Welkom Module in combinatie met een project Theorievorming Toets MC en/of open vragen MC vragen uit het boek + additionele vragen – cijferwww.passievooronderwijs.nl inlognaam: merstudent2 wachtwoord: passie2
Historisch perspectief Mercantilisme - late middeleeuwen 1500 tot 1776 Doel? -Vergrote staatsmacht -Vergrote volkswelvaart Hoe? Internationale handel was de bron van welvaart, door handelsvoorraden en goud te vergroten door: -Vergroten handelsvloot -Koloniën afhankelijk te maken van het moederland -Regels (o.a.1615 Act of Navigation, Spanje verbood uitvoer edelmetalen)
Mercantilisme 1776 Amerikaanse revolutie 1600 – 1680 Nederlandse Gouden Eeuw –Nederland had een handelsmonopolie op een aantal producten: nootmuskaat, foelie, kruidnagel, kaneel 1750 Industriële revolutie
Adam Smith Boek ‘Wealth of Nations’, grondlegger van de economie kritiek op het mercantilisme: Adam Smith beschouwde de maatschappij als de som van individuen. Elk individu kan beter, dan welke overheid ook, beoordelen wat het beste voor hem is een aangezien de rijkdom van een land gelijk is aan de som van de rijkdom van elk individu, kan deze het best worden vergroot door een ieder zijn eigen gang te laten gaan zonder dat de overheid zich ermee bemoeit.
Adam Smith en de vrije markt economie Afschaffing ingewikkelde controle en regel systeem Prijsmechanisme ‘de onzichtbare hand’ zorgt voor een optimale allocatie van de productiefactoren V > A => prijs stijgt N, A, K V prijs daalt N, A, K
Factoren die marktwerking verstoren Onvoldoende concurrentie - Windows Overheid intervenieert – landbouw, regelgeving Externe effecten – milieu, opleiding Transparant – verzekeringen, pensioenen Hybride markten – NS, notarissen
Karl Marx Had kritiek op de vrije markt economie – particulier bezit = kapitalisme 1.Onrechtvaardige verdeling arbeidswaarde theorie: veel arbeidsuren = veel waarde Arbeiders moeten beloond worden en niet de eigenaren de productiefactoren
Kritiek Marx 2. Ondoelmatig systeem V<A– overproductie (voorraden in fabriekshallen) – werkloosheid V>A – onderbezetting (productie wordt niet optimaal benut)– werkloosheid Leidt uiteindelijk tot maatschappelijke tegenstelling en sociale onrust (revolutie)
Planeconomie Russische revolutie onder leiding van Lenin. Stalin van 1924 tot 1953 leider Sovjet Unie Centraal geleide plannen = planeconomie Collectivisatie - sovchozen
Einde plan economieën 1.complexe plannen 2.Gebrek aan informatie 3.Motivatieproblemen 4.Bureaucratische organisatiestructuur
Gemengde economie vanaf Marktsector 2.Budgetsector = overheid Angelsaksisch model = geringe invloed van de overheid Rijnlandse model = grote invloed van de overheid
Economisch stelsel Economisch stelsel = economische orde 1. coördinatie: wie,wat en hoeveel? 2. eigendomsverhoudingen
Vragen? Volgende week MC vragen bespreken hoofdstuk 1 Opgave 1 zie modulehandleiding