Spijbelen aan het einde van het basisonderwijs en het begin van het voortgezet onderwijs : de invloed van sociale bindingen en zelfcontrole
Doel van de studie Inzicht te bieden in de mate waarin spijbelen op jonge leeftijd voorkomt. En na te gaan in hoeverre dit risicogedrag voorspeld kan worden door sociale bindingen en zelfcontrole.
Wel effect op spijbelen Emotionele bindingen ( aan ouders en leerkrachten) Morele binding aan regels Kinderen uit een zwak sociaal milieu jongeren met een lage zelfcontrole
Spijbelen op 13/14-jarige leeftijd komt vaker voor dan op 10/12-jarige leeftijd. Minder dan een vijfde (16 procent) van de kinderen die op 10/12-jarige leeftijd niet spijbelden, is daar twee tot drie jaar later mee begonnen.
4 spijbelcategorieën Frequentieverdeling vier spijbelcategorieën naar sekse en totaal Persistenten : beide keren gespijbeld BO spijbelaars : in het voortgezet onderwijs gestopt met spijbelen VO spijbelaars : in het voortgezet onderwijs begonnen met spijbelen Niet spijbelaars : beide keren niet gespijbeld.
Beïnvloedende factoren Z-Scores vier groepen spijbelaars op gezinsomstandigheden, lichamelijke ontwikkeling en aspecten uit de controlebenadering
De relatie tussen spijbelen en schoolfalen BO- spijbelaars : schoolfalen in basisonderwijs boven het gemiddelde niveau VO- spijbelaars : schoolfalen neemt toe. Persistenten : schoolfalen tamelijk stabiel blijft
Bindingstheorie Attachment emotionele binding met ouders leerkrachten en leeftijdsgenoten Door de normen en waarden die ze meekrijgen worden overtredingen afgeremd
Zelfcontroletheorie Mensen die de regels niet naleven leven in het hier en nu, ze zijn minder volhardend avontuurlijk en fysiek ingesteld. Wat een lage zelfcontrole vormt.