Somatoforme stoornis Begripsbepaling (achtergrondinformatie): Volgens het Zakwoordenboek der geneeskunde: Somatoforme stoornissen: lichamelijke verschijnselen waarvoor geen organische oorzaken of fysiologische mechanismen aantoonbaar zijn, en waarbij psychologische of sociale conflicten naar redelijkheid kunnen worden vermoed; synoniem: onbegrepen lichamelijk klachten; hiertoe behoren: conversie, hypochondrie, somatisatiestoornis, somatoforme pijnsootrnis en verstoorde lichaamsbeleving. Somatoforme aandoeningen Lichamelijke klachten of aandoeningen waarbij de patiënt zelf een psychische oorzaak uitsluit, daarvan niet wil weten en/of die hevig ontkent. In het algemeen zijn somatoforme klachten die de patiënt beschrijft ernstiger dan op grond van een lichamelijke ziekte zou mogen worden verwacht. Onderscheiden worden o.a.: - conversie-stoornissen: lichamelijke klachten die lijken op een bepaalde neurologische of andere aandoening met een psychologische oorzaak die door de patiënt wordt ontkent. - somatisatie-stoornissen: combinatie van lichamelijke klachten, zoals bijv. pijn, maag-darm-, neurologische en seksuele klachten –vaak in combinatie met angst en depressiviteit- waarvan de psychische oorzaak door de patiënt wordt ontkend. - hypochondrie: de patiënt is er op basis van bepaalde, vaak onduidelijke lichamelijke klachten van overtuigd dat hij/zij aan een ernstige ziekte lijdt en daar mogelijk dood aan zal gaan. Het woord "somatisch" betekent letterlijk: "het lichaam betreffende". somatisch ; met betrekking tot het lichaam Somatische problemen houden in: lichamelijke ziektes en hun verschijnselen. Een lichamelijke ziekte beperkt iemand in zijn normale functioneren en kan levensbedreigend zijn. Een gemeenschappelijk kenmerk van alle ziektes is dat ze symptomen hebben. Een verzameling symptomen die bij het zelfde ziektebeeld horen, heet een syndroom. Psycho-somatische klachten Uiteenlopende lichamelijke (soma = lichaam) verschijnselen, waaronder pijn, met een psychische oorzaak. Dit wordt in medisch-psychologische termen conversie genoemd. Overmatige gespannenheid (= stress), angst en ook inbeelding (= auto-suggestie) spelen daarbij vaak een grote rol. Een bijzondere vorm van psycho-somatische klachten is het opnieuw beleven van klachten waarvan men vroeger last heeft gehad maar inmiddels van is genezen. Hiertoe behoort ook het voelen van pijn aan lichaamsdelen of ledematen die operatief zijn verwijderd (= fantoom-pijn).
Agenda
Somatoforme stoornis Lichamelijke problemen, niet medisch verklaarbaar - hoofdpijn en buikpijn - vermoeidheid, zweten - misselijkheid en eetproblemen - plasproblemen - slik-en ademhalingsproblemen 7 tot 30 procent van de leerlingen tussen 8 en 18 jaar klaagt geregeld over pijn. Meestal gaat het over hoofd- of buikpijn. Vaak zijn er ook nog andere lichamelijke klachten als braken, misselijk worden, ademhalingsproblemen, darmspasmen, overmatig zweten, koude handen en voeten. Slechts bij één op tien kinderen met buikpijnklachten vindt de arts een lichamelijke oorzaak. Steeds meer leerlingen hebben lichamelijke (somatische) klachten zonder dat artsen een duidelijke ziekte vinden (psychisch). Ze functioneren minder meer op school.
Oorzaken Chronische ziekte of ongeval Schoolproblemen Angstproblemen: schoolfobie Sociale problemen Stress, traumatische ervaringen Instabiele thuissituatie Bij somatische problemen gaat het waarschijnlijk om een samenspel van erfelijke en omgevingsfactoren. Het uiten van lichamelijke klachten kan een manier zijn om hulp en aandacht van anderen te krijgen. Deze aandacht wordt wel ziektewinst genoemd. Kinderen van ouders met somatoforme problemen hebben een grotere kans ook deze problematiek te ontwikkelen; aangeleerd gedrag. Er zijn verschillende mogelijke oorzaken voor het ontstaan van psychosomatische klachten: - Stress kan bij leerlingen psychosomatische klachten veroorzaken. Problemen thuis (ernstige ziekte, huwelijksproblemen), hoge taakeisen op school (leerproblemen), maar ook de gewone gang van zaken op school (plagen en pesten, voortdurend de druk voelen om te presteren, altijd de beste moeten zijn) veroorzaken stress. - Leerlingen die thuis steeds hun gevoelens van angst en verdriet moeten onderdrukken («Doe niet zo flauw») lopen meer risico op stress en pijnklachten. - (Buik)pijn kan ook aangeleerd gedrag zijn. Sommige ouders besteden veel aandacht aan pijnklachten. Ze reageren overbezorgd, lopen naar de huisarts en ontslaan hun kind van onaangename verplichtingen (zwemmen, de turnles, spreekopdrachten, opruimen). Ze belonen het pijngedrag. Die pijn komt vlug terug.
Aanpak - pedagogisch Open cultuur Klachten serieus nemen Ziektewinst beperken, afleiden Zorg voor ontspanning Op zoek naar de oorzaak Afstemming school en thuis Wat doet u niet? De klachten afdoen als aanstellerij («Wees flink»). Ongeveer 1 op 3 kinderen met buikpijnklachten raakt er niet vanaf of ontwikkelt andere klachten. De leerling ontslaan van vervelende werkjes (spreekbeurt, toets), tenzij die voor hem écht te zwaar zijn. Wat doet u wel? Stel u bezorgd op. Ga op zoek naar wat de leerling met zijn gedrag wil vertellen. Registreer wanneer de klachten zich voordoen; hoe vaak en bij welke activiteit. Praat met de leerling. Wat zijn mogelijke stressfactoren (thuis en op school)? Zoek samen naar mogelijke oplossingen voor de problemen. Overleg met de ouders. Zij kunnen vertellen hoe de leerling thuis is. Schakel de schoolarts in als dat nodig is. PREVENTIE OP SCHOOL: negen tips Zorg voor een open cultuur op school. Leer leerlingen hun negatieve gevoelens (angstig, boos, onzeker) herkennen, leer ze ermee omgaan. Leerlingen die negatieve gevoelens onderdrukken hebben makkelijker pijn en lichamelijke ongemakken. Maak van leerlingen vaardige probleem-oplossers, vooral op sociaal vlak. Wie het gevoel heeft dat hij een sociaal probleem (en dat is meer dan een wiskundig vraagstuk) kan oplossen, heeft minder stress. Laat voelen dat niet alleen de prestaties tellen op school. Zorg voor genoeg ontspanning: uitstapjes, middagactiviteiten, verschillende werkvormen tijdens de les. Geef aandacht aan wat goed gaat. Toon wat de leerlingen al kunnen. Zorg dat elke leerling positieve aandacht krijgt. Stel reële eisen en houd rekening met de mogelijkheden en beperkingen van elk kind. Werk aan een warme klassfeer waar leerlingen zich goed voelen. Vertel duidelijk wat je verwacht van de leerlingen. Op school zijn er duidelijke regels. Zorg voor een open, eerlijke en snelle communicatie tussen ouders en school. Leerkrachten signaleren tijdig als er problemen zijn.
Aanpak - didactisch Interventies afhankelijk van oorzaak klachten Haalbare doelen stellen Succeservaringen Interventies afhankelijk van de oorzaak van de klachten. Enkele voorbeelden. Als een kind moeite heeft met rekenen en daardoor voor en tijdens rekenen steeds buikpijn heeft is het belangrijk om te werken aan spanningsreductie tijdens rekenen. Dit kan op verschillende manieren, bv aangepaste hoeveelheid werk Als de klachten worden veroorzaakt door een instabiele thuissituatie kan het helpen als het kind de mogelijkheid heeft om vertrouwelijk met iemand te praten. Bij sociale problemen is het raadzaam aandacht te schenken aan de sociale vaardigheden. Haalbare doelen stellen. Dat wil zeggen reële eisen stellen en vervolgens zorgen voor positieve bevestiging en ontspanning.
Externe hulp Schoolarts, huisarts De Bascule, cluster jeugd zorglijn emotionele stoornissen (somatoforme stoornissen) Somatoforme stoornissen De afdeling somatoforme stoornissen biedt hulp aan kinderen en jongeren waarbij lichamelijke klachten en psychiatrische problemen met elkaar verweven zijn. Het gaat om kinderen en jongeren met (chronische) ziektes en psychiatrische problematiek of kinderen en jongeren met onbegrepen lichamelijke klachten. De Bascule behandelt kinderen en jeugdigen van nul tot achttien jaar met beschreven problematiek die vaak ook worden behandeld in het Emma Kinderziekenhuis/AMC afdeling kindergeneeskunde. De Bascule biedt zowel poliklinische behandeling als klinische consulten. De aanmeldingen voor deze afdeling verlopen via een apart traject omdat alleen kinderartsen en andere specialisten een cliënt kunnen aanmelden. Voor aanmeldingen kunnen specialisten contact opnemen met het secretariaat kindergeneeskunde, mevrouw C.A. van Doorn, telefoonnummer: 020-566 81 74.