Wie ben ik. Ik ben Jari en ik woon in rozenburg. Op de kampanje 25. Ik woon met Luis mijn stiefvader, Sylvia mijn moeder, Tony mijn broertje en Luna onze puppy.
Rozenburg
Wie heeft jou positief of negatief beïnvloed? Mijn vader en mijn moeder hebben mij positief beïnvloed Bijvoorbeeld: handbal, tennis, met Luna en met zoeken naar dingen. Mijn vader en moeder hebben mij ook negatief beïnvloed. Bijvoorbeeld: vaatwasser niet uitruimen en te lang gamen.
Bij welke groepen heb je gehoord? Ik heb in zoveel groepen gehoord. Bijvoorbeeld: gr1/8 en nu het 1e. Ook in populaire en niet populaire groepen.
Wat waren de gelukkigste momenten in mijn leven? De gelukkigste momenten in mijn leven zijn bijvoorbeeld: Dat ik een broertje kreeg, dat ik weer een hond krijg en dat ik op tennis mocht. Er zijn nog veel meer gelukkige momenten in mijn leven zoals dat ik een nieuwe fiets kreeg of ik had een heel goed cijfer voor mijn huiswerk.
Welke dingen heb je gedaan waar je heel trots op bent? Ik heb een keer met handbal een beker gewonnen. Daar ben ik heel trots op. Ik was ook een uitblinkertje in het tennis groepje waar ik in zat maar in mijn nieuwe tennis groepje niet meer. Daar was ik ook wel trots op.
Welke dingen in de maatschappij hebben mij beïnvloed? De dingen die mij in de maatschappij hebben beïnvloed zijn Bijvoorbeeld. Tv programma’s, muziek en de leefstijl.
Hoe is tennis ontstaan Tennis is ontstaan in Frankrijk tijdens de Middeleeuwen. Vroeger werd het gespeeld zonder racket of slaghout, het werd gespeeld met de blote hand. Hoe tennis aan de naam Tennis komt is niet echt heel duidelijk.
De geschiedenis van de puntentelling. Elke game ging om het halen van zestig punten bij vier gewonnen slagen. . Ook over de oorsprong van de termen ‘love’ (nul) en ‘deuce’ (gelijk) is veel gesproken.
De punten telling van deze tijd. Een game winnen: Bij tennis wordt een game gewonnen door degene die 4 punten wint. Match: Een match bij de jongens is: Best of 5 (beste van de 5) en een match bij de meisjes is Best of 3 (beste van de 3).De jongens moeten 3 set’s winnen en de meisjes 2 set’s.
Welke blessures kun je oplopen met tennis. Overbelaste rug Tennis arm Zwaai arm. Hink stap Enkel blessure.
Effect. Topspin Backspin
Tennis wordt gespeeld op verschillende ondergrond Gras lawntennis Kunstgras Gravel (rode gemalen baksteen) Frenchcourt (kunstmatige, roder en fijner dan Gravel, het is iets grover dan gravel. Hardcourt (cement/beton) Indoor ( kunst vloer ) Tapijt Snapsports ( modulair ) Smashcourt ( kunst gras met laagje gravel eroverheen)
Eindproduct
Onderzoeksvragen. De Duitse Herder De Duitse herder is een hond die zoals je al zegt uit Duitsland komt. Het is een echte gebruikshond voor sommige doeleinden, maar ook geschikt als gezinshond.
Uiterlijk De Duitse Herdershond is middelgroot, licht gestrekt, krachtig en goed gespierd. Belangrijke verhoudingen in maat: De schofthoogte bedraagt voor mannetjes 60 tot 65 cm, bij vrouwtjes 55 tot 60 cm. De romplengte overtreft de maat van de schofthoogte met ongeveer 10 tot 17%.
Aard. De Duitse herdershond moet in zijn karakter beeld evenwichtig, zenuwvast, zelfverzekerd, absoluut onbevangen en volkomen goedaardig zijn. Hij kan echter wel grof overkomen, daarom moet je hem ook goed trainen.
beweging Jonge honden moeten goede voeding en verzorging krijgen. Bijvoorbeeld: ze mogen geen last van hun achterpoten krijgen en niet te veel lopen.
Dit is een grafiek wat is per week doe Dit is een grafiek wat is per week doe. Wat er niet bij staat is computeren en lui zijn
Wat heb ik in dit project heel goed gedaan? Wat ik goed heb gedaan is de tijd ingedeeld.
Wat was het moeilijkst voor mij. Het moeilijkst voor mijn was de tijd en het oefenen voor mijn presentatie.
Hoe zou je beter je tijd kunnen organiseren. Met een tijdspad. Met een grafiek. Met een tijdslijn.
Wat heb ik over me zelf geleerd Dat ik best veel over tennis weet. Dat ik best veel over de Duitse herder weet.
Heb ik voldoende werk verricht naast de andere vakken. Ik heb genoeg werk verricht naast mijn project want ik heb alles voor de rest af. Wat doe ik nog meer op een dag. Wiskunde, Nederlands, Engels, kunst en cultuur en koken.