Deel 3: Politiek in de Griekse stadstaten

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Paragraaf 1: Het ontstaan van de polis, Athene als voorbeeld.
Advertisements

Staatsinrichting 1 Veranderingen herkennen/ beschrijven die in 1848 werden doorgevoerd in het kiesrecht door de liberalen o.l.v. Thorbecke.
Koninkrijk Bingo. KONINKRIJK BINGO Wie was de eerste Nederlandse koning? VRAAG.
Deel C: Participatie (p ) Participatie = inspraak = luistert men naar mijn mening?  in het gezin?  op school?  in België?
Omgaan met geschiedenis
3.2 Het bestuur van de polis
De VS krijgen een modern bestuur
Hoofdstuk 3 De grieken.
Tijd van Grieken en Romeinen 3000 v Chr- 500 n Chr
Kenmerk 4: De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en de ontwikkeling van het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat Les 1: Graecia;
Kenmerk 4: De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en de ontwikkeling van het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat Les 4: Griekenland,
De Peloponnesische oorlogen
Les 16: De Grieken zijn niet gelijk.
Hoe komen Grieken en Romeinen met elkaar in aanraking?
Paragraaf 2.1 Vorige les: ontstaan landbouwsamenleving
Griekse geschiedenis.
Staatsinrichting van Nederland
18de eeuw Halverwege de 18de eeuw kwam de Verlichting (zie aantekeningen bij hoofdstuk 7 ) Vrijheidsrechten Verlichtingsfilosofen gingen uit van het idee.
Hoofdstuk 2.
Het bestuur van de stadstaat
2. VAN POLIS TOT KEIZERRIJK.
Paragraaf 1 In Athene wordt de democratie ingevoerd.
De Griekse democratie Hoofdstuk 2.
DEMO-EX BELGIE HET DIRECT DEMOCRATISCH EXPERIMENT in BELGIE v
Hoofdstuk 3 De Romeinen.
Politiek.
De Oudheid Grieken en Romeinen in de context van de wereldgeschiedenis
Situering in tijd en ruimte
Hoofdstuk 3.
Extra van democratie.
Wat moet je weten aan het eind van de les?
DE KLASSIEKE OUDHEID DE ONTWIKKELING VAN HET WETENSCHAPPELIJK DENKEN EN HET DENKEN OVER BURGERSCHAP EN POLITIEK IN DE GRIEKSE STADSTAAT.
Leerlingenraad De Ark.
Evenwicht in de machtsindeling
Hoofdstuk III: Griekenland Les 3: Par 2, Het bestuur van de polis
Het bestuur van de stadstaat
De tijd van Grieken en Romeinen
Hoofdstuk III: Griekenland Les 5: Par 3B, Weten
Schokland 3.0 Politiek-juridische dimensie
In 1568 begint Willem van Oranje een opstand tegen Spanje
Van polis tot keizerrijk
De Oudheid Grieken en Romeinen in de context van de wereldgeschiedenis
De Griekse wereld.  Griekenland was niet één centraal geregeerd rijk maar bestond uit verschillende stadstaten (poleis); zelfstandige staten bestaand.
POLITIEK BIJ DE GRIEKEN EN ROMEINEN
1VWO Hoofdstuk 3: de Grieken.
Hoofdstuk 3: Parlementaire democratie
Het bestuur van de polis
3.4 Strijden of Sporten.
3.1 De Griekse wereld Hoofdstuk 3.
3.4 Strijden of Sporten. Wat gaan we doen? S.O. bespreken HW bespreken Oorlogen Verdediging tegen de Perzen De Perzen vallen opnieuw aan Grieken tegen.
H2.1 De Griekse Democratie
Griekse geschiedenis.
A SSOCIATIEAKKOORD TUSSEN DE EU EN O EKRAÏNE Waar gaat het over?
De Atheense Democratie
Koning: 3 functies Legerbevelhebber Opperpriester Opperrechter 6.
3.2 Het bestuur van de polis
Staatsinrichting van Nederland (deel 2)
De Grieks-Romeinse wereld
Wetenschap en politiek in de Griekse stadstaat
…..LET OP…………. Deze powerpoint gaat over de Knelpunten in de politiek.
Hoofdstuk 3 De Grieken.
…..LET OP…………. Deze powerpoint gaat over de Nederland; rechts-staat en democratie De powerpoint bevat de basisstof die je moet kennen om het centraal.
De Grieks-Romeinse wereld
Hoofdstuk 3 De Grieken.
H1 Wat is politiek?.
Politiek Paragraaf 1-3.
HOOFDSTUK 1 NEDERLAND VAN 1848 TOT 1914
1.1 DE NEDERLANDSE STAATSINRICHTING NU
Het Koninkrijk der Nederlanden
Hoofdstuk 1 Wat is politiek?
Transcript van de presentatie:

Deel 3: Politiek in de Griekse stadstaten Het voorbeeld van het democratische Athene

1. Woordverklaring? Letterlijke betekenis: ‘volk’ en ‘regeren’ Het volk stemt zelf over de wetgeving Nederlands woord: democratie

2. Inleiding: democratie is van alle tijden Gezinnen maken afspraken (eten, tv-kijken,…)  Hoe worden regels gemaakt? Door wie? Wat is het doel? Kunnen regels gewijzigd worden? Wat bij overtreding?... Opdracht 1: afspraak in de klas Jullie winnen samen 500 euro Wat doe je ermee? Eén voorwaarde: iedereen moet akkoord gaan

2. Inleiding: democratie is van alle tijden Overeenkomen = moeilijk  iedereen heeft eigen voorkeur (enkel eigenbelang?) Samenleven met miljoenen mensen = moeilijk Afspraken worden gemaakt en herzien Regels moeten rechtvaardig zijn voor iedereen (‘iedereen gelijk voor de wet’) Vraag: hoe werden staten in het verleden bestuurd?

3. De stad Athene in Griekenland Korte geschiedenis 3500 v.C.: eerste bewoners op Akropolis (heuvel) Tot 1065 v.C.: koninkrijk  centrum Myceense beschaving Daarna: op weg naar democratie (met vallen en opstaan) 5de eeuw v.C.: oorlogen met Perzen (verwoesting Akropolis) + oorlogen met Sparta 4de eeuw v.C.: hoogtepunt wetenschap + kunst + filosofie

De Akropolis (5de eeuw v.C.)

3. De stad Athene in Griekenland Onderzoeksvraag: hoe democratisch is Athene in Archaïsche en Klassieke periode? (+/- 800-350 v.C.) Conceptfiche democratie Onderdeel ‘Deelname van de burgers aan het bestuur’

Conceptfiche democratie: deelname van de burgers aan het bestuur Wat? Burgers nemen deel aan macht  evenwichtige verdeling van macht: alle macht komt van de burgers Deelname van burgers aan het bestuur Brede (veel) of nauwe (weinig) deelname van burgers? Directe (iedereen) of indirecte (afgevaardigden) deelname aan bestuur? Hoe worden leiders benoemd?  Loting, referendum, stemrecht (beperkt of breder?)

Direct of indirect? Als iedereen meebeslist  Direct (vb.: de hele klas gaat met de directie onderhandelen over de schoolreis) Wanneer de hele groep een klas-vertegenwoordiger aanduidt  Indirect (vb.: de klas kiest één persoon om met de directie te onderhandelen over de schoolreis)

Hoe worden leiders benoemd? Via stemming: iedere burger stemt voor mensen die in zijn naam handelen  verkozenen maken wetten Via loting: iedere burger maakt kans om leider te worden; het lot beslist  lotelingen maken wetten Via referendum: iedere burger stemt voor of tegen een wet  iedere burger maakt wetten

Hoe democratisch was Athene? Doc. 1 en doc. 2: organisatie van politiek (Attica = hele stadstaat Athene) Kijken naar: RUIMTE INSTELLINGEN

A. RUIMTE Attica, 3 gebieden: stad (kooplieden), binnenland (boeren), kust (vissers)  verdeeld in 10 delen Ieder deel heeft een Phyle:  Iedere phyle is samengesteld uit boeren (binnenland) + vissers (kust) + kooplieden (stad)

B. INSTELLINGEN Vragen stellen over democratie bij iedere instelling: Wie? Is er een brede of nauwe deelname van burgers? Direct of indirect? Is er een directe (iedereen) of indirecte (vertegenwoordigers) deelname aan het bestuur? Werking? Via loting, stemming of referendum?

B. INSTELLINGEN? Volksvergadering Wie?  Alle mannen: brede deelname, MAAR: velen zijn uitgesloten (vrouwen, slaven, vreemden) Direct of indirect? Direct: stemmen over wetten + aanduiden van ambtenaren Werking? Stemming

B. INSTELLINGEN Raad van 500 Wie? Alle mannen kunnen worden aangeduid (breed) Direct of Indirect? Indirect: vertegenwoordigers bereiden bestuur voor en voeren beslissingen uit + toezicht Werking? Loting

B. INSTELLINGEN Prytanie Wie?  Iedere Phyle (breed): beurtrol (50 leden) Direct of indirect? Indirect: 50 leden Snelle beslissingen Werking? Loting

B. INSTELLINGEN Volksrechtbank Wie?  Breed: 6000 rechters uit het volk Direct of indirect? Indirect Rechtspraak Werking? Loting

B. INSTELLINGEN Militair bevelhebbers en archonten (hoge ambtenaren) Wie? Uit iedere Phyle één leider: breed Wat?  Indirect: verkozen door Volksvergadering Werking?  Stemming in Volksvergadering

Hoe democratisch was Athene? Doc. 3: cartoon Heeft iedereen stemrecht?  NEEN: Vrouwen, kinderen, slaven en vreemdelingen (metoiken) worden uitgesloten

Besluit: hoe democratisch was Athene? Brede of nauwe deelname? Vele mensen worden uitgesloten (slaven, vrouwen, vreemdelingen): nauwe deelname, MAAR: diegenen die mogen deelnemen  brede deelname Directe of indirecte deelname? Direct (Phyle, volksvergadering) + indirect (aanduiding van Raad van 500, Prytanie, Volksrechtbank, archonten, militair bevelhebber)

Besluit: hoe democratisch was Athene? 3. Manier van benoeming?  Zowel stemrecht (verkiezing van ambtenaren, militairen) als loting (aanstelling Raad van 500, Prytanie, Volksgerecht)