ANZN 1e leerjaar - Les 20 - © Matthieu Berenbroek,

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Het zenuwstelsel.
Advertisements

Regeling 4H.
Impulsgeleiding Thema 5.
Kerndoel 11 Thema 6, 7 en 9 3 vmbo(t).
De hersenen en het zenuwstelsel.
Bouw en functie van het zenuwstelsel
Anatomie / fysiologie Zenuwstelsel 3 AFI1
Motorische systemen Drie soorten van bewegingen
Risico’s en contracten
Quiz.
Thema 18: Brainwave 18.2 en 18.3.
AARDRIJKSKUNDE in het VLAAMSE S.O.
SPIERRECEPTOREN & REFLEXEN
RESPONSIE COLLEGE SPIERRECEPTOREN & REFLEXEN
MOTORISCH SYSTEEM NEUROBIOFYSICA Dr. J.A.M. van Gisbergen.
MOTORISCH SYSTEEM BLOK THK Dr. J.A.M. van Gisbergen.
5. De weg die impulsen afleggen
Reflexen.
Bouw en functie van het zenuwstelsel
Bouw en functie van het zenuwstelsel
Bouw en functie van het zenuwstelsel
Bouw en functie van het zenuwstelsel
Structuur en functies van het zenuwstelsel
Hoofdstuk 4 Sensomotoriek.
Centrale Zenuw Stelsel
Thema 6: Regeling Basisstof 4.
Thema 6: Regeling Basisstof 6.
De weg die impulsen afleggen
ANZN 1e leerjaar - Les 19 - © Matthieu Berenbroek,
Anatomie / fysiologie Zenuwstelsel 1 AFI1
ANZN 1e leerjaar - Les 18 - © Matthieu Berenbroek,
Anatomie / fysiologie Zenuwstelsel 2 AFI1
ANZN 1e leerjaar - Les 21 - © Matthieu Berenbroek,
Voorbeeld toetsvragen
Zenuwstelsel Hormoonstelsel
Ontvanger prikkel = receptor Zenuwstelsel = conductor = geleider
Waaruit is het menselijk lichaam opgebouwd?
De inname van vitamine D door peuters en kleuters in Nederland
Thema 6: Regeling Basisstof 3, 4 en 5.
Onderdelen van de hersenen
Vragen Wat zijn impulsen? Wat zijn receptoren? Wat is een neuron?
Hormoonstelsel.
Thema 31 Zenuwstelsel en spieren
Thema 31 Zenuwstelsel en spieren
REGELING LES 3. HERSENEN Bestaan uit: 1.Hersenstam 2.De grote hersenen 3.De kleine hersenen.
Ontwikkeling van het jonge kind
Extrapyramidale en cerebellaire systemen
Regeling.
Het hormoonstelsel 4 havo.
THEMA 6 Regeling en waarneming B. Stof 3 ONDERDEEL HERSENEN.
waarneming en regeling !
Thema 6 Regeling en waarneming B. Stof 3 Zenuwstelsel
Thema 6: Regeling Basisstof 6 en 7.
Het zenuwstelsel Zorgt voor de coördinatie van activiteiten in weefsels en organen, vegetatieve en animale functies, de buitenwereld en onze gevoelens.
Thema 6 Regeling en waarneming B. Stof 3 Zenuwstelsel Par Zenuwcellen en 31.4 Zenuwstelsel.
Regeling.
Hst. 2 Het zenuwstelsel.
Neurologie Noorderpoort Medische Kennis (LF1 P2)
De werking van het zenuwstelsel.
Thema 6: Regeling.
Zintuiglijke waarneming
Regeling 3 VMBO - BB.
3.5 Hersenen 1 HV.
Het zenuwstelsel Hoofdstuk 9.
Transcript van de presentatie:

ANZN 1e leerjaar - Les 20 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2008 Piramidebaan Psychomotorische banen kruisen in de medulla oblongata (verlengde merg) dus van R-hersenhelft naar L-lichaamhelft Motorische banen en centra tezamen noemen we piramidale systeem, t.b.v. de willekeurige bewegingen basale kernen vormen ook motorisch centrum alleen t.b.v. reflexen en onwillekeurige bewegingen => extrapiramidale systeem ANZN 1e leerjaar - Les 20 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2008

Piramidaal versus extrapiramidaal Piramidaal zijn afdalende vezels meeste kruisen in hersenstam (piramidekruising) verder in ruggenmergsegment homolaterale door naar motoneuron, fijne motoriek extrapiramidaal ook afdalend, meeste kruisen pas in het betreffende ruggenmergsegment, dus heterolateraal naar motoneuron, grove motoriek, speelt rol bij automatismen en reflexen ANZN 1e leerjaar - Les 20 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2008

ANZN 1e leerjaar - Les 20 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2008 De 2 efferente hoofdrouten 1 = hersenschors 2 = heterolateraal afdalend extrapiramidale baan 3 = homolateraal afdalend piramide baan 4 = motoneuron LG, fig. 2.7.19, blz. 283 ANZN 1e leerjaar - Les 20 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2008

ANZN 1e leerjaar - Les 20 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2008 ï LG, fig. 2.7.43, blz. 315 ANZN 1e leerjaar - Les 20 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2008

liquorcirculatie van de hersenen De nummers tussen haakjes verwijzen naar de nummers in figuur hiervoor. Zijventrikels (2) en plexus choroideus (7)  3e ventrikel (4)  aquaduct cerebri = kanaal van Sylvius (5)  4e ventrikel (6)  arachnoïdale ruimte (1)  veneuze sinussen  vena jugularis interna ANZN 1e leerjaar - Les 20 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2008

ANZN 1e leerjaar - Les 20 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2008 LG, fig. 2.7.44, blz. 316 ANZN 1e leerjaar - Les 20 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2008

ANZN 1e leerjaar - Les 20 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2008 Reflexen Ruggenmerg is laagste niveau van CZS Ruggenmerg is de verbinding tussen perifere afferente (sensorische) en efferente (motorische) zenuwen. Reflex is een automatische activiteit (motorisch) van een orgaan op een sensorische prikkel. Punaise voet => terugtrekken voet ruiken eten => water in de mond ANZN 1e leerjaar - Les 20 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2008

ANZN 1e leerjaar - Les 20 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2008 Reflexschakeling Reflex moet van afferent (sensorisch) direct naar efferent (motorisch). Indeling reflexcentra: spinale reflexen (via ruggenmerg) hersenstamreflexen (via hersenstam) corticale reflexen (via grote hersenen) Bewustwording treedt pas op na REACTIE ANZN 1e leerjaar - Les 20 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2008

ANZN 1e leerjaar - Les 20 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2008 Huidreflex 1 ruggenmerg 2 voorwortel 3 achterwortel 4 spinaal ganglion (ruggenmerg zenuwknoop) 5 motorische zenuw naar spier 6 spier 7 huid 8 sensibele zenuw van de huid ANZN 1e leerjaar - Les 20 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2008

Voorbeelden reflexen (onbewust) Speekselreflex (bij ruiken van eten of eten) ademreflex (ademhaling prikkel) accommodatiereflex (aanpassen pupil) lidslagreflex (ooglid) kniepeesreflex (onder knieschijf, been omhoog) braakreflex kokhalsreflex hoestreflex ANZN 1e leerjaar - Les 20 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2008

Onderdelen reflexboog Reflexboog is weg van impuls van de sensor tot effector sensor of zintuig afferente zenuw (sensorisch neuron) reflexcentrum (schakelneuron, een of meer) in ruggenmerg, hersenstam of hersenen efferente zenuw (motorisch neuron) effector (spiervezel of klierweefsel) ANZN 1e leerjaar - Les 20 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2008

Voorwaardelijke <=> onvoorwaardelijke reflexen Pasgeborene heeft zuigreflex, grijpreflex, terugtrekreflex, hoestreflex Dat zijn onvoorwaardelijke reflexen Andere zijn voorwaardelijke reflexen of geconditioneerde reflexen individu bepaald ene mens loopt langs McDonalds en loopt daarbij het water in de mond, de ander walgt Hond van Pavlow, bel horen dan speeksel ANZN 1e leerjaar - Les 20 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2008

Monosynaptische reflexen monosynaptische reflexen geen schakelneuron (kniepeesreflex) afferente zenuw schakelt direct naar efferente zenuw ook wel enkelvoudige reflex genoemd snelle reactietijd ANZN 1e leerjaar - Les 20 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2008

ANZN 1e leerjaar - Les 20 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2008 Kniepeesreflex 1 achterhoorn 2 voorhoorn 3 bovenbeenspier 4 motorisch eindplaatje 5 dijbeen 6 sensibel neuron 7 spinaal ganglion 8 motoneuron 9 efferente vezel motoneuron 10 afferente vezel sensibel neuron 11 rekkinggevoelige strekspier 12 knieschijf 13 rekkinggevoelige strekspier 14 kniepees LG, fig. 2.7.24a, blz. 288 LG, fig. 2.7.24a, blz. 288 Ter voorkoming van gewrichtsschade ANZN 1e leerjaar - Les 20 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2008

Multisynaptische reflex multisynaptische reflex hebben een of meer schakelneuronen (terugtrekreflex) tussen afferent en efferent een schakelneuron ook wel samengestelde reflexen genoemd zowel gekruist als ongekruist gekruist wil zeggen kruist de mediaan, gaat dus van ene lichaamshelft naar de andere oftewel van de ene laterale zijde naar de andere ANZN 1e leerjaar - Les 20 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2008

ANZN 1e leerjaar - Les 20 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2008 Terugtrekreflex 1 achterhoorn 2 schakelneuron 3 voorhoorn 4 motorische voorhoorn 5 voorwortel 6 motorische zenuw 7 spier 8 motorisch eindplaatje 9 achterwortel 10 spinaal ganglion 11 spierspoel 12 gemengde zenuw 13 huid LG, fig. 2.7.24b, blz. 288 ANZN 1e leerjaar - Les 20 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2008

ANZN 1e leerjaar - Les 20 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2008 Reciproke remming Als een spier samentrekking dan wordt automatische de antagonistische spier gestrekt oftewel als de buiger buigt dan strekt de strekspier door een reflectoire reactie anders gezegd, door het buigen wordt het spierspoeltje in de strekker geprikkeld en geeft een reactie zodat strekking plaatsvindt ANZN 1e leerjaar - Les 20 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2008

ANZN 1e leerjaar - Les 20 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2008 Reciproke remming 1 sensibel neuron uit de spier 2 motorisch neuron naar dezelfde spier 3 strekspier been 4 zijtak van het sensibel neuron 5 motorisch neuron naar buigspier been 6 buigspier van het been Kromme pijlen exciteren Rechte pijlen remmingproces LG, fig. 2.7.23, blz. 287 ANZN 1e leerjaar - Les 20 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2008

Afferente reflexroutes 1 homolateraal opstijgend 2 homolateraal horizontaal 3 heterolateraal opstijgend 4 heterolateraal horizontaal homolateraal = blijft aan dezelfde zijde (links of rechts) heterolateraal = kruist naar de overliggende lichaamshelft sensibele neuronen zijn afferent en heterolateraal motorische neuronen zijn efferent en homolateraal LG, fig. 2.7.18, blz. 283 ANZN 1e leerjaar - Les 20 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2008