Bienvenue à tous
Qu’est-ce qu’on va faire? une image (plaatje) ontkenning Spel: oefenen met de werkwoorden aimer, finir, vendre, connaître, savoir, vouloir Huiswerk
de kat = le chat de muis = la souris Quel jour sommes nous aujourd’hui? de kat = le chat de muis = la souris
ne ……….. pas De ontkenning Je parle français – je ne parle pas français je parle français je ne parle pas français
Ontkenning Il vend la maison Il ne vend pas la maison DUS ne vóór de persoonsvorm pas áchter de persoonsvorm
Ontkenning ne …… pas niet ne …… jamais nooit ne …… plus niet meer ne …… pas encore nog niet
Maak de zinnen ontkennend Je vais à l’école (niet) Ils vendent les affaires agréables (nooit) Elle aime son lapin (niet meer) Nous connaissons le secret de mon frère (nog niet) J’ai voulu une interrogation (niet)
Maak de zinnen ontkennend Je vais à l’école (niet) Je ne vais pas à l’école Ils vendent les affaires agréables (nooit) Ils ne vendent jamais les affaires agréables Elle aime son lapin (niet meer) Elle n’aime plus son lapin Nous connaissons le secret de mon frère (nog niet) Nous ne connaissons pas encore le secret de mon frère J’ai voulu une interrogation (niet) Je n’ai pas voulu un interrogation
vouloir savoir connaître aimer vendre finir Het werkwoord: connaître
Handige links om de werkwoorden te oefenen/leren Finir: http://www.youtube.com/watch?v=cv5qlrNFk_M Aimer: http://www.youtube.com/watch?v=8yrHMIJFrZc Vendre: http://www.youtube.com/watch?v=BMZa_kIVy8A Connaître: http://www.youtube.com/watch?v=UIFZAZJkjcQ Savoir: http://www.youtube.com/watch?v=aueGK5Lgv1E Vouloir: http://www.youtube.com/watch?v=f1bJSFIeIEQ
AIMER FINIR VENDRE CONNAîTRE SAVOIR VOULOIR
Doel: actief oefenen met de werkwoorden zodat je ze beter kan onthouden en ze als vaste combinaties gaat zien elkaar hierin trainen
In groepjes van 3 1 leerling is jurylid 2 leerlingen spelen het spel Het jurylid heeft een werkblad met vragen+antwoorden De 2 spelers hebben -1 wit stapeltje met: je-tu-il/elle/on-nous-vous-ils/elles -6 gekleurde stapeltjes met de 6 werkwoorden Het jurylid stelt de eerste vraag, bijvoorbeeld: wat is ‘jij houdt van’ De 2 spelers zoeken eerst ‘tu’ en daarna ‘aimes’ Degene die de combinatie ‘tu aimes’ als eerste heeft gemaakt, krijgt een punt. Daarna de volgende: zij houden van etc. Je speelt niet met alle werkwoorden door elkaar maar per werkwoord. Wanneer je klaar bent met Aimer, dan wordt een andere leerling de jury en ga je verder met Finir. Wees zuinig op de kaartjes; ik wil ze straks graag weer compleet terug in de enveloppe. Bonne chance.