De Eerste Wereldoorlog: Oorlogsvoering, revolutie en vrede Ten Oorlog De Eerste Wereldoorlog: Oorlogsvoering, revolutie en vrede
Het begin-1914 Aanvankelijk was er zeer veel enthousiasme voor de oorlog. Miljoenen jongemannen in alle deelnemende landen meldden zich vol enthousiasme aan. Iedereen verwachtte dat ze vóór kerstmis 1914 weer thuis zouden zijn. Dat bleek niet zo te zijn:
Om meer soldaten te werven gebruikte men oorlogspropaganda
De oorlog duurde langer dan verwacht Het opperbevel wist ergens wel dat de oorlog niet binnen enkele maanden klaar zou zijn. Oorlogsvoering was immers veranderd: in de Boerenoorlog, de Japans-Russische oorlog en de Balkanoorlogen was dit op dramatische wijze duidelijk geworden. De Poolse bankier Jan Bloch zei hierover:". . . war, instead of being a hand-to-hand contest in which the combatants measure their physical and moral superiority, will become a kind of stalemate, in which neither army being able to get at the other, both armies will be maintained in opposition to each other, threatening each other, but never being able to deliver a final and decisive attack. That is the future of war-not fighting, but famine, not the slaying of men, but the bankruptcy of nations and the breakup of the whole social organization."
De bewapening had immers een enorme sprong doorgemaakt sinds 1871: Het magazijngeweer Het machinegeweer Het vliegtuig Artillerie + tanks
Verdedigen was hierdoor veel makkelijker geworden dan aanvallen: Een Britse eenheid van 3000 man kon in 1904 in één minuut meer vuur uitbrengen dan het hele Britse leger van 60.000 man tijdens de slag bij Waterloo. Dit was uiteraard bekend bij de legerleidingen, maar ze hadden simpelweg geen alternatief: het offensief (de aanval) bleef in het militaire denken belangrijker dan het defensief (de verdediging), eigenlijk nog zoals tijdens Napoleon.
Dit is te zien in de uniformen: Laten we Frankrijk als voorbeeld nemen Zo gingen de Fransen in 1914 de oorlog in. Beter dan deze uniformen natuurlijk. Maar al snel ging men over op deze uniformen.
Terug naar de oorlog: het Schlieffenplan mislukte en de Duitse opmars kwam tot stilstand De eerste maanden van de oorlog
Noord-Frankrijk en Zuid-België vormen het Westfront Het westfront wordt bekend door de hele lange verdedigingslijnen waar beide partijen zich ingraven: de loopgraven. Tijdens 4 jaar oorlog verandert het front hier nauwelijks.
De Franse, Engelse en Duitse generaals proberen door grote offensieven doorbraken te forceren. Von Moltke Nivelle Pétain Haig Foch Joffre Von Falkenhayn
Alle offensieven mislukten: De slag bij Verdun: 378.000 Franse slachtoffers, waarvan 163.000 doden / 330.000 Duitse slachtoffers, waarvan 143.000 doden. De slag bij de Somme: 420.000 Britse slachtoffers en 200.000 Franse slachtoffers / 500.000 Duitse slachtoffers. De slag bij Passchendaele (derde slag bij Ieper): 508.800 Franse en Britse slachtoffers / 348.300 Duitse slachtoffers.
De situatie in de loopgraven Ratten, kou, verveling, luizen, dood, ziekte: het leven in de loopgraven was geen pretje. Bovendien was de stress door de nieuwe vorm van oorlogvoeren zeer hoog: soldaten deserteerden, verwondden zichzelf of leden aan ‘shell shock’. Tijdens de oorlog waren er zo’n 40.000.000 gewonden om te verplegen. 9.000.000 per jaar. 25.000 per dag.
Gasaanvallen Mosterdgasblind; kapotte longen; dood