JR Velt vzw Met de steun van het ministerie

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Boe! Mijn naam is Bella De Koe.
Advertisements

Vraag 1: Welke dieren leven in de Nederlandse vee-industrie?
Kenmerken van Keurmerken
GROENE VARKENS ZONDER RODE CIJFERS
Gezonde voeding.
Verzekeren.
Thema 4, Mens en Milieu Misschien niet het meest “sexy”onderwerp
Sarah De Baets Julie Cokelaere
Bewerkt door Sam, Iris, Thalita, Lore, Saartje en Zoë
Toegankelijkheidsquiz
Wijchen Gezond Café (h)eerlijke voeding 15 maart 2014.
Een handleiding voor deleerkracht
Hoe gezond ben ik?.
1 Pasen: Kies een leuk spel Gertrude van Walstijn.
In welke snack zitten bij gelijk gewicht de meeste calorieën? a) Slagroomgebak b) Chips c) Kip-kerriesalade.
Biologische catering Milieu platform zorgsector 13 november 2007 Marjolein Engelen-Esman Ketenmanager Catering Task Force Marktontwikkeling Biologische.
2rootje ‘Die-eet’ De voedingsdriehoek.
Gezonde voeding bij tieners
Paragraaf 3+4. Hoe kan het dat je besluit een nieuwe telefoon te kopen?  De mening van vrienden en familie  De eigen smaak en leeftijd  De financiële.
CSE Vaardigheden.
percentage promillage ppm
Planten.
We beginnen met een standaard voedselketen….
Wat we bereid zijn om te betalen, maar niet hoeven te betalen.
2.2: Meer kennis, meer voedsel
Waarover gaat dit lied?.
Gonnie Staaks tel
Potverdorie, eet normaal!
Hoe zit het ook alweer? 4 groepen 4 vragen 4 antwoorden
Bioweek 2015 van 6 tot 14 juni “Met bio investeer ik in de toekomst”
Les verzorgen Theorie: Kip.
Vakleer/warenkennis L. van der Meer
Welkom bij de ‘Weet wat je eet en beweegt ’ quiz!
Scroll naar beneden voor de vragen en antwoorden
Kippen: Van ei naar kip niet ingesproken
Lekker en Gezond de Quiz
Potverdorie, eet normaal!
Van stal naar bord Ik maak een werkstuk voor plannex het gaat over het dier dat eerst op de boerderij lekker in het hooi graasde maar nu op je bord licht.
Planten.
Keuzemodule Groen Ondernemen Coen van Wetering
Thema 2 PLANTEN Basisstof 1 -De levenscyclus van een plant
Hoe overleven bomen de winter?
1 Thema 3 Mens en milieu B1 en B2.
Regenwormen.
 Geen kunstmest, alleen natuurlijke mest. Of een groenbemesterVlinderbloemigen gebruiken voor stikstof Ruige strorijke mest compost.
Welkom op de kinderboerderij Laag Buurlo. Dit bord staat bij de ingang van de kinderboerderij.
Bemestingsplan Hoe werkt dat?. voorbeeld Op een serie van feesten heb je bonnen voor Nasi, Pils en Kroketten. Na het vorige feestje had je nog 6 nasibonnen,
 Wie is Amber Alberda?  Hashimoto  Haar oude levensstijl  Nieuwe ervaringen  Je bent je eigen bouwpakket  Food IQ.
Dieren op de boerderij. Gebruikte symbolen Ga naar mijn volgende dia Ga naar mijn voorgaande dia Ik wil nog even mijn informatie raadplegen.
Dieren op de boerderij. Gebruikte symbolen Ga naar mijn volgende dia Ga naar mijn voorgaande dia Ik wil nog even mijn informatie raadplegen.
Quiz De voedingsdriehoek. 1. Welke groep uit de voedingsdriehoek heb je eigenlijk niet nodig?  A) Lichaamsbeweging  B) Groenten en fruit  C) De restgroep.
De kip!. Hoe ziet een kip eruit? De kip Heeft ook veren, maar minder mooi gekleurd dan de haan. Kippen zijn er in veel verschillende kleuren. Kippen hebben.
De mens en zijn milieu ZW4 Hoofdstuk 4. §1 De mens en het milieu Milieu: de omgeving waarin een organisme leeft Mens en milieu: de mens en zijn omgeving.
VOEDING !Hierboven klikken voor een stukje Nieuws uit de natuur!
Groen op je bord.
BIOLOGISCHE VOEDING.
Klas DD31 en DD41 MBO Doetinchem
Herfst Dieren in de tuin.
BLOKBOEK NATUUR 7 LES 5 - PLANTEN.
Wat eet je wel, Wat eet je niet?
Smul gezond.
Smul gezond.
Vragen over de film ‘Dier en Industrie’
Dit is gewoonlijk het bovengrondse deel van een groene plant
Lezing Stichting Kind en Voeding
Lezing Stichting Kind en Voeding
Staat dit in de Schijf?. Lessenserie: Voeding – mbo 2 Vak: burgerschap 2 Lesuren: Eetmeter Eetgedrag Staat dit in de Schijf?
De bodem leeft!.
Transcript van de presentatie:

JR Velt vzw www.velt.be Met de steun van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Deze bio-babbel junior nodigt jongeren uit tot een gesprek, daagt ze uit in enkele opdrachten en quiz-vragen en geeft informatie over bio-voeding en bio-landbouw. Je kan deze les beschouwen als een introductie in bio, als smaakmaker, …. Er is veel afwisseling en er is de uitdaging in de gezonde concurrentie tussen de deelnemers. VOORBEREIDING: - Installeer een beamer en een labtop (of een overhead-projector met slides). - Leg proevertjes en bio-producten vooraan op een lessenaar. Info over productkeuze zie - opdracht van de 2e ronde - Zoek de mol - opdracht van de finale - De smaak van bio - Maak teams van +/- 4 leden. - Geef elke groep een invulblad. TIP: Geef de leerlingen op voorhand de opdracht om op zoek te gaan naar bio-proevertjes. Laat ze elk één proevertje aankopen ter waarde van +/- 1 EURO. => Vooronderzoek door de leerlingen: Waar vind ik bio? - Hoe herken ik bio? - Welke producten zijn er allemaal? - Is bio duur?

1) Voeding & Natuur 2) Wat is bio? 3) Hoe herken ik bio? 4) Is bio gezond? 5) Is bio duur? 6) Finale - Raketronde DOELEN: De leerlingen kunnen het verband verwoorden tussen voeding en natuur, tussen landbouw en natuur. De leerlingen kunnen uitleggen dat wat bio inhoudt door enkele voorbeelden te beschrijven uit de bio-landbouwpraktijk. De leerlingen kunnen bio-producten herkennen aan het bio-label. De leerlingen kunnen het verband verwoorden tussen (bio-)voeding en gezondheid. De leerlingen leggen de relatie tussen de keuze van de consument en de (hogere) prijs van bio-producten.

1) Voeding & Natuur DOELEN: De leerlingen kunnen het verband verwoorden tussen voeding en natuur, tussen landbouw en natuur. De leerlingen kunnen uitleggen dat wat bio inhoudt door enkele voorbeelden te beschrijven uit de bio-landbouwpraktijk. De leerlingen kunnen bio-producten herkennen aan het bio-label. De leerlingen kunnen het verband verwoorden tussen (bio-)voeding en gezondheid. De leerlingen leggen de relatie tussen de keuze van de consument en de (hogere) prijs van bio-producten.

STELLING De natuur zorgt voor onze voeding, dus moeten wij zoveel mogelijk zorgen voor de natuur. Akkoord Niet akkoord Geen mening

IFO Brandnetel en paardenbloem: Voeding of onkruid? MENU met 64 plantensoorten (dd. 500 v. Chr.) De natuur geeft ons eetbare planten en dieren als voeding. Vroeger, toen mensen jagers en verzamelaars waren, was dat duidelijk. Wetenschappers analyseerden de maaginhoud van een man († 500 voor Chr.). Ze vonden 64 verschillende plantensoorten (o.a. brandnetels en paardenbloemen)! De mens heeft als landbouwer gezocht naar manieren om gewenste gewassen te produceren en dieren te kweken en wil de opbrengst graag optimaal hebben. Zo wordt de wereldbevolking gevoed.

Hoeveel kg graan verbouwen onze boeren per ha? Landbouwproductie Hoeveel kg graan verbouwen onze boeren per ha? De wereldbevolking stijgt en de vraag naar voeding dus ook. De opbrengsten in de landbouw zijn tussen 1975 en 1999 door intensivering van de landbouw in West-Europa met 70% toegenomen. Aan de basis hiervan ligt: - gebruik van kunstmest - gebruik van landbouwmachines en tractoren - gebruik van pesticiden. Keerzijde van de medaille: verminderde biodiversiteit, vervuiling van water en bodem (overbemesting),… Een verstoord evenwicht van mens en natuur.

OPDRACHT Iemand is ‘Moeder Natuur’ en iemand is ‘Landbouwer ’. Beiden gaan aan tafel zitten. Voer een dialoog - rollenspel. Enkele tips als leerlingen niet goed weten waarover Moeder Natuur en een boer samen zouden kunnen spreken. De boer vraagt: - Wat moet ik in ‘s hemelsnaam doen tegen die vervloekte rupsen die mijn oogst opeten? Is het spuiten met synthetische pesticiden een probleem voor de natuur? - Waarom is mest een probleem voor de natuur? Moeder Natuur zegt: - Beste boer, we kunnen misschien samenwerken?

2) Wat is bio? DOELEN: De leerlingen kunnen het verband verwoorden tussen voeding en natuur, tussen landbouw en natuur. De leerlingen kunnen uitleggen dat wat bio inhoudt door enkele voorbeelden te beschrijven uit de bio-landbouwpraktijk. De leerlingen kunnen bio-producten herkennen aan het bio-label. De leerlingen kunnen het verband verwoorden tussen (bio-)voeding en gezondheid. De leerlingen leggen de relatie tussen de keuze van de consument en de (hogere) prijs van bio-producten.

Als je kiest voor bio, kies je voor een beter milieu. Akkoord Niet akkoord Geen mening Akkoord Niet akkoord Geen mening

Bio-groenten

Bio-groenten Geen kunstmest Vruchtwisseling Door vruchtwisseling toe te passen, wil de bio-boer voorkomen dat de grond uitgeput wordt. Er is een minimale belasting op het milieu door doordacht om te springen met bemesting en door geen kunstmest te gebruiken. Het zaaien van vlinderbloemigen zoals klaver en bonen, zorgt voor een natuurlijke aanrijking van de bodem met stikstof. Wortelknolletjes kunnen stikstof uit de lucht vastleggen en beschikbaar maken voor de planten. Plagen krijgen minder kansen omdat er steeds andere gewassen groeien op eenzelfde stukje grond. De larven van wortelvliegen bijvoorbeeld vinden het volgend jaar geen wortelen meer, zodat zij niet kunnen overleven in de bodem. Geen kunstmest Vruchtwisseling

Waar dit jaar wortel en venkel groeit, Waar dit jaar wortel en venkel groeit, groeit volgend jaar: A) courgette / aardappel B) klaver / bonen / erwten C) peterselie en selder Elke bio-groentenboer heeft een teeltschema. Dit is een planningschema met welke gewassen hij zal zaaien op zijn percelen. Het is een weldoordacht doorschuifsysteem waarbij rekening wordt gehouden met de eisen die elk gewas stelt aan de bodem.

Bio-peren Geen synthetische pesticiden Natuurlijke vijanden aantrekken In de biologische landbouw worden geen synthetische pesticiden gebruikt. Als een fruitboer helemaal geen maatregelen neemt, kan zijn oogst verloren gaan door bijvoorbeeld een bladluizenplaag of door aantasting door schurft (een schimmelziekte). De fruitteler probeert samen te werken met koolmezen die rupsen eten, zweefvliegen die bladluizen eten, enzovoort. Met nestkastjes en bloembedden worden deze helpers gelokt. Op de foto zie je een oorwormenpotje met hooi als nestgelegenheid voor oorwormen. Zij helpen de bio-boer om de bladluizenpopulatie onder controle te houden. Geen synthetische pesticiden Natuurlijke vijanden aantrekken

Bio-peren Geproduceerd volgens normen Gecontroleerd Schimmelziektes zijn een grote vijand van de fruitteler. Om deze te bestrijden mag de biologische fruitteler spuiten met stoffen van natuurlijke herkomst, zoals zwavel. Dit ligt vast in Europese regels. Het liefst gebruikt een biologische teler ook deze stoffen niet. Daarom worden er veel proeven gedaan met rassen die minder gevoelig zijn voor schimmels. Alle Belgische bio-boeen worden gecontroleerd om te zien of zij zich houden aan de regels. De onafhankelijke controleorganistaties Blik en Ecocert kennen het Biogarantie®-label toe aan de telers. Geproduceerd volgens normen Gecontroleerd

Schadelijk insect of natuurlijke vijand? Dit diertje eet A) bladluizen B) vruchten C) lieveheersbeestjes D) bladeren Een vrouwelijk lieveheersbeestje legt zo’n 600 eieren in kleine groepjes. Daarvoor kiest ze een plekje dicht bij bladluizenkolonies. De larven ontwikkelen zich in 6 tot10 weken en kunnen elke zo’n 800 bladluizen verorberen.

Schadelijk insect of natuurlijke vijand? Dit diertje eet A) bladluizen B) vruchten C) lieveheersbeestjes D) bladeren De rups van de preimot eet bladeren van prei.

Eén van de producten is niet biologisch. Zoek de mol. NODIG: Verpakkingen en producten en de proevertjes. Dit materiaal dient om aan te duiden waar je bio kan kopen, hoe je het etiket moet lezen, wat het verschil is tussen een biologisch en een ambachtelijk niet-biologisch product, het assortiment bio… Enkele voorbeelden: de verpakkingen van de proevertjes, Wereldwinkelkoffie, een fles olie, pasta, kruiden en de mol. De mol is een niet-bioproduct. We kiezen voor een ambachtelijk en/of een natuurproduct dat geen Biogarantie®-label draagt. Enkele voorbeelden: een klein flesje ambachtelijke balsamico-azijn (uit de supermarkt) ambachtelijk gemaakte wafeltjes natuur yoghurt (zonder fruitsmaak – niet bio) Elke groep krijgt ongeveer 10 producten met daartussen 1 mol. De groep die het eerst de mol vind,t krijgt het bonuspunt. OPDRACHT: Zoek de mol.

3) Hoe herken ik bio? DOELEN: De leerlingen kunnen het verband verwoorden tussen voeding en natuur, tussen landbouw en natuur. De leerlingen kunnen uitleggen dat wat bio inhoudt door enkele voorbeelden te beschrijven uit de bio-landbouwpraktijk. De leerlingen kunnen bio-producten herkennen aan het bio-label. De leerlingen kunnen het verband verwoorden tussen (bio-)voeding en gezondheid. De leerlingen leggen de relatie tussen de keuze van de consument en de (hogere) prijs van bio-producten.

Biologisch? Da’s allemaal bedrog!!!!!!! ? Akkoord Niet akkoord Geen mening

Dit is biologisch Geproduceerd volgens normen Gecontroleerd

Reglementering • Europese wetgeving • Belgische wetgeving • Lastenboeken • Onafhankelijke controle Blik Ecocert HOE WORDT DE BIOLOGISCHE TEELT GECONTROLEERD? (www.bioforum.be) De biologische productie van plantaardige en dierlijke producten is wettelijk vastgelegd op Europees niveau. Dit is ook omgezet in Belgische wetgeving. Alle regels waaraan de biologische landbouwer zich moet houden, vind je gedetailleerd terug in zogenaamde lastenboeken. Niet alleen de productie zelf (geen kunstmest of pesticiden, geen antibiotica in het voer...) ligt vast. Ook de manier waarop de controle moet gebeuren, is bepaald. Het zijn de controleorganisaties die nagaan of de normen worden nageleefd. De controleurs bezoeken telers, verwerkers en winkeliers. Ze nemen stalen voor analyses en ze vragen alle nodige documenten op die de biologische kwaliteit moeten bewijzen. Ze volgen dus het hele traject van een product: van het veld tot op je bord. In België zorgen twee gespecialiseerde, onafhankelijke organisaties voor de controle en de certificering van de producten van biologische landbouw: Blik en Ecocert. Ze zijn allebei erkend door het ministerie van Landbouw en geaccrediteerd door het ministerie van Economische Zaken. Ze krijgen op hun beurt nog eens controle van de overheid om ervoor te zorgen dat ze hun werk correct en goed doen.

Bio-kippen: lastenboek Maximaal 6 leghennen per m2 stalruimte. Minimaal 4 m2 buitenruimte per kip; voornamelijk begroeide bodem. In de stal is er daglicht, frisse lucht, strooisel op de grond en er zijn zitstokken en legnesten. Minimum 8 uur per nacht geen verlichting in de stallen. De kippen moeten vrij naar binnen en naar buiten kunnen lopen. Minstens 85% van het voer moet biologisch zijn; al het voer moet gentechvrij zijn. Een deel van het voer moet uit graan bestaan. Het afkappen van de snavel is verboden. Geproduceerd volgens normen Gecontroleerd

In Vlaanderen leven +/- 9,6 miljoen legkippen In Vlaanderen leven +/- 9,6 miljoen legkippen. Hoeveel bio-legkippen leven in Vlaanderen? A) +/- 4 miljoen B) +/- 400.000 C) +/- 40.000

Waaraan kan je een bio-ei in de winkel. herkennen. A) de bruine kleur Waaraan kan je een bio-ei in de winkel herkennen? A) de bruine kleur B) het bio-label C) de grootte

Legbatterijen moeten kunnen. Kippen zijn ook maar beesten hè. Deze cartoon is er wel over hoor! Akkoord Niet akkoord Geen mening

Een kippenkweker met een legbatterij moet tegen 2010 overschakelen op een ander systeem. Als hij bio-boer wil worden, zal hij onder andere moeten zorgen voor een buitenloop. Hoeveel m2 grond is er nodig voor 10.000 bio-kippen? (4 m2 buitenruimte per kip) Hoeveel voetbalvelden is dit? (De oppervlakte van 1 voetbalveld = 0,5 ha = 100m x 50m)

1 4) Is bio gezond? DOELEN: De leerlingen kunnen het verband verwoorden tussen voeding en natuur, tussen landbouw en natuur. De leerlingen kunnen uitleggen dat wat bio inhoudt door enkele voorbeelden te beschrijven uit de bio-landbouwpraktijk. De leerlingen kunnen bio-producten herkennen aan het bio-label. De leerlingen kunnen het verband verwoorden tussen (bio-)voeding en gezondheid. De leerlingen leggen de relatie tussen de keuze van de consument en de (hogere) prijs van bio-producten.

Als ik bio eet ben ik gezonder dan iemand die nooit bio eet. Akkoord Niet akkoord Geen mening

Bio & Gezondheid Meer nuttige stoffen: vitamine C Minder schadelijke stoffen: pesticidenresiduen antibiotica- en medicijnresten Minder water in groenten en fruit

Bio & Gezondheid Bio-chips kunnen evenveel vet bevatten als gangbare chips. A) Juist B) Fout

5) Is bio duur? DOELEN: De leerlingen kunnen het verband verwoorden tussen voeding en natuur, tussen landbouw en natuur. De leerlingen kunnen uitleggen dat wat bio inhoudt door enkele voorbeelden te beschrijven uit de bio-landbouwpraktijk. De leerlingen kunnen bio-producten herkennen aan het bio-label. De leerlingen kunnen het verband verwoorden tussen (bio-)voeding en gezondheid. De leerlingen leggen de relatie tussen de keuze van de consument en de (hogere) prijs van bio-producten.

Bio-voeding op kamp dat gaat niet dat is te duur. Akkoord Niet akkoord Geen mening

Bio & Prijs De prijs van bio is: A) altijd hoger B) vaak hoger, soms gelijk, soms lager C) altijd lager in vergelijking met niet-bio.

6) Finale - Raketronde DOELEN: De leerlingen kunnen het verband verwoorden tussen voeding en natuur, tussen landbouw en natuur. De leerlingen kunnen uitleggen dat wat bio inhoudt door enkele voorbeelden te beschrijven uit de bio-landbouwpraktijk. De leerlingen kunnen bio-producten herkennen aan het bio-label. De leerlingen kunnen het verband verwoorden tussen (bio-)voeding en gezondheid. De leerlingen leggen de relatie tussen de keuze van de consument en de (hogere) prijs van bio-producten. 6) Finale - Raketronde

Vergeten groente? Wat is de naam van deze eetbare plant? A) winterpostelein B) warmoes C) aardappel D) rucola of raketsla

Vergeten groente? Wat is de naam van deze eetbare plant? A) winterpostelein B) warmoes C) aardappel D) rucola of raketsla

Vergeten groente? Wat is de naam van deze eetbare plant? A) winterpostelein B) warmoes C) aardappel D) rucola of raketsla

Vergeten groente? Wat is de naam van deze eetbare plant? A) winterpostelein B) warmoes C) aardappel D) rucola of raketsla

Dit is A) een schoffelmachine B) een vingerwieder C) een wiedbed Bio-boeren Dit is A) een schoffelmachine B) een vingerwieder C) een wiedbed

Dit is A) een schoffelmachine B) een vingerwieder C) een wiedbed Bio-boeren Dit is A) een schoffelmachine B) een vingerwieder C) een wiedbed

Dit is A) een schoffelmachine B) een vingerwieder C) een wiedbed Bio-boeren Dit is A) een schoffelmachine B) een vingerwieder C) een wiedbed

DE SMAAK VAN BIO Elke groep zendt zijn smaakspecialist DE SMAAK VAN BIO Elke groep zendt zijn smaakspecialist. Herkennen zij geblinddoekt de producten die zij te proeven krijgen? De smaakspecialisten nemen plaats op stoelen vooraan in de klas. Elke proefpersoon heeft een persoonlijke helper die de hapjes aanrijkt. Doe de blinddoeken om. - Doe de smaaktest! NODIG: Proevertjes: We stellen de volgende productgroepen voor: brood: de variatie in bio is groot toastjes: heel herkenbaar en handig voor de smeersels stuk biokaas: lekker en zeer herkenbaar (je kan bijvoorbeeld ook brandnetelkaas nemen) zoet smeersel (choco, jam,…) en een hartig smeersel koekjes of chips groente van het seizoen (rauwkost met dipsausje) of fruit een biologisch drankje (fruitsap, wijn, bier). TIP: Geef de leerlingen op voorhand de opdracht om op zoek te gaan naar bio-proevertjes. Laat ze elk één proevertje aankopen ter waarde van +/- 1 EURO. => Vooronderzoek: Waar vind ik bio? - Hoe herken ik bio? - Welke producten zijn er allemaal? - Is bio duur? Alle producten worden nu vooraan op een lessenaar gelegd. Na de quiz kan iedereen proeven!

En de winnaar is ... DOELEN: De leerlingen kunnen het verband verwoorden tussen voeding en natuur, tussen landbouw en natuur. De leerlingen kunnen uitleggen dat wat bio inhoudt door enkele voorbeelden te beschrijven uit de bio-landbouwpraktijk. De leerlingen kunnen bio-producten herkennen aan het bio-label. De leerlingen kunnen het verband verwoorden tussen (bio-)voeding en gezondheid. De leerlingen leggen de relatie tussen de keuze van de consument en de (hogere) prijs van bio-producten.