Coach momenten Balbezit tegenstander (verdedigen) Balbezit (aanvallen) Omschakelen van aanvallen naar verdedigen Omschakelen van verdedigen naar aanvallen
Balbezit tegenstander (verdedigen) Veld klein maken Goede kant dekken (aan de binnenkant, tussen goal en tegenstander) Stel je als verdediger zo op dat je, en de bal en je tegenstander ziet Haal het schot of de pass er uit (sterkere linker of rechter been) Laatste man goede rugdekking geven Andere verdedigers moeten voor de laatste man spelen Coach elkaar Als de verdedigers ver van onze goal verdedigen, moet de keeper op rand 16 meter staan Als de verdedigers dicht bij onze goal verdedigen, moet de keeper op de doellijn staan
Balbezit (aanvallen) Veld groot maken (lang en breed) Linker en rechter voet gebruiken Lichaam indraaien, zodat je makkelijk kan opendraaien (openen naar andere vleugel) Bal aan de juiste kant inspelen Balsnelheid aanpassen aan de grootte van de afstand Indien mogelijk de bal over de grond strak inspelen Goeie aanname met lichaam tussen bal en tegenstander Op het juiste moment vrij lopen (het juiste moment is het moment dat de man aan de bal jou kan zien en hij de bal in bezit heeft om hem te kunnen spelen)
Maak de vooractie voordat je de bal krijgt (eerst in de diepte en dan de bal in de voet vragen) (eerst in de voet en dan de bal in de diepte vragen) Probeer direct spel, of anders 2 of 3 keer raken Team bijsluiten Coach elkaar Niet door het midden uit verdedigen