Differentiele Diagnose EKG patronen
K74 - ST decallage Aspecifiek, belang van kliniek Supraventriculaire tachycardie Linker kamerhypertrofie Subendocardiale ischemie (fietsproef) Ischemie “type” hoofdstamischemie Subepicardiale ischemie in reciproke afleiding (bij STEMI) Hypokaliëmie ST depressie bij inname digitalis (typisch ST decallage V1-V2 bij infero-posterior infarct) (typisch ST decallage II,III, aVF bij anterior infarct) Subendocardiale ischemie Aspecifiek, belang van kliniek
K75 - ST elevatie in afl. V1-V2 Variant van het normale (ORBTB, jongere) Linker kamerhypertrofie Wellens syndroom Acuut anteriorinfarct Aneurysma na doorgemaakt anteriorinfarct Pericarditis Brugada syndroom Hyperkaliëmie Acuut anteriorinfarct LK hypertrofie (discreet, rechtszijdige afl, cfr supra) Pericarditis (concaaf) Bij twijfel acuut anteriorinfarct
K76 - ST elevatie in afl. II,III & aVF Linker kamerhypertrofie Acuut inferiorinfarct Acuut anteriorinfarct Aneurysma na doorgemaakt inferiorinfarct Pericarditis (concaaf) Hyperkaliëmie Acuut anterior infarct (stenose achter Dx maar voor S) Acuut inferiorinfarct Bij twijfel acuut inferiorinfarct
Rechter bundeltakblok K77 - Hoge R golf in afl. V1,V2 Normale variant (juveniel) RBTB WPW Rechter kamerhypertrofie Oud posteriorinfarct V1 V2 V3 V4 V5 V6 Rechter bundeltakblok
K78 – QS golf in afl. V1,V2 Normale variant Te hoge plaatsing elektrode LBTB WPW Oud anteriorinfarct RV apex pacing Oud anteriorinfarct
K79 - QS in afl. II,III & aVF Normale variant (positionele Q in III) LPHB WPW Oud inferiorinfarct Acuut longembool (niet in II) HCMP RV apex pacing Oud inferiorinfarct
K82 - Breed QRS (> 120 ms): regelmatig Supraventriculaire tachycardie met functioneel BTB (aberrantie) Supraventriculaire tachycardie met voorafbestaand BTB Antidrome AVRT (WPW) Gepre-exciteerde AT (WPW) Monomorfe kamertachycardie Monomorfe kamertachycardie met fusie slag
K83 - Breed QRS (> 120 ms): onregelmatig Atriale fibrillatie met voorafbestaand BTB Atriale fibrillatie met functioneel BTB (aberrantie) Atriale fibrillatie met pre-excitatie (FBI) Niet onderhouden of polymorfe kamertachycardie Bij structureel hartlijden: kamertachycardie
K84 – Linker as K84 – Rechter as Gekenmerkt door diepe S in III & aVF Linker anterior hemiblok Congenitaal hartlijden K84 – Rechter as Gekenmerkt door diepe S in afl. I & aVL Rechter kamerhypertrofie Linker posterior hemiblok Acuut longembool
K85 - Negatieve T toppen Variant van het normale (jongere, vrouw) Tijdens of na BTB, WPW, pacing, ectopisch ritme (escape, tachycardie,...) Linker kamerhypertrofie (zeker als apicale hypertrofie) Subendocardiale ischemie (tijdens pijn) Ischemie “type” Wellens Syndroom (kritische stenose prox LAD) Na subepicardiale ischemie Aspecifieke repolarisatiestoornissen (na oud infarct) Acuut longembool ARVC Intracraniële drukverhoging LinkerkKamer hypertrofie (Apicale hypertrofie) Ischemie “type” Wellens Syndroom (kritische stenose prox LAD): naast symm en diep negatieve T toppen lichte ST elevatie <1mm bij V2-V3 (concaaf naar boven) “Chatterjee” fenomeen or Cardiac memory (postpacing, postWPW, post BTB,...) Aspecifieke repolarisatie stoornissen (Na Oud Infarct)
K87 - Breed QRS complex tijdens sinusritme BTB (functioneel of structureel) Pre-excitatie (WPW) Hyperkaliëmie Klasse I anti-aritmica Ventriculair ritme
K86 - Niet te missen ECGs Atriale fibrillatie met WPW Acuut myocardinfarct Totaal AV blok Hoofdstamlestel Lang QT syndroom Brugada syndroom Hyperkaliëmie Digitalisintoxicatie
ECG interpretation for beginners – 2 Axel en Luc De Wolf RZ Tienen UZ Leuven DANK U voor de aandacht
Left Ventricular Hypertrophy Why is left ventricular hypertrophy characterized by tall QRS complexes? Increased QRS voltage As the heart muscle wall thickens there is an increase in electrical forces moving through the myocardium resulting in increased QRS voltage. LVH ECHOcardiogram For more presentations www.medicalppt.blogspot.com
Left Ventricular Hypertrophy Criteria exists to diagnose LVH using a 12-lead ECG. For example: The R wave in V5 or V6 plus the S wave in V1 or V2 exceeds 35 mm. However, for now, all you need to know is that the QRS voltage increases with LVH. For more presentations www.medicalppt.blogspot.com
Type I- Diagnostic V1-V3 (as least two leads) ST segment elevation >2mm, “coved” shape, inverted T-wave. Coupled with Documented VFib Polymorphic VT FH of sudden cardiac death <45 yo Type I EKG in family members VT inducable in EP lab Syncope Nocturnal agonal respiration
Types II and III- Suggestive II: V1-V3 ST segment elevation >2mm, “saddleback” shape, pos or biphasic T. III: <1 mm elevation, either coved or saddleback.
Cardiomyopathy dilated cardiomyopathy hypertrophic cardiomyopathy arrythmogenic right ventricular cardiomyopathy left ventricular non-compaction restrictive cardiomyopathy
ECG Variants Coronary Spasm: “Printzmetals angina” Injury pattern that resolves w/ rest, NTG,O2 etc. Early Repolarization: elevated “J” point seen best in V3,4. Key to Dx pt’s are usually young & asymptomatic Pericarditis: ST elevation usually global associated w/ fever, pleuritic c/p.
ECG Variants due to Drugs or Electrolytes Imbalances Hypokalemia: lg U waves ( usually taller than T) seen best in precordial leads. <2.7 Hyperkalemia: Tall peaked T waves > 6.0 PR prolongs, QRS widens P waves disappear > 8.0 Hypocalcemia: Prolonged QT interval Hypercalcemia: Shortened QT interval Digitalis effect: ST depression- downsloping, curved ST segments. “scooping”, “sagging”, flat or inverted T’s in lateral leads PR prolonged QT shortened
ECG PERICARDITIS PR depression ST elevation DDx: concave up, ST/T V6 >.25, no reciprocal DDx: Acute MI Early Repolarization Myocarditis Aneurysm other: Brugada, BBB
Stage I everything is UP (i. e Stage I everything is UP (i.e., ST elevation in almost all leads - see below) Stage II Transition ( i.e., "pseudonormalization"). Stage III Everything is DOWN (inverted T waves). Stage IV Normalization
Pericarditis This ECG has ST elevations and some similarities to BER. However, in this case, BER is not present. This is an example of pericarditis.