouwstoffen en beschermende stoffen Voorbeeld: kalkzouten voor de opbouw van beenderen.

Vitamines Functies: bouwstoffen en beschermende stoffen Vitamines worden aangegeven met een letter Vetoplosbaar of wateroplosbaar

Doel bereikt? Wat is het verschil tussen voedingsmiddelen en voedingsstoffen? Welke voedingstoffen zijn er? Waar dienen deze voedingsstoffen voor?