Denken en geloven
Overzicht ‘denken en geloven’ Denken vs. geloven? Een vooroordeel van onze tijd? De verhouding denken – geloven in historisch perspectief Parallellen tussen denken en geloven, filosofie en theologie De verhouding tussen filosofie en theologie
A. Denken vs. geloven? Denken en geloven: twee uitersten? Een voorlopige typologie van ‘denken’ en ‘geloven’ Denken: vooroordelen Geloven: tweede naïviteit Besluit: kritisch staan t.o.v. vooroordelen
I. Denken en geloven: twee uitersten? “Ofwel denk je, en geloof je niet; ofwel geloof je, en denk je niet” denken modern wetenschappelijk nuchter intelligent kritisch …
geloven gevaar radicalisme achterhaald irrationeel naïef dom irrelevant “zelfbegoocheling” “het zijn gewoon allemaal even erg labiele medemensen” … gevaar radicalisme sciëntisme fundamentalisme
II. Een voorlopige typologie denken verstand rede vooroordelen premissen van redenering mensen als sociale wezens structureel weerlegbaar denken vs. geloven
geloven ‘fides quae’ ‘fides qua’ tweede naïviteit eerste naïviteit
de ark van Johan Huibers http://player. omroep. nl/
kritiek tweede naïviteit M. Chagall, De schepping van de mens
Besluit denken ~ geloven kritisch staan t.o.v. vooroordelen rede, verstand ‘sociale en structurele vooroordelen’ tweede naïviteit ‘(letterlijk)geloof’
B. Een vooroordeel van onze tijd B. Een vooroordeel van onze tijd? De verhouding denken-geloven in historisch perspectief Oudheid Middeleeuwen Nieuwe tijd Hedendaagse tijd
I. Oudheid ‘vera philosophia christiana’ één te midden van vele filosofie: wijsheid (<> systeem) leven (<> intellect) christenen God ~ wijsheid christendom ~ filosofie geloof noodzakelijk om tot waarheid te komen denken noodzakelijk om de waarheid te begrijpen denken en geloven harmonisch vervlochten
Rafaël, Paulus in Athene (1515)
II. Middeleeuwen opleiding: leer van de “twee boeken” artes dialectiek (filosofie) theologie philosophia ancilla theologiae leer van de “twee boeken” “Zoals andere wetenschappen argumenteert de theologie uitgaande van principes om andere waarheden aan te tonen.” (Thomas van Aquino)
symbiose van denken en geloven □ christendom als alles overkoepelend zingevingssysteem Kerk economie kunst wetenschap politiek symbiose van denken en geloven “credo ut intelligam”
III. Nieuwe tijd ‘moderniteit’ nieuwe wetenschappen waarneming strikte methodologie enorm succes! werkelijkheid als geheel van feiten die aan onveranderlijke natuurwetten beantwoorden
nieuw mensbeeld relativering antropocentrisme mens en aarde niet langer middelpunt van de wereld ontvoogding religieuze onderworpenheid
ontstaan van verschillende levenssferen drie wijzen van werkelijkheidsbenadering filosofisch religieus druk wetenschappelijk filosofie: Verlichting (Kant): dienstmaagd die voorop loopt om de weg van de theologie te verlichten theologie: historisch-kritische exegese economie kunst godsdienst wetenschap politiek
IV. Hedendaagse tijd ‘postmoderniteit’: breuk t.o.v. moderniteit einde van de ‘grote verhalen’
radicalisering moderniteit “groot verhaal” individualisme pluralisering econo-omie kunst gods-dienst weten-schap poli-tiek politiek economie kunst godsdienst wetenschap
C. Parallellen tussen denken en geloven Filosofie en theologie: woordvoerders van denken en geloven Stijlen van denken en geloven Conservatisme en progressivisme Analytisch en synthetisch Praktisch en synthetisch Concreet en abstract Kritisch en irenisch Vindplaatsen van denken en geloven Gemeenschap Traditie Geschriften Grote namen Ervaring
I. Filosofie en theologie: woordvoerders van denken en geloven denken ~ filosofie ll wijsbegeerte geloven ~ theologie ll godgeleerdheid paradox? denken ~ begeerte geloven ~ geleerdheid denken geloven filosofie kan niet zonder passie en verlangen theologie kan niet zonder kritische reflectie
illustraties: scientia (‘wetenschap’) - sapientia (‘wijsheid’): mogen nooit volledig van elkaar loskomen vgl. moet/mag alles wat kan? ‘credo ut intelligam’ – ‘intelligo ut credam’: geloof en inzicht veronderstellen elkaar wederzijds
II. Stijlen van denken en geloven 1. Conservatisme en progressivisme conservatieven progressieven ‘conservare’: bewaren bv. Roger Scruton bv. priesterbroederschap Sint Pius X ‘progredi’: vooruitgaan bv. Michel Foucault bv. bevrijdingstheologie
2. Analytisch en synthetisch analyse synthese uit elkaar halen bv. scheikunde water=H2O bv. Wat betekent ‘kerk’ in de preken van Augustinus? bij elkaar brengen bv. fysische wetten water kookt op 100°C bv. Wat kan ‘kerk’ betekenen voor hedendaagse parochies?
3. Praktisch en theoretisch praktijk theorie handelen bv. toegepaste ethiek (Welke criteria mogen een rol spelen bij het bepalen welke werknemer je voor een bepaalde job aanwerft?) bv. praktische theologie (Hoe als pastoraal werker omgaan met de vraag om euthanasie van een bewoner in een rusthuis?) reflecteren bv. metafysica (‘Het zijn van het zijnde is zelf geen zijnde.’) bv. dogmatische theologie (God is Vader, Zoon en Geest: drie personen, die dezelfde goddelijke natuur delen; Jezus Christus is één persoon, met twee naturen: goddelijk en menselijk)
4. Concreet en abstract concreet abstract vergroeid met de materie bv. (theologische) ethiek (Was het voor christenen verantwoordbaar geweest Hitler te vermoorden als daarmee de dood van miljoenen mensen had vermeden kunnen worden?) onttrokken aan de materie bv. (theologische) ethiek (Mag men een mens doden?)
5. Kritisch en irenisch kritisch irenisch oordelend bv. sociale filosofie (De recente hervormingen in het onderwijs vinden hun basis in een neoliberaal denkmodel) bv. dogmatische theologie (De argumenten die worden aangevoerd om de priesterwijding te beperken tot mannen zijn theologisch niet houdbaar.) bevestigend, verdedigend bv. moraalfilosofie (Er zijn goede, ook niet-religieuze, redenen om erg bedachtzaam om te gaan met abortus) bv. liturgiewetenschappen (Hoewel ze er zelf niet voor kunnen kiezen is het goed verdedigbaar baby’s te dopen.)
II. Vindplaatsen van denken en geloven 1. Gemeenschap groep van mensen structureren en bediscussiëren van ervaringen taal
2. Traditie mensen zijn historische wezens: verbonden door een gemeenschappelijk verleden heden tussen verleden toekomst
3. Geschriften schriftelijke neerslag van de bevindingen van een gemeenschap of een traditie denken: ‘canon’ (sleutelgeschriften) geloven geschriften van theologen Bijbel achtergrond en gesprekspartner voor elke hedendaagse discussie
4. Grote namen voor de gemeenschap cruciale ideeën geconcentreerd bij en door één persoon denken Plato, Aristoteles, Kant, Heidegger, … geloven theologie: Augustinus, Thomas van Aquino, Schleiermacher, Rahner, … spiritualiteit: Antonius, Benedictus, Franciscus van Assisi, Ignatius van Loyola
5. Ervaring denken en geloven ontstaan steeds uit ervaringen ervaring en interpretatie zijn niet te scheiden: gebeuren in hetzelfde ogenblik
D. De verhouding tussen denken en geloven, filosofie en theologie modellen van interactie tussen filosofie en theologie, denken en geloven subordinatie assimilatie polemiek coëxistentie concurrentie vriendschap besluit: denkend geloven en gelovend denken
I. Modellen van interactie tussen filosofie en theologie, denken en geloven 1. Subordinatie ongelijkheid model van ‘dienstmaagd’ filosofie (theologie) heeft enkel maar waarde voor zover ze iets bijdraagt aan theologie (filosofie) vandaag: zowel filosofie als theologie hebben waarde in zichzelf
2. Assimilatie opgaan in elkaar E. Munch, De kus geen relatie meer (relatie steeds tussen twee verschillende partners) in de praktijk: steeds één die de ander opslorpt vandaag: filosofie en theologie als twee duidelijk verschillende disciplines
3. Polemiek ‘polemos’: oorlog gericht op het te gronde richten van de ander filosofie en theologie vandaag: erkennen elkaars bestaansrecht
4. Coëxistentie naast elkaar bestaan onverschilligheid achterliggende reden: ingehouden vijandigheid Churchill, Roosevelt en Stalin op de conferentie van Jalta filosofie en theologie: geen relatie vanuit ingehouden vijandigheid
5. Concurrentie elkaar overtreffen verheerlijking van vooruitgang en onrust filosofie en theologie: andere finaliteit geen vooruitgang, maar diepgang
6. Vriendschap respect voor elkaars eigenheid oprechte interesse gemeenschappelijke én onafhankelijke activiteiten meningsverschillen zijn mogelijk, maar ook vruchtbaar en hebben nooit het laatste woord ↔ subordinatie: geen slavinnen van elkaar ↔ assimilatie: geen versmelting ↔ polemiek: kritiek is constructief ↔ coëxistentie: geen onverschilligheid ↔ concurrentie: er niet op gericht elkaar te overtreffen
Besluit: denkend geloven en gelovend denken denken is steeds een beetje geloven; geloven is steeds een beetje denken cf. Fides et Ratio (encycliek 1998): “Geloof en rede (Fides et Ratio) zijn als twee vleugels waarmee de menselijke geest zich verheft om de waarheid te beschouwen.”