Bienvenue à tous.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Oefenen voor de toets unité 2
Advertisements

Futur van regelmatige werkwoorden
Onze eerstejaars aan het werk tijdens de lessen FRANS Foto’s genomen in 1 MOD a –
Bienvenue à tous.
PASSÉ COMPOSÉ VERVOEGD MET ÊTRE
Grammaire chapitre 4 1 hv.
Grammaire chapitre 5 3 havo.
3 vwo+ Grammaire chapitre 2
REGELMATIGE WERKWOORDEN OP -ER
Voltooid tegenwoordige tijd
PASSÉ COMPOSÉ ÊTRE APPRENDRE 3 UNITÉ 2.
REGELMATIGE WERKWOORDEN OP -RE
PASSÉ COMPOSÉ AVOIR APPRENDRE 3 UNITÉ 2.
Grammaire thème 5 4 vwo.
Bienvenue à tous.
Vous avez passé de bonnes vacances de Noël?
Bienvenue à tous.
Non, je n’ai pas de.
Grammaire chapitre 2 2 havo/vwo.
Grammaire thème 4.
Passé composé.
 1 Hoe ga je naar school?  Tu vas à l’école comment?
Franse Les Les 16 Vorige les & huiswerk Voyages unité 7 afmaken Les pirates chapitre 8,9, 10 Vorige les & huiswerk Voyages unité 7 afmaken Les pirates.
Franse Les Les 15 Vorige les & huiswerk Extra oefenen meew. Vw.
Franse Les Les 18 Vorige les & huiswerk Zinnen maken / herhalen
Regelmatige werkwoorden op –er
Grammaire chapitre 3 3 havo.
Franse Les Les 17 Vorige les & huiswerk Voyages p. 62
Franse Les Les 16 Vorige les & huiswerk Voyages unité 7 p. 55/56/57
Franse Les Les 11 Vorige week Voyages p. 21 Extra oefeningen
2 hv en 2 vwo+ Grammaire chapitre 5.
Franse Les Les 3 Vorige les & huiswerk Voyages p. 37/38/39
Het lijdend voorwerp 3 VMBO - Frans.
Connaitre 3M – week 40 - Frans.
Franse Les Les 3 Vorige week Qu’est-ce qu’il y a Voyages p. 9/10/11
Franse Les Les 5 Vorige les & huiswerk Voyages p. 41/43/44
Franse Les Les 6 Vorige les & huiswerk Toets unité 5
Hallo! Goedendag! Bonjour!
Franse Les Les 4 Vorige week Voyages p. 12/13 Il y a une fille … Vorige week Voyages p. 12/13 Il y a une fille … Nous sommes mercredi le 8 avril 2015.
Faire 3 VMBO - Frans.
Franse Les Les 4 Vorige les & huiswerk Voyages p. 40/41 Klokkijken
De ontkenning 2 VMBO - Frans.
De verleden tijd - imparfait
Venir 2 VMBO - Frans.
L’IMPARFAIT, LE PASSÉ COMPOSÉ, LE PASSÉ SIMPLE
HET PERSOONLIJK VOORNAAMWOORD
Meewerkend voorwerp & Lijdend voorwerp
Het werkwoord être (= zijn)
Les verbes.
Het werkwoord faire (= doen/maken)
Franse Les Les 20 Vorige les Voyages unité 7 p. 56/57 moi non, moi si vergelijkingen p maken Vorige les Voyages unité 7 p. 56/57 moi non, moi si.
Franse Les j’ai cherché et j’ai(re)trouvé mon livre Frans à la carte p. 40, 41, 42 Chanson – Destination ailleurs J’ai cherché j’ai cherché et j’ai(re)trouvé.
Franse Les Les 20 Vorige les Voyages unité 7 p. 56/57 moi non, moi si vergelijkingen p maken Vorige les Voyages unité 7 p. 56/57 moi non, moi si.
Franse Les J’ai perdu mon livre et vous? Les nombres Prononciation J’aime / Je n’aime pas Un jour normal Chanson – Destination ailleurs J’ai perdu mon.
TAALREGELS 33 DE VRAGENDE ZIN
Le COD et le COI Het persoonlijk voornaamwoord als lijdend voorwerp (COD) En meewerkend voorwerp (COI)
Quel jour sommes-nous aujourd’hui ?
Quel jour sommes-nous aujourd’hui ?
Passé composé (voltooid tegenwoordige tijd)
DE PASSÉ COMPOSÉ de voltooid tegenwoordige tijd.
Franse Les – 1e jaar Les 9 Aujourd’hui nous sommes …. Unité 2 page 25
Franse Les Les 1 Kennismaken / uitleg Uitleg methode Hoofdstuk 1a
LE FUTUR Je vais aller en France ce week-end.
Delend lidwoord l'article partitif.
Quel jour sommes-nous aujourd’hui ?
Quel jour sommes-nous aujourd’hui ?
Benadrukt persoonlijk voornaamwoord
Persoonlijk voornaamwoord
Onregelmatig werkwoord être
Ontkenning.
Transcript van de presentatie:

Bienvenue à tous

Qu’est-ce qu’on va faire? une image (plaatje) ontkenning Spel: oefenen met de werkwoorden aimer, finir, vendre, connaître, savoir, vouloir Huiswerk

de kat = le chat de muis = la souris Quel jour sommes nous aujourd’hui? de kat = le chat de muis = la souris

ne ……….. pas De ontkenning Je parle français – je ne parle pas français je parle français je ne parle pas français

Ontkenning Il vend la maison Il ne vend pas la maison DUS ne vóór de persoonsvorm pas áchter de persoonsvorm

Ontkenning ne …… pas niet ne …… jamais nooit ne …… plus niet meer ne …… pas encore nog niet

Maak de zinnen ontkennend Je vais à l’école (niet) Ils vendent les affaires agréables (nooit) Elle aime son lapin (niet meer) Nous connaissons le secret de mon frère (nog niet) J’ai voulu une interrogation (niet)

Maak de zinnen ontkennend Je vais à l’école (niet) Je ne vais pas à l’école Ils vendent les affaires agréables (nooit) Ils ne vendent jamais les affaires agréables Elle aime son lapin (niet meer) Elle n’aime plus son lapin Nous connaissons le secret de mon frère (nog niet) Nous ne connaissons pas encore le secret de mon frère J’ai voulu une interrogation (niet) Je n’ai pas voulu un interrogation

vouloir savoir connaître aimer vendre finir Het werkwoord: connaître

Handige links om de werkwoorden te oefenen/leren Finir: http://www.youtube.com/watch?v=cv5qlrNFk_M   Aimer: http://www.youtube.com/watch?v=8yrHMIJFrZc Vendre: http://www.youtube.com/watch?v=BMZa_kIVy8A Connaître: http://www.youtube.com/watch?v=UIFZAZJkjcQ Savoir: http://www.youtube.com/watch?v=aueGK5Lgv1E Vouloir: http://www.youtube.com/watch?v=f1bJSFIeIEQ

AIMER FINIR VENDRE CONNAîTRE SAVOIR VOULOIR

Doel: actief oefenen met de werkwoorden zodat je ze beter kan onthouden en ze als vaste combinaties gaat zien elkaar hierin trainen

In groepjes van 3 1 leerling is jurylid 2 leerlingen spelen het spel Het jurylid heeft een werkblad met vragen+antwoorden De 2 spelers hebben -1 wit stapeltje met: je-tu-il/elle/on-nous-vous-ils/elles -6 gekleurde stapeltjes met de 6 werkwoorden Het jurylid stelt de eerste vraag, bijvoorbeeld: wat is ‘jij houdt van’ De 2 spelers zoeken eerst ‘tu’ en daarna ‘aimes’ Degene die de combinatie ‘tu aimes’ als eerste heeft gemaakt, krijgt een punt. Daarna de volgende: zij houden van etc. Je speelt niet met alle werkwoorden door elkaar maar per werkwoord. Wanneer je klaar bent met Aimer, dan wordt een andere leerling de jury en ga je verder met Finir. Wees zuinig op de kaartjes; ik wil ze straks graag weer compleet terug in de enveloppe. Bonne chance.