Chronisch lymfatische leukemie (CLL) Afdeling Hematologie Universitair Medisch Centrum Groningen www.hematologiegroningen.nl
Hematopoëse = bloedcelvorming stamcel CLL B-cel T-cel basofiel eosinofiel neutrofiel rode bloedcel trombocyt monocyt witte bloedcellen plasmacel
Chronische lymfatische leukemie Kenmerken Langzame toename van afwijkende lymfatische cellen (B-lymfocyten) vooral in bloed en beenmerg, soms ook in lymfklieren en in de milt. Door de CLL-beenmerginfiltratie (beenmerg is de bron van de bloedvorming) kan een tekort aan normale bloedcellen ontstaan. Vaak zijn er geen klachten of symptomen (‘toevalsbevinding’). Als wel klachten: zie volgende dia.
Chronische lymfatische leukemie Eventuele klachten Wat maakt een CLL-patiënt eventueel ziek? Tekort aan normale bloedcellen: Minder rode cellen bloedarmoede Minder witte cellen infecties Minder bloedplaatjes bloedingen Soms afweerstoornis door een tekort aan antistoffen Soms hinder van de vergrote klieren of milt.
CLL-bloeduitstrijkje CLL-cellen rode bloedcellen kapotte cel
Opgezette okselklieren bij CLL-patiënt
De milt normaal vergroot
Onderzoek bij CLL-patiënt Bloed- en soms beenmergonderzoek Flowcytometrie op bloedcellen Voor de risico-inschatting: chromosomenonderzoek (bloed/beenmerg) analyse ‘hypermutatie’ Echo buik (klieren, milt), soms CT-scan
Beleid bij nieuwe patiënt met CLL Geen klachten, geen symptomen: afwachten en onder controle houden Wel klachten of symptomen: behandeling Type behandeling hangt af van de subgroep CLL: als gunstige groep: de lichtste therapie als minder gunstige groep: intensievere therapie