Zoutoplossingen bij elkaar brengen 4GT Nask2 Hoofdstuk 5.2
Zoutoplossingen bij elkaar 1. Er ontstaat een troebeling Je krijgt een SUSPENSIE Er is een SLECHT oplosbaar zout ontstaan Je kunt een neerslagsreactie opstellen. 2. Er gebeurt niets. Oplossing blijft helder. Elk zout dat kan ontstaan is GOED oplosbaar
Hoe weet je of iets gebeurd? 1. maak een ‘mini’-oplosbaarheidstabel 2. zet de pos. ionen links 3. zet de neg. ionen boven in 4. zet op de juiste plaats de g, s of m (hiervoor gebruik je tabel 32) 4a. wanneer een ‘s’ of een ‘m’ in de tabel staat, ontstaat een troebeling. 5. stel de neerslagsreactie op.
Voorbeeld Je voegt een oplossing van natriumcarbonaat bij een oplossing van calciumnitraat. Stap 1-4 Stap 5 volgende dia CO32- NO3- Na+ G Ca2+ S
neerslagsreactie voor reactie Na Na+(aq), CO32- (aq) Ca2+ (aq) + CO32- (aq) Ca2+(CO32-) (s) Ca2+(CO32-) (s) Ca2+(aq), NO3- (aq) Na+(aq), NO3-(aq) tribune ionen