Interventie-opstellingen Specialisatieblok Implementation and Change Managment Utrecht, 25 juni 2007

Invulling 2 uur programma interventie-opstelling ­15 minuten: Verbale introductie interventie-opstelling ­15 minuten: Fysieke introductie interventie-opstelling ­45 minuten: 1e interventie-opstelling ­45 minuten: 2e interventie-opstelling

Procedure interventie-opstellingen Vijf hoofdfasen: 1.Dialoog 2.Personificatie 3.Emotionele systeemfeedback 4.Simulatie en visie-ontwikkeling 5.Creatieve interpretatie.

1. Dialoog : Verbalisatie interventie en elementen

2a. Element personificatie: Keuze representanten

2b. Huidige systeemprojectie: Positionering representanten kernelementen huidige situatie

3. Emotionele systeemfeedback: Element-representanten ondervragen op gevoelens, tele-ervaringen en gewenste bewegingen

4. Simulatie en visiefase: Toevoegen interventie en optimaliseren systeemenergie

5. Creatieve interpretatie: Verwoorden inzichten en emoties ten aanzien van effect interventie

Interventie-opstelling samenvattend 1.Wat: projectieve, ruimtelijke systeemmetafoor 2.Wanneer: bij complexe interventies 3.Waarom: niet-bewuste kennis bewust maken 4.Voor Wie: emotioneel en spiritueel intelligente mensen.

Fysieke introductie projectiefase: ICM als interventie 1.Kies iemand voor ­Jezelf ­Je huidige werk ­Specialisatieblok ICM 2.Stel de representanten voor jezelf, je huidige werk op in de ruimte 3.Voeg de representant voor specialisatieblok ICM toe.

Regels vraaginbrenger 1.Noem organisatie niet 2.Elementkeuze: intuïtief op resonantie 3.Benoem elementen eenduidig maar niet herleidbaar tot organisatie voor representanten 4.Keuze representanten: intuïtief op resonantie persoon; mensen zorgvuldig uitnodigen 5.Positionering representanten: intuïtief op resonantie plaats en persoon; mensen zorgvuldig plaatsen 6.Interpreteer lateraal: genereer inzichten en vraag je pas in 2e instantie of waar ze vandaan komen.

Regels representanten 1.Vergeet welk element je representeert 2.Concentreer je op je ervaringen: gevoelens, tele- ervaringen en gewenste bewegingen (van jezelf en andere elementen) 3.Beschrijf deze ervaringen kort en bondig wanneer de begeleider daarom vraagt.

Regels publiek 1.Concentreer je op je persoonlijke ervaringen: gevoelens, tele-ervaringen en gewenste bewegingen t.a.v. het hefboom-element in het merkvraagstuk 2.Beschrijf deze ervaringen en je conclusie ten aanzien van het merkvraagstuk in de creatieve interpretatiefase.