Financiering van de internationale handel Hoofdstuk 10 Financiering van de internationale handel
1. Financiering op korte termijn Financiering van verrichtingen met een maximale looptijd van 2 jaar Sommige vormen zowel voor binnenlandse als voor buitenlandse handel, andere uitsluitend voor buitenlandse handel
1. Financiering op korte termijn Kaskrediet Straight loan Discontokrediet Acceptkrediet Goederenpand Forfaiting Borgstellingskrediet Factoring
2. Financiering op middellange en lange termijn Voorwerp Projecten waarbij levering en afwerking over periode van > 2 jaar gespreid is: * 2 tot 5 jaar = middellange termijn * > 5 jaar = lange termijn Vormen van financiering
2.2 Vormen van financiering Wentelkrediet Individueel leverancierskrediet Koperskrediet Bank-tot-bankkrediet Forfaiting Kaderkrediet Soft loan Andere vormen Bankgaranties
3. De nationale bank van België Website www.nbb.be Monetair beleid => nu ECB Bank der banken Interbancair betalingsverkeer Verwerking van handelspapier Verrekeningsstelsel voor effecten Beschermingsfonds voor deposito’s In omloop brengen van geld (samen met ECB) Verzamelen van informatie
Detailslides
Begrip Voorschot in rekening-courant 1.1 Kaskrediet Begrip Voorschot in rekening-courant Kredietlijn = toegelaten debetstand Kenmerken Onbepaalde duur Opname volgens behoefte Regelmatig creditsaldo Trimestriële afrekening kosten Geen verantwoording over aanwending Binnenlandse of buitenlandse handel
Kosten Intrest = basistarief + marge I I variabel vast 1.1 Kaskrediet (2) Kosten Intrest = basistarief + marge I I variabel vast Provisie → op hoogste debetstand Voordeel: soepel krediet Nadeel: duur krediet
Kaskrediet in deviezen Varianten op kaskrediet Voorschotten op facturen Voorschotten op vorderingsstaten [Terug]
1.2 Voorschot op vaste termijn of straight loan Begrip Vast bedrag Vaste termijn Vaste rentevoet Kenmerken Eenvoudig Weinig soepel Grote bedragen Zeer korte termijnen (dagen, weken, maanden) Geen verantwoording over aanwending
1.2 Voorschot op vaste termijn of straight loan (2) Kosten rente + marge I I Euribor vast Werking Voordelen Eenvoudig Nadelen Weinig soepel Enkel grote bedragen [Terug]
1.3 Discontokrediet en het handelsaccept Krediet gebaseerd op geaccepteerde wissel Wissel wordt vóór vervaldag ‘verdisconteerd’ (= ‘verkocht’) aan bank Handelsaccept = Wissel getrokken door een leverancier op zijn koper en door de koper geaccepteerd
1.3 Discontokrediet en het handelsaccept (2) Cedentendiscontokrediet Omschrijving Krediet aangevraagd door de trekker van wissels bij zijn bank Kenmerken Leverancier geeft uitstel van betaling Leverancier draagt kredietkosten Looptijd max. de looptijd van de wissel Bedrag = max. bedrag verkoop Self-liquidating
1.3.1 Cedentendiscontokrediet Werking (1) Trekken wissel VERKOPER = trekker wissel KOPER = betrokkene wissel (2) Geaccepteerde wissel (4) Contante waarde (5) Aanbieding wissel op vervaldag BANK VERKOPER = bank trekker (6) Betaling wissel op vervaldag (3) Verdiscontering wissel
1.3.1 Cedentendiscontokrediet Kostprijs - Intrest of disconto: basisrente + marge - Commissieloon of discontoprovisie - Incassokosten Voordelen Goedkoper dan kaskrediet Soepeler dan straight loan Handelsaccept in deviezen
1.3.2 Leveranciersdiscontokrediet Omschrijving Krediet aangevraagd door de betrokkene (koper) van wissels bij zijn bank Kenmerken Koper moet contant betalen Koper is kredietnemer en draagt kredietkosten Koper neemt initiatief wissel te gebruiken Bedrag = max. bedrag aankoop
1.3.2 Leveranciersdiscontokrediet Werking (2) Trekken wissel VERKOPER = trekker wissel KOPER = betrokkene wissel (1) Geaccepteerde wissel (6) Aanbieden wissel op vervaldag (5) Debiteren discontokosten (4) Nominale waarde BANK KOPER = bank betrokkene (7) Betaling wissel op vervaldag (3) Verdiscontering wissel
1.3.2 Leveranciersdiscontokrediet Kostprijs - Idem als bij cedentendiscontokrediet Voordelen - Goedkoper dan kaskrediet - Soepeler dan straight loan - Koper kan korting contante betaling bekomen Leverancierswissel in deviezen [Terug]
1.4 Acceptkrediet en het bankaccept Begrip - Bankaccept = wissel getrokken en geaccepteerd door bank, mits voorafgaand kredietakkoord wissel getrokken op basis van handels- transactie met buitenland (uitvoer/invoer) - Acceptkrediet = voorschot van bank op basis van verdiscontering van bankaccept
1.4 Acceptkrediet en het bankaccept (2) Exporteurs-acceptkrediet Importeurs-acceptkrediet Bankaccepten in deviezen Globalisatie van bankaccepten [Terug]
1.4.2 Exporteurs-acceptkrediet Kenmerken Gebaseerd op een exportverrichting Exporteur geeft betalingsuitstel Exporteur is kredietnemer en draagt kosten krediet Looptijd krediet = betalingsuitstel Bedrag krediet = max. bedrag exportverrichting Self-liquidating
1.4.2 Exporteurs-acceptkrediet (2) Werking Commerciële verrichting BELGISCHE EXPORTEUR = trekker wissel BUITENLANDSE KOPER (3) Betaling factuur (2) Contante waarde (4) Nominale waarde Buitenlandse koper is niet betrokken bij krediet! BANK EXPORTEUR = betrokkene wissel (1) Trekken wissel + accepteren + in disconto nemen
1.4.2 Exporteurs-acceptkrediet (3) Kosten - Intrest (zie discontokrediet) - Acceptprovisie Voor- en nadelen - Goedkoper dan kaskrediet - Koper betaalt niet → exporteur moet wissel betalen op vervaldag [Terug]
1.4.3 Importeurs-acceptkrediet Kenmerken - Gebaseerd op een importverrichting - Koper betaalt contant aan leverancier - Importeur is kredietnemer en draagt kosten krediet - Bedrag krediet = max. bedrag importverrichting
1.4.3 Importeurs-acceptkrediet (2) Werking Commerciële verrichting BELGISCHE IMPORTEUR = trekker wissel BUITENLANDSE LEVERANCIER (3) Contante betaling factuur (2) Contante waarde (4) Nominale waarde Buitenlandse leverancier is niet betrokken bij krediet! BANK IMPORTEUR = betrokkene wissel (1) Trekken wissel + accepteren + in disconto nemen
1.4.3 Importeurs-acceptkrediet (3) Kosten - idem exporteur-acceptkrediet Voordelen - goedkoper dan kaskrediet - dankzij krediet kan importeur later betalen (aan bank) [Terug]
1.5 Goederenpand of voorraadfinanciering Car collateral Landbouwwarrant * voorraden als borg * voorschot = 80 % marktwaarde * pandakte * tussenkomst opslagruimten * fysieke controles [Terug]
Begrip 1.6 Forfaiting Bijzondere vorm discontokrediet Bank (forfaiter) neemt schuldvordering over tegen een forfaitaire prijs, zonder verhaalrecht op vorige houder Risico’s worden overgedragen aan forfaiter
Opmerkingen 1.6 Forfaiting (2) Meestal door verdiscontering van handelspapier (wissel) De forfaiter betaalt contant aan aanvrager forfait, bv. exporteur/begunstigde van handelspapier (min rente en risicopremie) Forfaiter vraagt meestal aval (bv. door bank betrokkene) Voor betalingsuitstel van > 90 dagen (kan > 2 jaar zijn) Er bestaat exportforfaiting en de importforfaiting
Werking 1.6 Forfaiting (3) BELGISCHE EXPORTEUR = trekker wissel Commerciële verrichting BELGISCHE EXPORTEUR = trekker wissel BUITENLANDSE KOPER = betrokkene wissel (2) Geaccepteerde wissel Forfaiting overeenkomst (7) Betaling nominaal bedrag wissel (1) Aval op wissel (4) Betaling netto- bedrag wissel (3) Endossering wissel (6) Aanbieding wissel op vervaldag (5) Aanbieding wissel op vervaldag BANK EXPORTEUR = FORFAITER BUITENLANDSE BANK VAN KOPER (8) Betaling nominaal bedrag wissel
Voordelen van forfaiting Kostprijs - Intrest - Risicopremie - Reserveringsprovisie - Betalings- en incassoprovisie Voordelen van forfaiting - Dekking tegen politiek, betalings- en wisselrisico - Vrijmaken werkkapitaal en verbetering liquiditeit - Geen krediet nodig - Beter kredietmanagement [Terug]
1.7 Borgstellingskrediet Ook ‘handtekeningkrediet’ genoemd Bv. aval op wissel, borgstelling tegenover douane … Bank (borgsteller) verstrekt geen geld Bank waarborgt goede uitvoering van een verbintenis van haar cliënt tegenover derde (begunstigde) Borgsteller tekent borgakte waarin ze belooft te betalen als hoofdschuldenaar in gebreke blijft Cliënt-kredietnemer tekent borgakte waarin hij belooft sommen die bank aan begunstigde uitbetaalt onder deze borgstelling, terug te storten. [Terug]
1.8 Factoring Zie hoofdstuk 11 [Terug]
2.2.1 Wentelkrediet of roll-over krediet Begrip - Reeks van straight loans (vaste voorschotten) die elke deelperiode (wentelperiode) hernieuwd worden - Financiering over lange periode op basis van kortetermijnrentevoeten - Bij het begin van elk ‘roll-over’-moment wordt de rentevoet opnieuw vastgelegd - Grote bedragen
2.2.1 Wentelkrediet of roll-over krediet (2) Kostprijs Intrest, zelfde als bij straight loan (EURIBOR) Marge Kredieten in deviezen hebben de LIBOR (London Interbank Offered Rate) als basisrente Rente op KT is meestal lager dan rente op LT → goedkoper dan investeringskrediet [Terug]
2.2.2 Individueel leverancierskrediet Begrip - Financiering uitvoer van uitrustingsgoederen - Leverancier staat uitstel van betaling toe - Leverancier vraagt krediet aan zijn bank - Middellange of lange termijn - Grote bedragen - Max. 85 % financiering - 15 % voorschot contant 5 % contant bij bestelling 10 % met L/C bij levering
2.2.2 Individueel leverancierskrediet (2) Werking (1) 5 % bij bestelling (2 ) 10 % bij levering L/C FINEXPO BELGISCHE EXPORTEUR BUITENLANDSE KOPER (3) Trekken wissels voor 85 % som Rentetoelage (5) Geaccepteerde & geavaliseerde wissels Verzekeringspremie (9) Semestriële intrest NDD (12) Betaling wissels op vervaldag (7) Opbrengst disconto (4) Aval op wissels (6) Disconto wissels (8) Semestriële intrest (11) Aanbieding wissels (10) Incasso wissel op elke vervaldag BANK EXPORTEUR BANK KOPER (13) Betaling op elke vervaldag
2.2.2 Individueel leverancierskrediet (3) Tussenkomst van FINEXPO Eventuele rentesubsidie Niet voor uitvoer naar EU landen Kostprijs Semestriële rente Kredietopenings-, betalings-, incassoprovisie Verzekeringspremie NDD Risico’s Niet-betaling van wissels (niet 100 % gedekt door NDD) Resiliatierisico (niet 100 % gedekt door NDD) [Terug]
2.2.3 Koperskrediet Begrip - Vergelijkbaar met individueel leverancierskrediet - Bank exporteur geeft rechtstreeks krediet aan buitenlandse koper die daardoor betalingsuitstel krijgt - Gebruik van orderbriefjes of promesses (= opdracht om te betalen op bepaalde vervaldag)
2.2.3 Koperskrediet (2) Werking BELGISCHE EXPORTEUR BUITENLANDSE KOPER (1) 5 % bij bestelling BELGISCHE EXPORTEUR BUITENLANDSE KOPER (2) 10 % bij levering L/C (8) Betaling promesse op vervaldag (5) Contante betaling 85 % na disconto (3) Trekken promesses 85% som (7) Aanbieding promesse (10) Semes-triële intrest NDD (4) Aval op promesses Verzekeringspremie BANK EXPORTEUR BANK KOPER (6) Promesse op elke vervaldag FINEXPO (9) Transfer betaling Rentetoelage (11) Semestriële intrest [Terug]
2.2.4 Bank-tot-bankkrediet Begrip - Vergelijkbaar met koperskrediet - Bank exporteur verleent rechtstreeks krediet aan bank buitenlandse koper, ter financiering betalingsuitstel aan koper - Buitenlandse koper draagt financieringslast - Gebruik van promesses 2.2.3 Koperskrediet
2.2.4 Bank-tot-bankkrediet (2) Werking (1) 5 % bij bestelling BELGISCHE EXPORTEUR BUITENLANDSE KOPER (2 ) 10 % bij levering L/C (4) Contante betaling 85 % na disconto (5) Betaling op vervaldag (6) Semes-triële intrest NDD Verzekeringspremie (3) Trekken promesses 85 % som BANK EXPORTEUR BANK KOPER (7) Betaling promesse op vervaldag FINEXPO Rentetoelage (8) Semestriële intrest [Terug]
Zie onder 1.6 (kortetermijnfinanciering) 2.2.5 Forfaiting Zie onder 1.6 (kortetermijnfinanciering) [Terug]
Recent weinig gebruikt 2.2.6 Kaderakkoord Lening van groep banken (bankenconsortium) of de overheid, meestal aan ontwikkelingslanden Gestandaardiseerd financieringspakket met vaste voorwaarden te gebruiken voor individuele transacties van Belgische exporteurs Kan vorm hebben van leverancierskrediet, koperskrediet of bank-tot-bank-krediet Voordeel: geen individuele onderhandelingen over financiering van een project Recent weinig gebruikt [Terug]
2.2.7 Lening van staat tot staat Lening van Belgische overheid aan ontwikkelingslanden Financiering van Belgische export uitrustingsgoederen Gunstige voorwaarden - Lange looptijd (30 jaar) - Gratieperiode 10 jaar - Lage rentevoet (0 à 2 %) [Terug]
2.2.8 Andere vormen van financiering 1 Leasing (2) Verkoop goed LEASING-MAATSCHAPPIJ (LESSOR) LEVERANCIER INVESTERINGS- GOED (4) Betaling goed (1) Leasingovereenkomst (huurcontract) (3) Levering goed (5) Periodieke huur LEASINGNEMER (LESSEE/HUURDER)
2.2.8 Andere vormen van financiering (2) Financiële leasing Contract bepaalde duur (niet opzegbaar) Leasinggever = juridische eigenaar Leasingnemer = economische eigenaar (moet goed afschrijven, leasing opnemen in balans, rentegedeelte huur is bedrijfskost)
2.2.8 Andere vormen van financiering (2) Opmerkingen bij financiële leasing Leasingnemer staat in voor onderhoud, herstellingen en verzekering Aankoopoptie is verplicht Goed uitsluitend voor beroepsdoeleinden gebruiken Financiële leasing = ‘full pay-out’-leasing: periodieke betalingen van kredietnemer volstaan om de investering, inclusief rente op het geïnvesteerde kapitaal van leasinggever terug te betalen.
2.2.8 Andere vormen van financiering (3) Operationale leasing Contract onbepaalde duur Leasinggever = juridisch én economisch eigenaar (moet goed afschrijven) Meestal geen aankoopoptie Leasing van rollend materieel soms aangeduid als ‘renting’ Veel gebruikt door bedrijven met groot wagenpark
2.2.8 Andere vormen van financiering (3) Opmerkingen bij operationele leasing Leasinggever staat in voor onderhoud, herstellingen en verzekering (zijn in huurprijs verrekend) Leasing wordt niet geactiveerd in balans van leasingnemer Leasingnemer kan volledige huur als bedrijfskosten inbrengen Operationele leasing = ‘non-full-pay-out’-leasing: de periodieke betalingen van de leasingnemer volstaan niet om geïnvesteerde bedrag van leasinggever (met rente) terug te verdienen.
2.2.8 Andere vormen van financiering (4) Voordelen Lessee krijgt een 100 % financiering Geen voorfinanciering van btw op investeringsgoed Kostprijs gespreid over economische levensduur investering Geen reële zekerheden gevraagd aan lessee Leningscapaciteit van de lessee wordt niet aangetast Sale and lease back Cross-border leasing
2.2.8 Andere vormen van financiering (5) 2 Investeringskrediet Bankkrediet op ML of LT voor grote bedragen Geen 100 % financiering aankoop (btw niet gefinancierd) Weinig soepel krediet Goedkoper dan leasing
2.2.8 Andere vormen van financiering (5) Opmerkingen bij investeringskrediet Vaste of periodiek aanpasbare rentevoet Vast terugbetalingsschema (jaarlijks, semestriëel, trimestriëel) Verantwoordingsdocumenten (bewijs investering) Kredietonderzoek en meestal zakelijke waarborgen (hypotheek, in pandgave van effecten) Wederbeleggingsvergoeding bij vervroegde terugbetaling
2.2.8 Andere vormen van financiering (6) 3 Fabricagekrediet 4 Montagekrediet [Terug]
Begrip Soorten garanties 2.2.9 Bankgaranties Bid bond of aanbestedingsgarantie Advance Payment Bond of garantie voorschottenteruggave Performance Bond of uitvoeringsgarantie Retention Money Bond of garantie tot vrjstelling van inhouding Garantie ontbrekende connossementen [Terug]