Diagnostiek bij thrombocytopenia; therapie en tranfusietriggers

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Autologe stamceltransplantatie
Advertisements

Allergologie: er is meer dan antihistaminica Huub Willems
Transfusie van bloedproducten bij neonati
De ziekte van Waldenström en het lymfoplasmacytaire lymfoom
Universitair Medisch Centrum Groningen
Acute lymfatische leukemie (ALL)
Bloedarmoede (anemie)
Anesthesie bij zwangeren
Multipel myeloom / ziekte van Kahler
Immunoglobulines immunochemie.
eindelijk is er wat nieuws!
Hart & Circulatie Kliniek
Acute myeloïde leukemie (AML)
Experimenteel bij mensen: zinnig verder
Komt een vrouw met peau d’orange
Essentiële trombocytemie
Jeroen P. Muller Kobold, Joost M. Klaase, Walter J.B. Mastboom
Uitval n. femoralis bij een retroperitoneale bloeding (m
Psychose als bijwerking van ritalin
Effectiviteit TCAs versus MAOIs
kennismakig met boed / JoJo september 2006
Steroiden bij acute dwarslesie
Preventie, cure en care in de GGZ
Transport Bs 1&2 Bloed en bloedsomloop. Transport van stoffen Klein afstanden: van cel tot cel –DIFFUSIE Bloedsomloop (mens) –Dubbele bloedsomloop Grote.
Het bloedvatenstelsel – Het lymfatisch systeem
Transport Bloed en bloedsomloop Informatie en animaties over het bloed.
“Immuunpathologische reactietypen”
Gecompliceerd Ulcuslijden Bloedingen en Perforaties Stichting BG Reinier de Graaf Groep Bare Buttocks Sessie Bare Buttocks Sessie Maagbloedingen: de Dagelijkse.
SCHILDKLIER Afra Veken en Gerard Beukeveld Westfries Gasthuis
Melphalan treatment in patients with myelofibrosis with myeloid metaplasia MC Petti et al Br J Haemat 2002, 116,
Hodgkin-lymfoom Afdeling Hematologie
ITP: immuun trombocytopenische purpura
Hairy cell leukemie (HCL) ‘pluizebolleukemie’
Trombotische trombocytopenische purpura (TTP)
Universitair Medisch Centrum Groningen
Myelodysplastisch syndroom (MDS) en variante beelden
Therapie & Prognose Dr. A. Janssen.
Non-Hodgkin lymfoom Mark-David Levin.
RIAM, an Ena/VASP and Profilin Ligand, Interacts with Rap1-GTP and Mediates Rap1-induced Adhesion Esther M. Lafuente, André A.F.L. van Puijenbroek, Mattias.
Daniëlle Bastiaansen, Eric Lammertsma, Anneke Sanders
Epiduraal bij partus bij von Willebrandziekte
Hematologie Petje op – Petje af.
Hyponatriemie Maartje Salomons.
Multipel myeloom: therapie
Urogenitale aandoeningen
Afweer.
David H. Ellison ACE Sarcoidosis Multisystemische granulomateuze ziekte Verzameling van granulocyten op verschillende plekken in ons lichaam.
Responsiecollege 18 Nadine Wilczak.
Een ingewikkeld systeem
EASBFZ01K => Modulewijzer + ppt per week op med.hro.nl/kesmh/EASBFZ01K Les 1 Inleiding: Functies van bloed Les 2 Anemie / Hemoglobinopathie Les 3.
EASBFZ01K => Modulewijzer + ppt per week op med.hro.nl/kesmh/EASBFZ01K Les 1 Inleiding: Functies van bloed Les 2 Anemie / Hemoglobinopathie Les 3.
Afdeling Trombose en Hemostase; Trombosedienst Leiden
Bloedonderzoek.
EASBFZ01K => Modulewijzer + ppt per week op med.hro.nl/kesmh/EASBFZ01K Les 1 Inleiding: Functies van bloed Les 2 Anemie / Hemoglobinopathie Les 3.
TRANSPORT Thema 5.
Samen met de website van:
Help ! Blauwe plekken: Eerste benadering bij diagnostiek
10.5 Bloedtransfusie. Bloeddonoren? Bloed verloren  nieuw bloed via een bloedtransfusie Bloeddonor: Gezond bloed naar een persoon die bepaalde bestanddelen.
Hemolytische Anemie KL Wu, ZNA Roadshow titel ondertitel datum 241 Erythrocyten Erythrocyt is biconcaaf schijfje van 8 μ m diameter Levensduur ≈
Bloedonderzoek.
UITGESTELDE TRANSFUSIEREACTIES
Bloed en afweersysteem
Palliatieve zorg rondom de hematologische patiënt.
AFWEER/IMMUNITEIT.
Noorderpoort Medische Kennis. Bloed
Samen met de website van:
Bloed en afweer pathologie
Minisymposium Diagnostiek en behandeling van Lymfomen 22 april 2013
Bloed en afweer Bloed = weefsel: Cellen en tussencelstof (= plasma)
Transcript van de presentatie:

Diagnostiek bij thrombocytopenia; therapie en tranfusietriggers J. J. Zwaginga met dank aan: Karel Nieuwenhuis Vera Novotny Jean-Louis Kerkhoffs

Thrombocytopenie Introductie Genese en Indeling Diagnostiek Therapie Transfusies plaatjes aantal als trigger: profylactisch bloeding als trigger: therapeutisch dosis Hemostase ondersteuning anderszins Conclusies en aanbevelingen

Introductie Frequent op alle leeftijden Meestal asymptomatisch Als symptomen: meestal huid en slijmvlies bloedingen Paradoxaal thrombo-embolische complicatie

Oorzaken thrombocytopenie Pseudothrombocytopenie EDTA afhankelijk Zwangerschap 70-130 x 109/l (7% < 150; 1% < 100) Spontane remissie na bevalling Verminderde productie Toename afbraak en verbruik: auto-immuun, microangiopathien Abnormale distributie Milt sequestratie (30% van plaatjes reserve), splenomegalie ↑ Lipid storage ziekten, sarcoidosis, cirrhose, lymfoom, leukemie Indeling: productie (aplasie, dysplasie,…), verbruik / afbraak, verlies/ sequestratie Erfelijk of verworven

Bloedplaatjes aanmaak Plaatjes circuleren + 10 days Beenmerg Bloed

Thrombopoietine (TPO) 70 kDa, 332 aminozuren Lange arm chromosoom 3 Grote homologie met EPO Ligand van c-MPL

C-MPL

PRODUCTIE REGULATIE VERBRUIK & ELIMINATIE

Aanmaak falen chemo-radiotherapie, virale infecties avitaminoses congenitale oorzaken tumorinfiltratie MDS/ MPD Aplasie Verdringing Dysplasie X Mazelen, bof, rubella, Virale oorzaak: MK infectie, plaatjes destructie, immuun, hemophagocytose,cytopathologisch effect op de MK

Erfelijke thrombocytopenie Gray platelet syndroom Secretion defect (α-granula) autosomal recessive large platelets TAR-syndroom Secretion defect: dense bodies Thrombocytopenia absent radius intrauterine injury (rubella) vs. autosomal recessive…. Alfa: VWF, fibronectin, Fg, PF4, PDGF, B-TG, TSP…. Dense = ADP , ATP, serotonine…

Erfelijke thrombocytopenie 2 May-Hegglin anomaly Autosomal dominant trait Mutation MYH9 non-muscle myosin heavy chain gene Giant platelets Leukocyte inclusion bodies Bernard-Soulier syndrome Adhesion defect Autosomal recessive disorder GP IbIX-V absence (vWF receptor) Bleeding tendency varies

Erfelijke thrombocytopenie 3 Wiskott-Aldrich syndrome Secretion defect: dense granula X-linked disorder Immunodeficiency/Eczema/Thrombocytopenia Small platelets Von Willebrand disease: vWF fascillitates platelet aggregation/carrier fVIII vWF type IIb qualitative deficiency, platelet type VWD Intravascular platelet aggregation Mild thrombocytopenia

Toename afbraak Thrombocytopenie zonder thrombose ITP, NAITP Medicijn gemedieerd PTP Mechanische destructie (hart- long machine) Thrombocytopenie met trombose/ intravasculaire afbraak TTP, VWD type IIb, HELLP, HUS, DIS…

Alloimmuun: Post transfusie purpura PTP: zeldzaam Ernstige thrombocytopenie 3-15 dagen posttransfusie Antilichamen tegen HPA (HPA-1a) Ag-Ab complexen op autologe plaatjes Destructie autologe plaatjes Ernstige bloedingen IVIG

Medicament gemedieerde Thrombocytopenie Classificatie Frequentie Mechanism Medicament Hapteen-afhankelijk Ab Zeer zeldzaam Hapteen bindt aan membraan-Ag en geeft Ab-respons Penicilline, cefalosporine Kinine-type 26/ 10e6 kinine gebruikers Medicament induceert Ab’s die via Fab binden aan plaatje als medicament daar bindt Kinine, Co-trim, NSAIDs Fiban-type 0.2-0.5% Medicament bindt zelf GPIIb/IIIa: vorming van Ab tegen neo-epitope Tirofiban Medicament specifiek Ab 0.5-1.0 % tot 10-14% bij herexposure Ab herkent murine deel van het medicament = chimeer Ab Abciximab Auto-Ab 1% bij goud Medicament induceert auto-Ab Goud zouten, procainamide Immuun complex 3-7% bij heparine (7d) Ab bindt heparine in complex met PF4: dit leidt tot plaatjes activatie via Fc receptor binding Heparine Aster RH & Bougie DW NEJM 2007;357:580-587

Analyse thrombopenie/ plaatjes functie Anamnese: medicatie, familie etc. LO: bloeding, milt, trombose, syndroom Plaatjes aantal en functie; PFA Aggregatie testen Stimulus geïnduceerde GP expressie Plaatjes morfologie: bloed, beenmerg Stolling, vWF parameters, vitamines TSH, virus serologie, antilichamen, TPO Plaatjes overleving

HLA Class I typed HLA Class I typed Radio-actieve Plaatjes overleving Precount Post count 1hr 24 hrs 48 hrs 72 hrs Immuno-tracking plaatjes overleving Precount Post count 1hr 24 hrs HLA Class I typed 48 hrs 72 hrs HLA Class I typed

Therapie bij thrombocytopenie(-pathie) en bloeding RBC transfusies plaatjes transfusies desmopressin – DDAVP en VWF concentraat: VWF verhoging recombinant fVIIa (NovoSeven) antifibrinolytica: cyclokapron, EACA OAC Locale maatregelen (KNO tampons, embolisatie) Thrombopoietische groei factoren Evidence based ? ??

Rode bloed cel transfusies en primaire hemostase Ht > 0.35 Klinisch bewijs: Bloedings tijd studies Nierfalen: effect transfusies en EPO op bloedingstijd In vitro studies: RBCs verhogen plaatjes adhesie Mechanisme: ADP van RBC Rheologisch effect

Bloedings tijd bij anemie Valeri et al. Transfusion 2001;41:977

Invloed Ht. en plaatjesaantal op bloedingstijd Valeri et al. Transfusion 2001;41:977

Effect RBC aferese en teruggave op bloedingstijd Valeri et al. Transfusion 2001;41:977

Trombocyten transfusies: waarom beperken ? Pubmed hits op “platelet transfusions”: > 4000 RCT’s: 197 8 primair gericht op “adverse reactions” mn. op koorts -en allergische reacties

Thrombopenie als trigger < 20 x 10e9/l (Buter 1993) toename plaatjes gebruik: kosten en tekorten >10 % (> allergische) transfusiereacties (Kleinman 2003 0.13 % ernstige Figuur 1977 Sem.Thromb.Hemost. Lacey et al.. Stanworth et al BJH 2005 131; 588

Thrombopenie als trigger

Thrombopenie als trigger < 20 x 10e9/l (Buter 1993) toename plaatjes gebruik: kosten en tekorten >10 % (> allergische) transfusiereacties (Kleinman 2003 0.13 % ernstige Lagere trigger.. how low can you go ?? Rebulla 1997 en anderen: <10 of 10-20 met koorts vs. <20: geen verschil.. Figuur 1977 Sem.Thromb.Hemost. Lacey et al.. Stanworth et al BJH 2005 131; 588

10000 trigger 20000 trigger Rebulla et al NEJM 1997 337; 1870

Slichter et al Trans.Med.Rev. 2004

Slichter et al Trans.Med.Rev. 2004

Waarom toch bloedingen ondanks plaatjestransfusies ? Heddle et al Transfusion 2006;46:903 Analyse van 3 prospectieve PLT transfusie studies en 1 retrospectieve studie 897 patienten met acute leukemie- 10,506 PLT transfusies Italie US Canada n 250 510 88 37 Ernstige bloeding % WHO graad 3-4 10 36 36 19 Waarom toch bloedingen ondanks plaatjestransfusies ? Haemostatisch plug formatie vasculaire integriteit Verworven plaatjes functie defect sepsis, DIS, antilichamen medicamenten Plaatjes aantal bij bloeding 0-4 5-9 10-14 15-19 Rate graad 2-4 bloeding 8.8x 1.9x 1.8x 1.2x vergeleken met 20-30

Thrombocytopenie als trigger Caveats bij studies mbt lagere triggers: Beschrijvingen van bloeding…. Bias: vaak niet/ matig geblindeerd voor bloedingen outcome < Adherence in de lage trigger groep: toch eerder transfusies < Feasibility in de niet trial poliklinische praktijk (Eikenboom 2005) < statistische power om non inferiority aantetonen Problemen bij bepaling van lagere plaatjes triggers: FACs based plaatjes tellen ! Geindividualiseerde protocollen !!!!!! Stanworth et al BJH 2005 131; 588 Stanworth Cochrane library 2004

Hoe geindividualiseerder hoe minder verschillen tussen triggers !!!!!!! Gmur et al Lancet 1991

Plaatjestransfusie dosis Wat zit er in het product: 2-3 x 10e11 (grote variatie) Hoe actief zijn de plaatjes in het product ( opslagtijd en storage schade) Outcomes: geen verschil in bloedingen Tinmouth 2004: 2 vs 4 x 10e11 bij trigger < 20: 25% minder plaatjes nodig in low dose Sensebe 2005: 0.5 vs 1 x 10e10/kg: idem plaatjes nodig maar (in) minder transfusies Therapeutisch: hoger dosis Profylactisch: lagere dosis Stanworth et al BJH 2005 131; 588

Bloeding als trigger Profylactisch vs. therapeutische transfusies Oude zwakke RCT studies ( <1982): idem caveats als trigger studies Wandt et al BMT 2006: retrospectieve studie 140 auto PB-SCT stabiele patienten veilig (19% WHO graad II bloeding) 50% besparing 1 vs. 2/ patient 33 % geen transfusies (na HDM 47%)) 46% toch profylactische transfusies: mucositis, sepsis, koorts

Nieuw (verwachte) data graad 4 bloeding arm1 :5,2% en arm 2: 0% Graad ≥ 2 bloeding arm 1 :51% en arm 2: 49% PLADO SToP TOPPS profylaxe trigger <10 therapeutisch vs. profylaxe Primair eindpunt WHO bloeding >= 2 N 1350 270 300 Arm 1 interventie 1.1 x 10e11/m2 1.5-2.9 x 10e11 Profylactisch trigger < 10 x 10e11/l Arm 2 interventie 2.2 x 10e11/m2 3.0-6.0 x 10e11 Therapeutic only Arm 3 interventie 4.4 x 10e11/m2 n/a Status analyse volgt door safety board gestopt n= 130 open Heddle et al. Blood 2009;113:1564-;

Waarom toch bloedingen ondanks plaatjestransfusies ? Haemostatisch plug formatie vasculaire integriteit Verworven plaatjes functie defect Verlies van vasculaire integriteit bloeding plt < 5 x 109/L

Endotheel en plaatjes aantal Treated rabbits with anti-platelet serum Craig et al (Blood, 1975)

7 x 10e9/l/d voor vasculaire integriteit: +/- 3 x 10e10/ d = 5.5 x 10e10 plaatjes nodig/ dag= ¼ plaatjes eenheid Hanson and Slichter et al Blood 1985

Inschatten individueel bloedingsrisico Plaatjes aantal Andere testen: plaatjes functie, stolling, Ht Vaatschade parameters: CEC …….. Risicofactoren anderszins Coagulopathie Mucositis (ARA-C) Uremie Eerdere bloedingen .?. > 60 jaar Hemostase compromiterende medicatie Refractoriteit op plaatjes transfusies Infectie (locaal): plaatjes locaal herstel (Goerge et al .Blood 2008) hypoalbuminemie

Conclusies en aanbevelingen Diagnose Congenitaal/ verworven Aanmaak/ verbruik/ afbraak Therapie Primaire (RBC, vWF) en secundaire hemostase optimaliseren Specifiek bij > afbraak: volgende sprekers Plaatjes transfusies bij < aanmaak Individualiseren van trigger Profylactisch: lagere dosis Therapeutisch: hoge dosis

Dank

Plaatjes functie