URINE INCONTINENTIE BIJ DE BEJAARDE Boven de 70 jaar zijn 17% van de mannen en 48% van de vrouwen incontinent. Klachten van een overactieve blaas komen voor bij 1/3 van de 65 plussers. Bij de helft is er urineverlies maar vaker bij vrouwen. Uit de prevalentiestudie van Schulmann et al blijkt duidelijk een grotere incidentie bij een hogere leeftijd. Andere studies vermelden cijfers gaande tot 50% van de bevolking in rust- en verzorgingshuizen, gecorreleerd met de graad van afhankelijkheid. Incontinentie is in deze groep meer complex en vereist een verschillende aanpak dan bij de jongere populatie. Toch is deze groep van “oude ouderen” zeer heterogeen. Enerzijds zijn er de gezonde ouderen die, wat incontinentie betreft, op een gelijkaardige manier moeten benaderd worden als de jongere. Anderzijds kan incontinentie gerelateerd zijn aan functionele beperkingen, aan cognitieve beperkingen en co-morbiditeit.

Mictietraining Volumetraining Bladder training Vraagplassen Prompted voiding Gewoonteplassen Habit training Klokplassen Timed voiding Wilson et al., 2005

Mictietraining Bewoner Niet-dementerend Onafhankelijk voor ADL Mictiedrang Licht incontinentiemateriaal Gemotiveerd Resultaat Na drie weken geen verbetering  andere interventie Volumetraining AMDA, 2005; CMS, 2006; Wilson et al., 2005

Mictietraining Werkwijze Educatie Volumetraining Technieken om aandrang te verminderen Plaskaart: schema met vaste tijdstippen Tussendoor: uitstellen of incontinent Niet tijdens nacht Doel: twee- tot drieuursinterval Positieve bekrachtiging Volumetraining Niet dementerend Wilson et al., 2005

Mictietraining Werkwijze Proefinterventie Spreek bewoner elke 2u aan (8u-16u) Proefinterventie Duur: drie dagen Percentage succesvolle toiletbezoeken= Aantal succesvolle toiletbezoeken X100% Totaal aantal toiletbezoeken + aantal ‘natte’ controles <66% = non-responder Motivatie = 2/dag naar toilet willen gaan Gemotiveerde bewoner  medische behandeling Niet-gemotiveerd  nieuwe zorgdoelen Vraagplassen Niet dementerend Borun Center, 2004

Dementerend of niet dementerend Mictietraining Werkwijze Mictiedagboek (3 dagen) Geïndividualiseerd schema gebaseerd op plaslijst en/of organisatie verblijfsinstelling Tijdstip: plassen of urineverlies Interval niet > 4 uur Gewoonteplassen Dementerend of niet dementerend Colling, 1996

Dementerend of niet dementerend Mictietraining Doel Urineverlies voorkomen en blaascapaciteit vergroten Bewoner Dementerend of niet dementerend Resultaat Afhankelijk van zorgdoel Werkwijze Vastliggend schema met interval van 3 uur Klokplassen Dementerend of niet dementerend Colling, Owen & McCreedy, 1994