1
2 Timotheüs 3 1 Weet wel... 2
2 Timotheüs 3 1 Weet wel, dat er in de laatste dagen... voorafgaand aan Christus' terugkeer; offerdienst in Jeruzalem "vrede, vrede..." 3
2 Timotheüs 3 1 Weet wel, dat er in de laatste dagen zware gevaarlijke tijden zullen komen:... kwamen Hem twee bezetenen uit de grafsteden tegemoet, zeer gevaarlijke, zodat niemand langs die weg kon voorbijgaan. Matteüs 8:28... kwamen Hem twee bezetenen uit de grafsteden tegemoet, zeer gevaarlijke, zodat niemand langs die weg kon voorbijgaan. Matteüs 8:28 4
2 Timotheüs 3 2 want de mensen zullen zelfzuchtig zijn... 5
2 Timotheüs geldgierig, pochers, vermetel, kwaadsprekers, aan hun ouders ongehoorzaam, ondankbaar, onheilig, 6
2 Timotheüs geldgierig, pochers, vermetel, kwaadsprekers, aan hun ouders ongehoorzaam, ondankbaar, onheilig, elders: grootsprekers (= pretentieus) Rom.1:30 elders: grootsprekers (= pretentieus) Rom.1:30 7
2 Timotheüs geldgierig, pochers, vermetel, kwaadsprekers, aan hun ouders ongehoorzaam, ondankbaar, onheilig, = overmoedig 8
2 Timotheüs geldgierig, pochers, vermetel, kwaadsprekers, aan hun ouders ongehoorzaam, ondankbaar, onheilig, Gr. blasphemos 9
2 Timotheüs geldgierig, pochers, vermetel, kwaadsprekers, aan hun ouders ongehoorzaam, ondankbaar, onheilig, lett. naar ouders weerspannig (=ongezeggelijk) 10
2 Timotheüs geldgierig, pochers, vermetel, kwaadsprekers, aan hun ouders ongehoorzaam, ondankbaar, onheilig, 11
2 Timotheüs geldgierig, pochers, vermetel, kwaadsprekers, aan hun ouders ongehoorzaam, ondankbaar, onheilig, 12
2 Timotheüs 3 3 liefdeloos, trouweloos, lasteraars, onmatig, onhandelbaar, afkerig van het goede, 13
2 Timotheüs 3 3 liefdeloos, trouweloos, lasteraars, onmatig, onhandelbaar, afkerig van het goede, Concordant Version: unplacable = onverzoenlijk 14
2 Timotheüs 3 3 liefdeloos, trouweloos, lasteraars, onmatig, onhandelbaar, afkerig van het goede, Gr: diabolos doorheen-werpend 15
2 Timotheüs 3 3 liefdeloos, trouweloos, lasteraars, onmatig, onhandelbaar, afkerig van het goede, Concordant Version: uncontrollable= onbeheerst 16
2 Timotheüs 3 3 liefdeloos, trouweloos, lasteraars, onmatig, onhandelbaar, afkerig van het goede, Concordant Version: fierce = woest 17
2 Timotheüs 3 3 liefdeloos, trouweloos, lasteraars, onmatig, onhandelbaar, afkerig van het goede, 18
2 Timotheüs 3 4 verraderlijk, roekeloos, opgeblazen, met meer liefde voor genot dan voor God, 19
2 Timotheüs 3 4 verraderlijk, roekeloos, opgeblazen, met meer liefde voor genot dan voor God, 20
2 Timotheüs 3 4 verraderlijk, roekeloos, opgeblazen, met meer liefde voor genot dan voor God, 21
2 Timotheüs 3 4 verraderlijk, roekeloos, opgeblazen, met meer liefde voor genot dan voor God, 22
2 Timotheüs 3 5 die met een schijn van godsvrucht de kracht daarvan verloochend hebben; houd ook dezen op een afstand. lett. vorm van verering 23
2 Timotheüs 3 5 die met een schijn van godsvrucht de kracht daarvan verloochend hebben; houd ook dezen op een afstand. 24
2 Timotheüs 3 5 die met een schijn van godsvrucht de kracht daarvan verloochend hebben; houd ook dezen op een afstand. 25
2 Timotheüs 3 vers vers 10 26
2 Timotheüs 3 10 Gij daarentegen hebt volle aandacht geschonken aan mijn onderricht, wijze van doen, bedoeling, geloof, lankmoedigheid, liefde, volharding, 27
2 Timotheüs 3 vers vers 14 28
2 Timotheüs 3 14 Blijf gij echter bij wat u geleerd en toevertrouwd is, wel bewust van wie gij het hebt geleerd, 29
2 Timotheüs 3 15 en dat gij van kindsbeen af DE HEILIGE SCHRIFTEN kent... = de TeNaCh 30
2 Timotheüs die u wijs kunnen maken tot zaligheid redding door het geloof in Christus Jezus. lett. (zie St.Vert.): "... geloof, hetwelk in Christus Jezus is" 31
2 Timotheüs 3 16 Elk van God ingegeven schriftwoord is ook nuttig om te onderrichten, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de gerechtigheid, = ook de Griekse Geschriften! 32
2 Timotheüs 3 16 Elk van God ingegeven schriftwoord is ook nuttig om te onderrichten, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de gerechtigheid, Gr. theopneustos = lett. God geblazen Gr. theopneustos = lett. God geblazen 33
2 Timotheüs 3 17 opdat de mens Gods volkomen zij, tot alle goed werk volkomen toegerust. 34