Zondag 15 maart 2015 Morgendienst
Welkom in deze dienst! Voorganger: ds. H. Biesma (Amersfoort) Ouderling: E. Groenewold Organist: Krijn van Veen
Gezang 442 Psalm 122: 1 en 2 Opwekking 350 Psalm 81: 7,11 en 14 Psalm 135: 8 en 9 Gezang 173: 1,3 en 5 Gezang 181: 4,5 en 6 Psalm 108: 1 en 2 (OB) I Koningen 12: 25-32 Mattheüs 16: 21-27
Welkom en mededelingen
en U volgend op uw schreden gaan wij moedig met U mede. Gezang 442: 1, 2, 3 en 4 1. Jezus, ga ons voor deze wereld door, en U volgend op uw schreden gaan wij moedig met U mede. Leid ons aan uw hand naar het vaderland.
sterk ons, Heer, om zonder klagen achter U ons kruis te dragen. Gezang 442: 1, 2, 3 en 4 2. Valt de weg ons lang, zijn wij klein en bang, sterk ons, Heer, om zonder klagen achter U ons kruis te dragen. Waar Gij voor ons tradt, is het rechte pad.
3. Krimpt ons angstig hart onder eigen smart, Gezang 442: 1, 2, 3 en 4 3. Krimpt ons angstig hart onder eigen smart, moet het met de ander lijden, Jezus, geef ons kracht tot beide. Wees Gij zelf het licht dat ons troost en richt.
met uw troost en met uw zegen tot aan 't eind van onze wegen. Gezang 442: 1, 2, 3 en 4 4. In de woestenij, Heer, blijf ons nabij met uw troost en met uw zegen tot aan 't eind van onze wegen. Leid ons op uw tijd in uw heerlijkheid.
Stil gebed Votum en groet Stil gebed Votum en groet
1. Hoe sprong mijn hart hoog op in mij, Psalm 122: 1 en 2 1. Hoe sprong mijn hart hoog op in mij, toen men mij zeide: “Gord u aan om naar des Heren huis te gaan! Kom ga met ons en doe als wij!” Jeruzalem, dat ik bemin, wij treden uwe poorten in, u, Godsstad, mogen wij ontmoeten!
Jeruzalem, van ver aanschouwd, wel saamgevoegd en welgebouwd, Psalm 122: 1 en 2 Jeruzalem, van ver aanschouwd, wel saamgevoegd en welgebouwd, o schone stede, die wij groeten.
2. Hoe zijn de stammen opgegaan! Hier gingen ons de voeten voor Psalm 122: 1 en 2 2. Hoe zijn de stammen opgegaan! Hier gingen ons de voeten voor der pelgrims, die de Heer verkoor, hier, waar uw heilge muren staan! Jeruzalem, dat ik bemin, wij treden uwe poorten in naar 's Heren woord, om zijns naams ere!
Verootmoediging Tien geboden
1. Vader, vol van vrees en schaamte, buigen wij voor U. Opwekking 350 1. Vader, vol van vrees en schaamte, buigen wij voor U. Heel uw werk, door ons vertreden, klaagt ons, mensheid, aan bij U.
die schuldig voor U staan. U bent onze God en Redder, Opwekking 350 2. Heer, ontferm U over ons, die schuldig voor U staan. U bent onze God en Redder, neem ons in uw liefde aan
3. Vader, in dit uur der waarheid, keren w’ ons tot U. Opwekking 350 3. Vader, in dit uur der waarheid, keren w’ ons tot U. O, vergeef ons, Heer herstel ons, maak ons hart en leven nieuw.
4. Vul ons met uw heil'ge Geest, geef vuur en kracht steeds weer. Opwekking 350 4. Vul ons met uw heil'ge Geest, geef vuur en kracht steeds weer. leder zal uw macht aanschouwen, dat wij uw naam verhogen Heer.(2x)
Gods regels Tien geboden
7. Luister, welk bevel Ik u in wil scherpen. Hoor Mij, Israël! Psalm 81: 7, 11 en 14 7. Luister, welk bevel Ik u in wil scherpen. Hoor Mij, Israël! Laat geen vreemde god, laat geen vreemd gebod ooit u onderwerpen!
Waar gij langs zult gaan maak Ik u ruim baan: niemand houdt u tegen Psalm 81: 7, 11 en 14 11. Ga niet van Mij heen, volg Mij op Mijn wegen, sluit u hecht aaneen. Waar gij langs zult gaan maak Ik u ruim baan: niemand houdt u tegen
14. Keer terug tot Mij Israël, gij trotse - en de woestenij Psalm 81: 7, 11 en 14 14. Keer terug tot Mij Israël, gij trotse - en de woestenij zal weer bloeien gaan; Ik geef most en graan, honing uit de rotsen.
Gebed Gebed
We lezen uit de HSV: I Koningen 12: 25-32 De lezing wordt verzorgd door Frieke Boiten
I Koningen 12: 25-32 25 Jerobeam bouwde Sichem uit, in het bergland van Efraïm, en ging daar wonen. Naderhand vertrok hij vandaar en bouwde Penuel. 26 En Jerobeam zei in zijn hart: Nu zal het koninkrijk weer aan het huis van David komen.
I Koningen 12: 25-32 27 Als dit volk optrekt om offers te brengen in het huis van de HEERE in Jeruzalem, zal het hart van dit volk terugkeren naar hun heer, naar Rehabeam, de koning van Juda. Dan zullen zij mij doden en terugkeren naar Rehabeam, de koning van Juda.
I Koningen 12: 25-32 28 Daarom pleegde de koning overleg en maakte twee gouden kalveren. Hij zei tegen het volk: Het is te veel voor u om op te trekken naar Jeruzalem. Zie uw goden, Israël, die u uit het land Egypte hebben doen optrekken 29 En hij plaatste het ene in Bethel, en het andere zette hij in Dan.
I Koningen 12: 25-32 30 Dit werd aanleiding tot zonde, want het volk liep vóór het ene uit, tot aan Dan toe. 31 Hij maakte ook een godshuis op de offerhoogten en hij stelde priesters aan uit alle geledingen van het volk, die niet tot de nakomelingen van Levi behoorden.
I Koningen 12: 25-32 32 Verder stelde Jerobeam een feest in voor in de achtste maand, op de vijftiende dag van de maand, zoals het feest dat in Juda gevierd werd, en hij besteeg dan het altaar. Zo deed hij ook in Bethel door offers te brengen aan de kalveren die hij gemaakt had. Hij stelde ook in Bethel priesters aan voor de offerhoogten die hij gemaakt had.
8. Aller volken goden zijn goud en zilver, pracht en praal, Psalm 135: 8 en 9 8. Aller volken goden zijn goud en zilver, pracht en praal, werk van 's mensen hand en brein, zonder geest en zonder taal. Zij zijn blind en zij zijn doof voor aanbidding en geloof.
9 Wat men ook tot goden wijdt, 't is maar schijn en onbezield. Psalm 135: 8 en 9 9 Wat men ook tot goden wijdt, 't is maar schijn en onbezield. Al wie afgodsbeelden snijdt en voor eigen maaksel knielt, gaat te gronde met het goud waar hij blindlings op vertrouwt.
We lezen uit de HSV: Mattheüs 16: 21-27 De lezing wordt verzorgd door Frieke Boiten
Eerste aankondiging van het lijden Mattheüs 16: 21-27 Eerste aankondiging van het lijden 21 Van toen aan begon Jezus Zijn discipelen te laten zien dat Hij naar Jeruzalem moest gaan en veel zou moeten lijden van de kant van de oudsten en de overpriesters en de schriftgeleerden, en dat Hij gedood zou worden en op de derde dag zou worden opgewekt.
Mattheüs 16: 21-27 22 En Petrus nam Hem apart en begon Hem te bestraffen; hij zei: God zij U genadig, Heere, dit zal beslist niet met U gebeuren! 23 Maar Hij keerde Zich om en zei tegen Petrus: Ga weg achter Mij, satan! U bent een struikelblok voor Mij, want u bedenkt niet de dingen van God, maar die van de mensen.
Aansporing tot zelfverloochening Mattheüs 16: 21-27 Aansporing tot zelfverloochening 24 Toen zei Jezus tegen Zijn discipelen: Als iemand achter Mij aan wil komen, moet hij zichzelf verloochenen, zijn kruis opnemen en Mij volgen. 25 Want wie zijn leven zal willen behouden, die zal het verliezen; maar wie zijn leven zal verliezen om Mij, die zal het vinden.
Mattheüs 16: 21-27 26 Want wat baat het een mens, als hij heel de wereld wint en aan zijn ziel schade lijdt? Of wat zal een mens geven als losprijs voor zijn ziel? 27 Want de Zoon des mensen zal komen in de heerlijkheid van Zijn Vader, met Zijn engelen, en dan zal Hij ieder vergelden naar zijn daden.
1. Alles wat over ons geschreven is Gezang 173: 1, 3 en 5 1. Alles wat over ons geschreven is gaat Gij volbrengen deze laatste dagen, alle geboden worden thans voldragen, alle beproeving van de wildernis.
3. Jezus, de haard van uw aanwezigheid Gezang 173: 1, 3 en 5 3. Jezus, de haard van uw aanwezigheid zal in ons hart een vreugdevuur ontsteken. Gij gaat vooraan, Gij zult ons niet ontbreken, Gij Hogepriester in der eeuwigheid.
5. Dit is uw opgang naar Jeruzalem Gezang 173: 1, 3 en 5 5. Dit is uw opgang naar Jeruzalem waar Gij uw vrede stelt voor onze ogen, vrede aan allen die uw naam verhogen: heden hosanna, morgen kruisigt Hem!
De kinderen mogen nu naar de bijbelklas.
Verkondiging: Het gemak dient de mens ……….NIET Tekst: 1 Koningen 12: 28 Mattheüs 16: 21 Preek
4. Hoe vreemd, dat voor de schapen zijner weide Gezang 181: 4, 5 en 6 4. Hoe vreemd, dat voor de schapen zijner weide de herder zelf ter slachtbank zich liet leiden, de heer zich voor de schulden zijner knechten aan 't kruis liet hechten.
5. O wonderbare liefde, die ons denken Gezang 181: 4, 5 en 6 5. O wonderbare liefde, die ons denken te boven gaat, wat kan mijn liefd' U schenken, wat ooit bereiken d’ arbeid mijner dagen, dat U behage?
6. O liefde, voor dit offer van uw leven, Gezang 181: 4, 5 en 6 6. O liefde, voor dit offer van uw leven, wat kan ik, dan mijzelf ten offer geven, opdat ik nooit, hetzij ik leev' of sterve, uw liefde derve!
Dankgebed en voorbeden door ouderling van dienst. Dankzegging en voorbedenDe kinderen komen terug uit de bijbelklas.Er zal een korte uitleg gegeven worden over het paasproject.
Er zal nu gecollecteerd worden voor: 1) Werelddiaconaat 2) Kerk Dankzegging en voorbedenDe kinderen komen terug uit de bijbelklas.Er zal een korte uitleg gegeven worden over het paasproject.
1. Mijn hart, o Hemelmajesteit, Is tot Uw dienst en lof bereid; Psalm 108: 1 en 2 (OB) 1. Mijn hart, o Hemelmajesteit, Is tot Uw dienst en lof bereid; 'k zal zingen voor den Opperheer, 'k zal psalmen zingen tot Zijn eer. Gij zachte harp, gij schelle luit, waakt op, dat niets uw klanken stuit'. 'k Zal in den dageraad ontwaken en met gezang mijn God genaken.
2. Ik zal, o HEER, Uw wonderdaân, Uw roem den volken doen verstaan, Psalm 108: 1 en 2 (OB) 2. Ik zal, o HEER, Uw wonderdaân, Uw roem den volken doen verstaan, want Uwe goedertierenheid is tot de heem'len uitgebreid. Uw waarheid heeft noch paal noch perk, maar streeft tot aan het hoogste zwerk. Verhef U boven 's hemels kringen, en leer al d' aard' Uw grootheid zingen.
Zegen, door de gemeente te beantwoorden met:
U ben van harte welkom voor een kopje koffie of thee! Vanmiddag begint de dienst om 17.00 uur. In deze dienst gaat dominee J.F. Ezinga uit Westbroek (NGK) voor.