Tijdmachine Informatie les 1 Deze eerste sheet is de introductie en oriëntatie op de les: wat weten ze al van een tijdmachine. “wie weet wat een tijdmachine is”, wijs een paar kinderen aan en laat ze vertellen over hun ervaring bv uit Kuifje of andere strips. Tijdmachine
Ze gaan de tijden leren kennen, maar vooral de Middeleeuwen, om daar te komen moeten ze eerst het wachtwoord weten….gion. Dat mag alleen deze klas weten! gion
Hier zien we alle taken/lessen staan, we beginnen met de tijdmachine de eerste les over de tijdvakken. Van heel oud tot de tijd van opa en oma.
Hier staat de uitleg over wat de kinderen moeten doen Hier staat de uitleg over wat de kinderen moeten doen. Klik op de link en demonstreer de knoppen. Na afloop hiervan krijgen de leerlingen de doebladen en informatie hoe ze zich kunnen inschrijven op het rooster voor de computers wanneer ze hun werk in moeten leveren. Naar opdracht
Hoi! Ik ben Tim de Wekker! Ik wil graag weten hoe vaak en hoe lang je bezig bent met een taak. Daarom heb ik een opdracht voor je: kijk voordat je begint met de taak eerst naar de tijd rechtsonder in beeld en schrijf deze op in het schema hieronder. Als je stopt met de taak schrijf dan ook de tijd op. Hieronder zie je een voorbeeld. Als je vragen hebt kun je die ook aan je juf of meester stellen. Als je begint schrijf je de cijfers over, op het plaatje zie je dat bij de rode pijl. Als je stopt kijk je nog een keer en dan schrijf je deze cijfers weer op. Met welke taak ben je bezig? Hoe laat ben je begonnen? Hoe laat ben je gestopt? Heb je de taak af? Tim de Wekker De kinderen moeten opschrijven hoe lang ze met een taak bezig zijn geweest. In het werkboek staat dit uitgelegd aan de hand van Tim de Wekker. Neem met de kinderen de sheet door en laat de kinderen in het werkboek opzoeken waar ze de tijd moeten opschrijven (voorin het werkboek). Voordat de kinderen met hun werkboek bezig gaan moeten ze opschrijven hoe laat het is. Ook wanneer ze weer ophouden met werken moeten ze de tijd opschrijven. Zo kunnen wij zien hoelang ze met een taak bezig zijn geweest. Wanneer ze een taak niet in een keer afkrijgen kunnen ze hier later mee verder, maar dan moeten ze wel weer opschrijven hoe laat ze beginnen en stoppen. Ook moeten ze opschrijven met welke taak ze bezig zijn en of ze deze taak hebben afgekregen.