Ontvanger prikkel = receptor Zenuwstelsel = conductor = geleider

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Het zenuwstelsel.
Advertisements

Regeling 4H.
Thema 18: Brainwave 18.2 en 18.3.
Regeling Thema 6.
Bouw en functie van het zenuwstelsel
Impulsgeleiding Thema 5.
De hersenen en het zenuwstelsel.
Bouw en functie van het zenuwstelsel
Bouw en functie van het zenuwstelsel
Quiz.
Thema 18: Brainwave 18.2 en 18.3.
4. Het autonome zenuwstelsel
5. De weg die impulsen afleggen
4. De hersenen.
Bouw en functie van het zenuwstelsel
Bouw en functie van het zenuwstelsel
Bouw en functie van het zenuwstelsel
Samenwerking tussen zenuwstelsel en hormonaal stelsel
Bouw en functie van het zenuwstelsel
Hoofdstuk 2 Prikkels.
Centrale Zenuw Stelsel
Thema 6: Regeling Basisstof 4.
Thema 6: Regeling Basisstof 3
Thema 6: Regeling Basisstof 6.
Thema 6: Regeling Basisstof 1 en 2
De weg die impulsen afleggen
Anatomie / fysiologie Zenuwstelsel 1 AFI1
Zenuwstelsel Hormoonstelsel
Thema 6: Regeling Basisstof 3, 4 en 5.
Vragen Wat zijn impulsen? Wat zijn receptoren? Wat is een neuron?
Onderdelen van de hersenen
Vragen Wat zijn impulsen? Wat zijn receptoren? Wat is een neuron?
Hormoonstelsel.
Thema 31 Zenuwstelsel en spieren
Thema 31 Zenuwstelsel en spieren
Het Perifere zenuwstelsel
Thema 4: Waarneming en Regeling
Het zenuwstelsel.
REGELING LES 3. HERSENEN Bestaan uit: 1.Hersenstam 2.De grote hersenen 3.De kleine hersenen.
Niet zenuwachtig worden, he?
Regeling.
18 brainwave.
Het hormoonstelsel 4 havo.
THEMA 6 Regeling en waarneming B. Stof 3 ONDERDEEL HERSENEN.
Thema 6 Regeling en waarneming B. Stof 3 Zenuwstelsel
Zoeken naar het evenwicht
Thema 6: Regeling Basisstof 6 en 7.
Het zenuwstelsel Zorgt voor de coördinatie van activiteiten in weefsels en organen, vegetatieve en animale functies, de buitenwereld en onze gevoelens.
Hoofdstuk 4 Paragraaf 3: Het zenuwstelsel. Wat gaan we doen vandaag?  Bespreken paragraaf 3  Maken paragraaf 3.
Thema 6 Regeling en waarneming B. Stof 3 Zenuwstelsel Par Zenuwcellen en 31.4 Zenuwstelsel.
H14 Zenuwstelsel.
Waarneming & Regeling 6 ©JasperOut.nl.
Kennisblokken 1 t/m 3.
Regeling.
Hst. 2 Het zenuwstelsel.
De werking van het zenuwstelsel.
& Beeldvormingstechnieken
Kennisblokken 1 en 3.
Thema 6: Regeling.
Thema 6: Regeling Basisstof 1 en 2
Autonome Zenuwstelsel
Regeling 3 VMBO - BB.
Het zenuwstelsel Hoofdstuk 9.
Transcript van de presentatie:

Ontvanger prikkel = receptor Zenuwstelsel = conductor = geleider Effector - Geeft informatie in lichaam door - Coördinerende functie

Bouw en ligging organen: Centraal zenuwstelsel: Perifeer zenuwstelsel: Indeling op basis van: Bouw en ligging organen: Centraal zenuwstelsel: hersenen + ruggenmerg Perifeer zenuwstelsel: Hersenzenuwen Ruggenmergzenuwen grensstrengen Functie: Animaal zenuwstelsel: Regelt interactie tussen individu en omgeving Autonoom zenuwstelsel: Controleert onbewuste levensprocessen

Functie: zenuwimpulsen opvangen en geleiden Bouw: Cellichaam  celkern + cytoplasma Uitlopers  cytoplasma Dendrieten = korte vertakte uitlopers Transport zenuwimpulsen naar cellichaam Axon = 1 lange uitloper Transport weg van cellichaam Impulsgeleiding = éénrichtingsverkeer

Myelineschede: - Vetachtig laagje rond axonen - Vorming door cellen van Schwann - Knopen van Ranvier

Soorten neuronen volgens de richting van impuls: - Afferente (aanvoerende) = sensorische neuronen - Efferente (afvoerende) = motorische neuronen - Schakelneuronen geleiden zenuwimpulsen binnen het CZS

Verband tussen neuron en zenuw: Zenuwvezels (lange uitlopers van neuronen) Zenuwbundel  bindweefselschede Zenuw  bindweefselmantel Soorten zenuwen: - Sensorische: zenuwvezels van afferente neuronen - Motorische: zenuwvezels van efferente neuronen - Gemengde: zenuwvezels van afferente en efferente

Verband tussen neuron en witte/grijze stof Witte stof  gemyeliniseerd Grijze stof  niet gemyeliniseerd (cellichamen/dendrieten)

Rol in werking + instandhouding neuronen = steuncellen in het perifeer zenuwstelsel Functie: vorming myelineschede rond axonen van perifere zenuwen - Impulsgeleiding verbeteren - Zenuwvezels isoleren Normale myelineschede Beschadigde myelineschede

Neuronen samen + op hun plaats houden Neuronen beschermen en isoleren Beschadigde/dode neuronen opruimen Neuronen voorzien van voedinsstoffen en zuurstofgas en afvalstoffen verwijderen

Rustpotentiaal

Depolarisatie Drempelwaarde Zenuwimpuls Actiepotentiaal Impulsgeleiding

Afhankelijk van: Dikte axon Dikte myelineschede Sprongsgewijze impulsgeleiding !

Neuro-transmissie 1 richting!

Angst, paniek, depressie, lichamelijke schade, sociale gevolgen, … Stimulerende drugs: Amfetamines Stimulatie neurotransmitter afgave Stimulatie impulsoverdracht Hallucinogene drugs: Verstoring zenuwstelsel Hallucinaties Neveneffecten: Angst, paniek, depressie, lichamelijke schade, sociale gevolgen, …

Hersenen + ruggenmerg Grote hersenen Hersenbalk Tussenhersenen Hersenstam Kleine hersenen Hersenvliezen Hersenholten (ventrikels)

Bouw van ruggenmerg

- met ruggenmergvocht

bescherming van ruggenmerg → schokken dempen → voeding en zuurstof

5.2 Bouw van het perifeer zenuwstelsel 5.2.1 hersenzenuwen verbonden met zintuigen en spieren van hoofd - zwervende zenuw

5.2.2 Ruggenmergzenuwen zenuwen vertakken - ganglion

5.2.2 Grensstrengen inwendige organen zijkant wervelkolom

6. Informatieverwerking in de hersenen 6.1 Hersencentra bepaald hersenschorsgebied bestaande uit groep cellichamen van neuronen

6.2 Centra in de grote hersenen verhoudingen afhankelijk van nauwkeurigheid waarmee spieren kunnen bewegen 6.2.1 Motorische centra - primair motorische centra: beweging of motoriek

6.2 Centra in de grote hersenen 6.2.1 Motorische centra secundair motorische centra: geheugen van motorische vaardigheden

6.2 Centra in de grote hersenen verhoudingen afhankelijk van gevoeligheid van lichaamsdelen 6.2.2 Sensorische centra primaire sensorische centra: zintuiglijke waarnemingen

6.2 Centra in de grote hersenen 6.2.2 Sensorische centra secundaire sensorische centra: ervaring, herinneringsgebieden

6.2.3 Overeenkomsten en verschillen tussen 2 hemisferen overeenkomstige zones en functies verschillen in functies verbinding via hersenbalk 6.2.4 Limbisch systeem geheel van hersengebieden in centrum van hersenen verwerking emotie, motivatie, genot en emotioneel geheugen

6.3 Centra in andere hersendelen 6.3.1 Centra in kleine hersenen evenwichtscentrum bewegingen bijsturen 6.3.2 Centra in tussencentra thalamus: schakelstation tussen sensorische neuronen en grote hersenen (concentratie) hypothalamus: invloed op hypofyse – andere centra (dorst, honger, temperatuur) 6.3.3 Centra in hersenstam - automatische lichaamsfunctie: reflex

7. Zenuwbanen traject afgelegd door een zenuwimpuls 7.1 Reflexboog snelle, ongewilde reactie traject afgelegd door impuls bij een reflex van prikkel tot reactie = reflexboog

dezelfde kant lichaam niet kruisen van CZ

dezelfde kant lichaam niet kruisen van CZ

7. Zenuwbanen 7.2 Gewilde bewegingen uit het motorisch centrum niet dezelfde kant lichaam kruisen van CZ 7.2 Gewilde bewegingen uit het motorisch centrum

8. Animaal en autonoom zenuwstelsel indeling op basis van functies 8.1 Animaal zenuwstelsel onder invloed van wil interactie van individu met omgeving grote en kleine hersenen, ruggenmerg, sensorische en motorische zenuwen + skeletspieren

8.2 Autonoom zenuwstelsel niet onder invloed van wil onafhankelijk van grote hersenen… werking hart, bloedvaten… zenuwen van hersenstam en ruggenmerg gladde spieren, hartspier en klieren verdere indeling: parasympathisch en sympathisch

8.2 Autonoom zenuwstelsel 8.2.1 Sympathisch zenuwstelsel actief zijn stimuleren van lichaamsactiviteiten ruggenmerg en grensstrengen

8.2 Autonoom zenuwstelsel 8.2.2 Parasympathisch zenuwstelsel terug in rusttoestand stimuleren ↔ remmen zwervende zenuw & bekkenzenuw 8.2.3 Antagonistische werking van beide stelsel nauwkeurig op elkaar afgesteld stimuleren ↔ remmen