Toekomst Industrie in België Paul De Grauwe KULeuven en London School of Economics
Het probleem: gestadige afbraak van de industriële tewerkstelling
De oorzaken van de teloorgang De fundamentele oorzaak is de productiviteitsstijging Deze laat toe elk jaar dezelfde productie te realiseren met gemiddeld 2,5% minder arbeiders. Deze productiviteitsstijging vinden we niet in dezelfde mate in de dienstensector
Productiviteitsstijging: vooral geconcentreerd in industrie
Analogie met de landbouw Honderdvijftig jaar geleden werkte ongeveer de helft van de actieve bevolking in de landbouw. Vandaag nog amper 2%. De oorzaak is dezelfde als in de industrie. Technologische vooruitgang drijft de productiviteit naar omhoog met het gevolg dat arbeid uit de landbouw wordt gestoten. Dit proces is nu reeds 150 jaar aan de gang en gaat nog altijd verder.
En de loonkosten dan? Traditionele analyse: de fundamentele oorzaak ligt in te hoge loonkosten. De hoge loonkosten leiden tot verlies aan competitiviteit en dus minder productie en tewerkstelling Deze analyse is fout
Als de loonkosten in de industrie aan hetzelfde ritme stijgen als de productiviteit, dus 2,5% per jaar, is er met de competitiviteit niets aan de hand. De reden is de volgende: als de loonstijging de stijging van de productiviteit volgt, dan is de loonkost die aanwezig is in een bepaald product onveranderd.
Soms gebeurt het wel dat de loonkosten sneller stijgen dan de productiviteit. Dit was het geval in de jaren zeventig In die periode was er wel sprake van een competitiviteitverlies. Afbraak van de tewerkstelling in de industrie toen veel hoger was dan nu. Sinds het midden van de jaren negentig is er geen noemenswaardig probleem meer met de Belgische competitiviteit. De lonen stijgen aan ongeveer hetzelfde ritme als de productiviteit.
Bron: Europese Commissie, AMECO
Relatiieve loonkost per eenheid product
Waarom blijft de tewerkstelling in de industrie dan dalen ondanks dit goede nieuws? Antwoord: technologische vooruitgang. Ondernemingen in een markteconomie, met veel concurrenten dus, zoeken voortdurend naar de goedkoopst mogelijke productiewijze. Ze proberen te besparen op alle kosten, arbeidskosten, materiaalkosten, energiekosten.
Hoe sterker de concurrentie hoe groter deze dwangmatige neiging van de ondernemers. Dit betekent dat ze voortdurend op zoek zijn naar nieuwe technologieën die de productiekosten drukken. Het gevolg is dat de productie steeds minder arbeid, maar ook minder energie, materialen, enz. nodig heeft. Productiviteit stijgt en leidt tot uitstoot van arbeid
Degenen die hun job behouden hebben een hogere productiviteit en dus een hoger loon De causaliteit gaat dus van productiviteit naar lonen De oorzaak van de afbouw van de industriële tewerkstelling is dus de productiviteitsgroei Dat is ook de reden waarom het aantal jobs in de automobielsector zal blijven dalen
En de globalisering dan Leidt globalisering niet tot delocalisatie? Is dat geen oorzaak van deindustrialisatie? Niet noodzakelijk. Globalisering leidt tot een afbouw van industriële activiteiten die veel gebruik maken van laaggeschoolde arbeid Niet van hooggesschoolde arbeid Globalisering stimuleert actviteiten die veel gebruik maken van hooggeschoolde arbeid
Is de industrie gedoemd te verdwijnen? NEEN
Is de industrie gedoemd te verdwijnen? De productie hoeft niet te dalen; kan zelfs stijgen als we de juiste niches vinden van productie dat gebruik maakt van hooggeschoolde arbeid Maar de globale industriële tewerkstelling zal jaar in jaar uit blijven dalen
Perspectieven voor de toekomst van de industriële tewerkstelling Tendensen zullen zich verder zetten de productiviteitsstijgingen zullen zich doorzetten de technologie staat niet stil en vooral nu niet in een geglobaliseerde wereld Dit is in feite goed nieuws: de vrijgekomen arbeidskrachten kunnen ingezet worden in interessantere jobs In sectoren die meedraaien internationaal
Het goede nieuws: de expansie van de dienstensector Het vorige kan leiden tot groot pessimisme Is ons tewerkstellingsprobleem niet onoplosbaar? Antwoord : neen Er worden meer jobs gecreëerd in de dienstensector dan er verloren gaan in de industrie Deze laatste zijn meestal interessantere jobs
Opmerking Dienstensector bevat een belangrijke component van service aan industrie. Waarschijnlijk meer dan vroeger Vergelijk pc van de jaren tachtig met laptop vandaag Pc jaren tachtig was hoofzakelijk hardware Pc nu is hoofzakelijk software
Zin en onzin van vermindering patronale bijdragen Patroons willen al jaren een vermindering van patronale lasten gecompenseerd door BTW-verhoging Dat zou de hoge loonkosten verminderen En zo meer industrie in België houden Zorgt een verlaging van patronale lasten voor een verlaging van de loonkosten wanneer alle effecten zijn uitgewerkt? Antwoord: nee
Verschuiving van patronale lasten naar BTW leidt onvermijdelijk tot stijging van de Consumptieprijsindex Nettolonen zullen zich daar aan aanpassen omdat werknemers hun koopkracht willen veilig stellen De druk op nettolonen leidt tot een stijging van brutolonen. Gevolg: het initieel gunstig effect van lastenverlaging op bruto loonkost wordt teniet gedaan.
Er is geen verband tussen niveau van werkgeversbijdrage en loonkosten Landen met lage werkgeversbijdragen (Denemarken) hebben even hoge of nog hogere loonkosten als België Een herschikking van de belastingstructuur brengt geen soelaas. Wat dan wel?
Alleen een vermindering van het overheidsbeslag (en in het bijzonder sociale zekerheid) kan de loonkosten drukken. Maar willen de mensen wel zo een vermindering van het overheidsbeslag? In theorie: ja In de praktijk: nee Werkgevers moeten leren leven met hoge loonkosten
Dank u voor uw aandacht