VERHOUDINGEN.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
…of de schrik van alle verpleegkundigen
Advertisements

Concentratie Hardheid van water ADI-waarde
Gecijferdheid Negatieve getallen.
Meten met Maten.
METRIEKE STELSEL Museum Ouder-Amstel.
De kringloop van het leven
Grote getallen Getallen groter dan vier cijfers schrijf je meestal in groepjes van drie. Je schrijft niet maar Dit spreek je.
Rekenen Cito M6 oefenen.
Welkom bij de World Vision Quiz.
De verschillende fasen in de elektronische noterings- procedure.
Overheidsinterventie 2
M3F-MATEN - Gewichten en lengtematen
Hoofdstuk 8 Regels Ontdekken Sebnem YAPAR.
Meten Grootheden kun je meten in eenheden. Tijd seconde Luchtdruk bar
Het beste ei Bakker.
Energie Water stroomt.
GOED OF FOUT - QUIZ.
UITWERKINGEN TOEPASSINGEN
Uitwerkingen blok 4 hoofdstuk 3 versie 1
3 mavo Betekenis van dit percentage bespreken..
De toets data 2kb juni 2kc juni 2kd 20 juni 2ke 17 juni   2ma 19 juni
Toepassingen 5L week 1: ‘Een nieuwe start’
Evenredigheden.
Givaudan vegetarische kippensoep
Elke 7 seconden een nieuw getal
Hellingen kunnen berekenen
Lineaire functies Lineaire functie
De grafiek van een lineair verband is ALTIJD een rechte lijn.
 (het is niet zo moeilijk…)
De Lorenzcurve In deze les wordt uitgelegd hoe de Lorenzcurve werkt.
mol molariteit percentage promillage ppm
Quiz Raad de gewichten.
Hoofdstuk 6: QUIZ!.
6.1 Oplosmiddel – opgeloste stof
De Cirkel des Levens Wat is succes ? Als je 3 bent is succes : Niet in je broek kakken.
Optellen en aftrekken tot 100 TE + E = TE mb
2 De kaart 2.1 Van luchtfoto naar kaart 2.2 Kaart en schaal
We leren % van waar we over gediscussieerd hebben met anderen
De schaal Hoe bereken je die?.
Inkomen les t/m 75 plus Zelftest Kennisvragen.
Antwoorden oefenstof Opgave 1 a] 12 N/cm2 = N/dm2 b] 0,8 N/mm2 = N/m2
Een verandering = -Een afname -Een toename (nieuwe bedrag – oudste bedrag) : oudste bedrag X 100 =...%
Afschrijving aanschafprijs : levensduur kapitaalgoedlevensduuraanschafprijsjaarlijkse afschrijvingen oven8 jaar € 8000 A ijskast6 jaar B € 300 frituur.
Landelijke Monitor VVE 2011 LEA-conferentie Sabine Peterink Sardes.
Een bakje kwark kost € 1,27. Hoeveel kosten vijf bakjes? 5 x € 1,27 = 5 x € 1,00 = € 5,00 5 x € 0,20 = € 1,00 5 x € 0,07 = € 0, € 6,35 Een.
Schaalnotatie: 1 cm is in werkelijkheid cm Afstandslijn: 1 cm is in werkelijkheid 1,5 km
Les 2 groep 7 leerdoel Je leert om de uitkomst van een som te schatten, zodat je snel en handig kan rekenen. Wat weet je hier al van? Waarom is het handig.
M3F-MATEN - Gewichten en lengtematen
30 x 40 = 1200 m2 8.1 Omtrek en oppervlakte 40 m 30 m
Hoofdstuk 4 Vlakke figuren.
Hoofdstuk 4 Vlakke figuren.
3T Nask2 3 Stoffen scheiden
4.5 Samenstelling van mengsels
CONGRUENTIE HOOFDSTUK 3 BLADWIJZERS: 3.2. CONGRUENTE DRIEHOEKEN
Huiswerkoplossings Les 22.
SATELLIETTELEVISIE EN -RADIO ONTVANGST
Berekening middel en water
Indien men de wereld vergelijkt met een dorp van 100 inwoners, rekening houdende met alle bestaande volkeren, dan zou dit dorp bestaan uit: - 57 Aziaten.
Ready to Quiz? © EVA vzw.
Vloeistoffen meten Kennismaking met het meten van vloeistoffen
Schaalberekeningen Hoofdstuk 1 Australië.
€ 160 Nu 25 % korting ! 25 % van 160 = 160 – 40 = X € 120.
Vraagstukken: intrest
Rekenen 17 januari.
Goederen en inkoop H7 Rendement inkoopbeleid Ondernemer detailhandel.
Algemene Ondernemersvaardigheden
De chemische concentratie
Les 3 verhoudingen Verhoudingen.
Kom maar op…. Ik zal je laten zien hoe slim ik ben…
Transcript van de presentatie:

VERHOUDINGEN

Grenadine 1 deel siroop voor 5 delen water 4 cl siroop  hoeveel water? 20 cl Want: 1 5 = 4 20 10 cl siroop  30 cl water Zoeter of minder zoet? zoeter Want: 1 5 ≠ 10 30

Verhouding DW-PW Hoe is de verhouding nu? 30-70 Stel: DW = 24/30 + PW = 35/70 Totaal = 59/100 En als de verhouding 10-90 zou zijn? 8 45 Stel: DW = … /10 + PW = … /90 Totaal = 53/100

SCHAAL! In meetkunde worden verhoudingen uitgedrukt met: Voorbeeld schaal 1 :100 000 4 cm op de tekening komt overeen met hoeveel cm in werkelijkheid? 400 000 cm = km 4

In de keuken! 3 6 eieren personen = 8 4 Chocomousse: ingrediënten voor 4 personen 3 eieren 100 g chocolade 50 g suiker 125 ml room Hoeveel eieren heb je nodig voor 8 personen? 3 6 eieren personen = 8 4

Chocomousse: ingrediënten voor 4 personen 3 eieren 100 g chocolade 50 g suiker 125 ml room Hoeveel suiker heb nodig voor 12 personen? 50 150 suiker personen = 12 4

Chocomousse: ingrediënten voor 4 personen 3 eieren 100 g chocolade 50 g suiker 125 ml room Hoeveel chocolade heb je nodig voor 2 personen? 100 50 chocolade personen = 2 4

Chocomousse: ingrediënten voor 4 personen 3 eieren 100 g chocolade 50 g suiker 125 ml room Hoeveel chocolade heb je nodig voor 3 personen? 100 75 chocolade personen = 3 4

Besluit Verhoudingen vind je overal! Wiskunde zit overal! Lang leve de wiskunde! Hoor ik iemand lachen? Van wie niet gelachen heeft, wordt het examen minder streng verbeterd!