Oefeningen Hoofdstuk III.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
De Lorentzkracht Prof. H. A. Lorentz ( )
Advertisements

Voorraadwaardering Technische en economische voorraad FIFO methode
- Hoe noem je uitkomsten?
M3F-MATEN - Tijd en Snelheid
Wet van snellius sin = n sin Willebrord Snellius ( ) i = inval
Uitwerkingen blok 4 hoofdstuk 3 versie 2
Het elektrisch veld.
Lading Lading is een grootheid met symbool Q. De eenheid is de coulomb met symbool C.
Hoofdstuk 8 Regels Ontdekken Sebnem YAPAR.
Uitwerkingen blok 4 hoofdstuk 3 versie 1
3.1 Zwaartekracht, massa en gewicht
Oefenopgaven februari 2008
Elke 7 seconden een nieuw getal
vwo B Samenvatting Hoofdstuk 7
Regels voor het vermenigvuldigen
Lineaire functies Lineaire functie
Oefeningen F-toetsen ANOVA.
Vraag 28 Verzamel eerst de gegevens: P = 80 W t = 8,5 minuut = 8,5 x 60 = 470 seconden m = 200 gram water c = 4,2 J/g.°C ∆T = 37 – 7 = 30 °C Maak eventueel.
mol molariteit percentage promillage ppm
Chemische reacties De mol.
Sterkteleer … ik kan het !
Aan welke 4 zaken herken je dat een kracht werkt?
Deel 2 Krachten hebben een naam
4.1 Zonder verplaatsing is er geen arbeid
5.1 Definitie van vermogen
29 Elektromagnetische inductie en de wet van Faraday H o o f d s t u k
Inductie elektromagnetische trillingen, wisselstroomschakelingen
Les 3 Elektrische velden van continue ladingsverdelingen
Les 2 Elektrische velden
Elektriciteit 1 Les 4 Visualisatie van elektrische velden
Les 6 Elektrische potentiaal - vervolg
Elektriciteit 1 Basisteksten
Krachten.
Opgave 1 b] sin i r = n Sin 20 0 sin r = 1,5 sin r = 0, glas lucht 4 cm a] zie tekening = 13,2 0 r.
Arbeid en kinetische energie
Herhaling Energie berekeningen
Neem over en zet de aangegeven hoek uit bij de blauwe punt
Je wilt een 3 cm hoge dia, scherp en volledig, op een 4,5 m
lenzenformule De lenzenformule geeft het verband aan tussen de
Antwoorden oefening krachten A1
Module ribCTH Construeren van een Tennishal Spantconstructies. Week 14
Construeren van een Tennishal Vergeet-mij-nietjes. Week 13
Snede van Ritter Herman Ootes.
5 VWO Hst 8 – zuren en basen.
Toegepaste mechanica voor studenten differentiatie Constructie
De Transformator.
De tweede wet van Newton
Oefenen met pV=nRT.
Hoofdstuk 4 Vlakke figuren.
Hoofdstuk 4 Vlakke figuren.
Opdracht: Ontbind de kracht F in twee krachten F 1 en F 2. Krachtenschaal: In de tekening stelt 1 cm steeds 15 N voor.
1.4 Werken met hefbomen 4T Nask1 H1: Krachten.
Eerst even wat uitleg. Klik op het juiste antwoord als je het weet.
Oefeningen Hoofdstuk V.
Chemisch rekenen: overzicht
17/08/2014 | pag. 1 Fractale en Wavelet Beeldcompressie Les 5.
17/08/2014 | pag. 1 Fractale en Wavelet Beeldcompressie Les 3.
Fractale en Wavelet Beeldcompressie
Fractale en Wavelet Beeldcompressie
Op de maan opdracht 10.
Presentatie Soorten bijzondere driehoeken en Rekenen met hoeken
Aan welke 4 zaken herken je dat een kracht werkt?
3FD na de vakantie !! Wiskunde deel B + Geodriehoek !!! + potlood !! + gum !! + rekenmachine !! Koop het als je het niet hebt !
Hoofdstuk 5.
Electro magnetisme Introductie.
Wat is evenwicht? hoe kun je met krachten tekenen en rekenen?
Paragraaf 1 – Krachten herkennen
Rendement Rendement = Bereken eerst theoretische opbrengst
Rendement Rendement = Per uur gaat er 4000 kg waterstof en een overmaat koolmonoxide in de methanolreactor. Per uur komt er kg methanol uit de reactor.
Transcript van de presentatie:

Oefeningen Hoofdstuk III

Oefening 1 a) F = Iv . l . B . sin q = 2,0 . 0,0500 . 0,02 . 1 Iv Teken de krachtvector en bereken de grootte van de kracht a) F = Iv . l . B . sin q = 2,0 . 0,0500 . 0,02 . 1 Iv = 2,0 . 10-3 N

b) F = Iv . l . B . sin q Iv 60o = 10,0 . 0,0500 . 0,010. 0,866 = 4,3 . 10-3 N

Oefening 2 Iv F = Iv . l . B . sin q 90o 90o Iv = 0,20 A Teken het draadelement en bereken grootte van stroom Iv F = Iv . l . B . sin q 90o 90o Iv = 0,20 A

Oefening 3 Teken de richting van de magnetische veldvector voor F = 0 Iv

Oefening 4 F = Fz = m.g = 0,0118 N en F = Iv . l . B . sin q Bereken het homogeen magnetisch veld tussen de magneetpolen F = Fz = m.g = 0,0118 N en (m = 0,00120 kg) F = Iv . l . B . sin q met l = 0,0500 m en Iv = 10,0 A B = 0,0236 T

Oefening 5 gegeven : gevraagd : q = ? l = 0,050 m Iv = 7,0 A B = 0,35 T F = 0,045 N oplossing : F = Iv . l . B . sin q = 0,37  q = 21o33'

Oefening 6 gegeven : q = - 2,0.10-9 C B = 0,050 T v = 3,5.104 m/s gevraagd : F = ? oplossing : = 0,050. |-2,0.10-9 | . 3,5.104 . 1 = 3,5.10-6 N

Oefening 8 gegeven : l = 150 m B = 1,9 . 10-5 T I = 100 A q = 90o gevraagd : F = ? oplossing : F = Iv . l . B . sin q = 100 . 150 . 1,9.10-5.sin 90o = 0,29 N