1.6 Druk 4T Nask1 H1: Krachten
Uitwerking van een kracht Kracht veroorzaakt beweging en vervorming. Hoe groot de vervorming is, hangt af van: de grootte van de kracht het oppervlakte waarop de kracht werkt Hoe groter het oppervlak hoe beter de kracht verdeeld wordt. De vervorming is dan kleiner.
Druk De kracht per oppervlakte eenheid wordt de druk genoemd. De druk kun je berekenen met: F p = ----- A F = kracht in N A = oppervlakte in cm2 p = druk in N/cm2 (of N·cm-2)
Druk Klik hier voor een uitwerking van de druk LET OP: Je moet wel inloggen. Eenheden van druk: N/m2 Pa N/cm2 je moet deze in elkaar kunnen omrekenen
Druk omrekenen 1 m2 = 10000 cm2 1 N/m2 = 1 Pa 1 N/cm2 = 10000 N/m2 (in 1 m2 zitten 10000 cm2) 10000 N/m2 = 10 kN/m2 = 10 kPa
Vergroten / verkleinen druk Kracht Groter maken Kleiner maken Oppervlakte LET OP: oppervlakte = lengte x breedte A = l x b
Gewicht verdelen Door het gewicht te verdelen komt er minder druk op de weg Zie afb 31. in je boek Het contactoppervlak is het vlak van de band die de grond raakt
De druk kleiner maken Het gewicht verdelen doe je door een groot oppervlak te gebruiken daardoor maak je de druk kleiner. Je kunt op 2 manieren de druk verkleinen Door de kracht kleiner te maken en/of door het oppervlak groter te maken